Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) verwijst sinds deze week secties door naar het Universitair Ziekenhuis Antwerpen (UZA). Er zullen maandelijks 5 a 10 lijken naar België worden vervoerd voor onderzoek, omdat er een capaciteitsprobleem is bij het NFI. Forensisch patholoog Frank van de Goot meldt aan het radioprogramma Argos.
“Het is absurd dat het NFI lijken naar België vervoert om ze daar door Belgische pathologen te laten onderzoeken.” Van de Goot is bereid de secties te verrichten, maar het NFI is niet met hem in zee gegaan. Hij is een van de twee onafhankelijke forensisch pathologen die Nederland heeft. De tweede forensisch patholoog, Pieter van Driessche is verbaasd. Hij is nooit benaderd door het NFI om het capaciteitsprobleem op te lossen.
Het NFI heeft min of meer een monopoliepositie op het gebied van het verrichten van gerechtelijke secties. De secties betreffen lijken van mensen waarbij mogelijk of zeker sprake is van een misdrijf.
Politie en Openbaar Ministerie zijn akkoord met de doorverwijzing naar België. Het NFI geeft als reden het recent overlijden van een van de forensisch pathologen van het NFI, in combinatie met het reeds bestaande capaciteitstekort. Van de Goot zegt dat het capaciteitsprobleem voorkomen had kunnen worden: “Dat er te weinig forensisch pathologen zijn is niet plotseling. Ik roep al 15 jaar dat we tijd en geld moeten steken in het opleiden van mensen.”
Het NFI laat Argos weten dat er inderdaad gesprekken zijn geweest met Van de Goot, maar dat die niet vruchtbaar waren. Van Driessche heeft zijn hulp zelf aangeboden, maar het NFI heeft besloten geen gebruik te maken van zijn diensten. Hoeveel extra kosten het NFI zal maken, omdat ze maandelijks een deel van de lijken in Antwerpen laat onderzoeken wil het instituut niet zeggen.
In 2016 heeft het NFI 262 gerechtelijke secties uitgevoerd.