In 1996 hield de natuurkundige Richard Feynman een serie lezingen aan Cornell University. De lezingen gaan over de relatie tussen wiskunde en natuurkunde.

Het fragment toont het begin en het einde van de tweede lezing van Feynmans reeks. Feynman geeft in het begin aan dat hij zijn verhaal in de taal van de wetenschap gaat vertellen: de wiskunde. Aan het einde van zijn lezing vertelt hij over de kloof die er bestaat tussen de alfa- en bètawetenschappen. Hij haalt hierbij een lezing aan van de Engelse wetenschapper, politicus en schrijver C.P. Snow die deze scheiding al eerder vaststelde met zijn lezing over de Two Cultures. Volgens Feynman is de schoonheid van de natuur alleen door de mens te begrijpen als hij de taal van de natuur verstaat: de taal van de natuurwetenschappen.