Het lijkt logisch: wie na zijn eenentwintigste nog thuis woont, kan meebetalen aan de vaste lasten. Ouders of verzorgers worden daarom gekort op hun uitkering. Hulpverleners zien hoe deze ‘kostendelersnorm’ eraan bijdraagt dat jongvolwassenen dakloos raken. Van de oplossing die het ministerie aandraagt maken gemeenten nauwelijks gebruik, zo blijkt uit onderzoek van Argos in samenwerking met Vers Beton en OPEN Rotterdam.

Ze wil niet bij haar vader wonen, want dat heeft financiële gevolgen, vertelt Eva*. Bijna een jaar slaapt ze nu in de Haagse daklozenopvang, waar ze herstelt van een zwervend bestaan van ongeveer twee jaar. ‘Mijn vader is al 62 en heeft een uitkering. Nu ik sinds kort een baan heb, zou hij direct gekort worden op die uitkering, omdat ik dan de huur voor ons allebei kan betalen. Maar ja, dan gaat al mijn geld daaraan op en kan ik niet sparen voor m’n toekomst. Dan kies ik er liever voor om hier of op straat te slapen, zodat ik wel kan sparen.’

Het is een situatie die vaker voorkomt, sinds in 2015 de Participatiewet werd ingevoerd. Bij het bepalen van de hoogte van een bijstandsuitkering telt het aantal volwassen huisgenoten mee. Als meerdere mensen met een uitkering met elkaar in huis wonen, kunnen ze op hun bijstand worden gekort. Samenwonen is immers goedkoper als je de kosten kunt delen, zo is het idee.

Buitengesloten

Het aantal dakloze jongeren is sinds 2009 meer dan verdrievoudigd. In diezelfde periode regende het ambitieuze plannen om zwerfjongeren van straat te krijgen. Waar gaat het mis? Dat onderzoeken we in ons project 'Buitengesloten'. En daarvoor hebben we jouw hulp nodig. Leef je zelf op straat? Ben je werkzaam in de hulpverlening, voor een gemeente of anderszins verbonden met de problematiek waarmee zwerfjongeren kampen? ▾ Deel hier je verhaal.

Maar diezelfde kostendelersnorm heeft ook een keerzijde, leggen meerdere hulpverleners uit die we voor ons project Buitengesloten spraken. Ze vertellen hoe ouders hun kinderen aansporen het huis te verlaten, uit angst dat ze anders gekort worden op hun bijstandsuitkering. Dat ziet ook Esmé Wiegman van de branchevereniging voor maatschappelijke opvang Valente. ‘De kostendelersnorm vergroot het huisvestingsprobleem. Jongeren kunnen niet langer meer thuis blijven wonen en komen op straat terecht.’

Verantwoordelijk staatssecretaris Paul Blokhuis van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) herkent de problemen. ‘Ik hoor nogal wat jongeren die zeggen: Ik werd te duur, dus ik werd op straat gegooid.’ Hij wil dat gemeenten meer gebruik maken van de ruimte die ze hebben om schrijnende situaties te voorkomen. Ambtenaren kunnen namelijk de kostendelersnorm buiten toepassing verklaren, stelt Blokhuis. ‘Maatwerk’ heet dat in beleidsjargon.

'Wassen neus'

In de praktijk komt daar nog weinig van terecht, blijkt uit een inventarisatie die we deden onder tien grote gemeenten. We vroegen hoe vaak zij een dergelijke uitzondering toepasten. Slechts zeven gemeenten konden inzage geven. Uit hun reacties blijkt dat zij nauwelijks gebruik maken van de tijdelijke uitzonderingsmogelijkheid.

De reacties op een rij

De gemeente Utrecht meldt doorgaans niet te registreren hoe vaak er wordt afgeweken van de kostendelersnorm, maar dat dit ‘zeer weinig’ gebeurt. Ook de gemeente Nijmegen zegt geen concrete cijfers te hebben, maar past uitzonderingen ‘wel eens’ toe. De gemeente Eindhoven zegt dit jaarlijks voor ‘zo’n tiental situaties’ te doen. Zo’n zeshonderd Eindhovense huishoudens ontvangen een lagere uitkering door woningdelen. In Almere is afgelopen jaar ‘circa twintig keer’ afgezien van de kostendelersnorm, terwijl zo’n achthonderd huishoudens hiernaar een uitkering ontvangen. Ook de gemeente Den Haag meldt dat dit maatwerk ‘maar zelden wordt toegepast’. Ongeveer drieduizend Haagse huishoudens ontvangen een verlaagde uitkering naar de norm. De enige uitzondering is de gemeente Amsterdam. Naar schatting wordt jaarlijks in zo’n 150 tot 200 gevallen van de regel afgeweken. In mei ontvingen ruim 5.100 Amsterdamse huishoudens een uitkering naar de kostendelersnorm.

Er lijkt daarmee weinig schot te komen in de hoeveelheid ‘maatwerk’ die gemeenten kunnen toepassen. In 2017 constateerde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) al dat gemeenten nauwelijks gebruik maken van de uitzonderingsmogelijkheid. Tweede Kamerlid Jasper van Dijk (SP) kaartte de koudwatervrees eerder dit jaar aan. Hij noemt het ‘maatwerk’ dat gemeenten in theorie kunnen toepassen om problemen zoals dakloosheid op te lossen, een ‘wassen neus’. Van Dijk stelde hier vorige maand vragen over aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) – dat ministerie is officieel verantwoordelijk voor de kostendelersnorm.

Lees hier de antwoorden van staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Bas van 't Wout. 

Ambtenaren zijn bang dat het toepassen van individuele uitzonderingen willekeur oplevert, laat een woordvoerder van de gemeente Rotterdam weten aan onze collega’s van Vers Beton en OPEN Rotterdam, met wie we samen jongerendakloosheid onderzoeken. Ook Rotterdam schat dat er 'te weinig gebruik wordt gemaakt’ van de uitzonderingsmogelijkheid. De gemeente pleit er bij het Rijk voor om helemaal te stoppen met de kostendelersnorm bij mensen tot 27 jaar.

Beeldvorming

Meerdere gemeenten hebben zich achter dat idee geschaard. Ze mogen nu in individuele gevallen wel uitzonderingen maken op de kostendelersnorm, maar een uitzondering maken voor bepaalde groepen – zoals jongeren tot 27 jaar of kwetsbare jongeren met problemen op meerdere terreinen – mag niet, zo laat de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) desgevraagd weten. Dat zouden gemeenten wel graag willen om zo het risico op dakloosheid onder jongeren te kunnen verkleinen. Daarbij zou zo’n algemene uitzondering ‘duidelijkheid scheppen voor de doelgroep zelf’ en maakt dat het werk van gemeenteambtenaren een ‘stuk eenvoudiger’ dan het beoordelen van individuele gevallen.

Volgens de VNG is het maken van individuele uitzonderingen ‘relatief arbeidsintensief’ en duur. Ze krijgen geld van het Rijk voor het verstrekken van uitkeringen, maar dat is niet voldoende om op grote schaal uitzonderingen te kunnen maken. ‘Incidenteel afwijken heeft geen grote financiële gevolgen voor gemeenten. Maar als er op grotere schaal hogere uitkeringen worden verstrekt kan ook dat drempelverhogend werken voor gemeenten.’

Het probleem is ook vaak niet zozeer de regel zelf, maar de beeldvorming daarover, merkt de VNG op. ‘Gemeenten geven aan dat ouders uit angst voor verlaging van de uitkering de jongeren uit het huis zetten als ze 18 jaar worden. In deze situaties is vooral goede voorlichting over de mogelijkheden van maatwerk belangrijk.’

Struikelblok

Staatssecretaris Blokhuis ziet ook terug in zijn gesprekken met gemeenten dat zij de kostendelersnorm als een struikelblok ervaren bij de aanpak van jongerendakloosheid. Toch ziet hij vooralsnog geen reden om de kostendelersnorm te schrappen. ‘Artikel vijf’, oftewel uitzonderingen op regels maken, zou volgens de staatssecretaris moeten volstaan. ‘Ik heb liever dat je in het lokale blaadje staat dat je een regeltje een keer niet goed hebt toegepast, maar wel een jongere hebt geholpen, dan dat er staat dat gemeenten alle regels perfect hebben toegepast, maar dat er driehonderd jongeren op straat lopen.’

Blokhuis rekent voor wat jongeren als Eva een gemeente kosten, als de wet te strikt wordt toegepast. Na een zwervend bestaan van bijna twee jaar komt ze terecht in de Haagse daklozenopvang. ‘Een opvangplek kost dertig- tot veertigduizend euro per jaar, nou tel uit je winst. Zoveel haal je niet binnen door het toepassen van de kostendelersnorm. Dat is een hele simpele businesscase voor de gemeente.’ Blokhuis betreurt daarom dat er zo weinig gebruik wordt gemaakt van uitzonderingsmogelijkheden. ‘Omdat ze daarmee maatschappelijk leed kunnen voorkomen, ze kunnen daar concreet mensen mee helpen en ze zijn ook nog een dief van hun eigen portemonnee.’

Op verzoek van de Tweede Kamer wordt momenteel onderzoek gedaan naar de gevolgen van de kostendelersnorm. Ook werkt Divosa - de koepel van directeuren van sociale diensten - aan een handleiding die gemeenten kunnen gebruiken bij het maken van beleid om te voorkomen dat jongeren dakloos raken. De kostendelersnorm komt hierin aan bod.

Een woordvoerder van Divosa zegt pas na publicatie van de handleiding inhoudelijk te kunnen reageren. Wel meldt ze dat er – naast de handleiding voor gemeenten - ook een aantal aanbevelingen aan het ministerie van VWS worden gedaan ‘waarmee zij kunnen bijdragen aan het voorkomen van dakloosheid onder jongeren.’

*Eva is een gefingeerde naam. Dit doen we om haar privacy te beschermen. Haar echte naam is bij de redactie bekend.