Pathologen luiden noodklok over dalend aantal obducties

Bij kwart van de overleden ziekenhuispatiƫnten blijken artsen diagnoses te missen.

In twintig jaar tijd is het aantal medische obducties, inwendige lijkschouwingen, meer dan gehalveerd. Het betreft een afname van 60%. Twintig jaar geleden zijn er 9.811 obducties uitgevoerd,  in 2013 zijn dat er nog maar 3.785. Dat is iets minder dan 3% van de mensen die in 2013 zijn overleden.

Dat blijkt uit een inventarisatie van de Nederlandse Vereniging Voor Pathologie, de NVVP,  die is gemaakt op verzoek van het programma Argos.  “Het begint op een niveau te komen dat wij als vereniging denken dat het zo niet verder door moet gaan” zegt Hans Blauwgeer,  de voorzitter van de Vereniging voor Pathologie.

De obductie geldt als een waardevol kwaliteitsinstrument dat de behandeling van artsen in ziekenhuizen toetsbaar maakt. Door middel van een obductie kun je zien hoe een ziekteproces is verlopen en of de behandelend arts de juiste diagnose heeft gesteld.

De NVVP luidt in Argos de noodklok over de “zorgwekkende daling”  van het aantal obducties . Professor Paul van der Valk, voorzitter van de kwaliteitscommissie van de Nederlandse vereniging voor Pathologie (NVVP): ‘Dit betekent dat de behandeling minder goed getoetst wordt en dat zal zonder twijfel een negatief effect hebben op het functioneren van de zorg als geheel.”

De daling van het aantal obducties is des te opvallender omdat uit recent onderzoek blijkt dat artsen in ziekenhuizen in 23,4 procent van de patiënten   verkeerde diagnoses hebben gesteld. Patholoog Judith Fronczek publiceerde onlangs een studie waaruit uit dossieronderzoek op 337 patiënten blijkt dat in bijna een kwart van de gevallen artsen diagnoses missen. Het gaat dan om bijvoorbeeld om ziektes als longontsteking, hartinfarct en longembolie. In een op de acht gevallen hebben de artsen zelfs ziektes gemist die tot de dood van de patiënt geleid hebben.
Fronszek publiceerde hierover vorige maand in het vakblad Journal of Pathology.

Fronczek noemt als voorbeeld iemand met een longontsteking die behandeld is met antibiotica. Uit obductie blijkt dat de patiënt geen bacteriële infectie had maar een schimmel. Als de arts de juiste diagnose had gesteld was de patiënt anders behandeld en had mogelijk nog geleefd. “Dat kun je natuurlijk nooit zeker zeggen maar die mogelijkheid is zeker aanwezig”, aldus Fronczek.

Volgens diverse pathologen is verder onderzoek nodig om vast te stellen of patiënten onnodig overleden zijn. Emeritus hoogleraar Becker zegt daarover in Argos: “Als clinicus zou je moeten zeggen, hoe kom ik op diagnose A terwijl het afwijking B blijkt te zijn. Had die patiënt gered kunnen worden?  Dat zou kunnen, maar dat kun je hier niet uit lezen.”

Uit navraag bij artsen en pathologen komen drie redenen naar voren voor de daling van het aantal obducties.
Artsen varen teveel op moderne beeldvormende diagnostische technieken. Oncoloog Wim Meijer van het Westfriesgasthuis in Hoorn, een van de ziekenhuizen die meedeed aan het onderzoek van Fronczek zegt daarover: ‘We denken dat we alles weten, maar dat is dus niet zo. We zijn teveel op beeldvormende technieken gaan varen’. Een andere reden is dat familieleden minder vaak toestemming geven voor een obductie en de derde reden is geld. Obductie hoort niet bij de behandeling en wordt niet vergoed door de verzekeraar.
Drie verzekeraars hebben Argos laten weten dat ze de nieuwe bevindingen mee gaan nemen in hun kwaliteitsgesprekken.

Lea Bouwmeester (PvdA) reageert zaterdag live in Argos.