donderdag 26 januari, eerste dag van de rechtszaak tegen IPCO-trading

Een verslag van het Platform Investico

Huib de Zeeuw ,

Het oliehandelsbedrijf dat een partij vervuilde nafta vervoerde, staat donderdag voor de rechter. De nafta, die zelfs voor Russische raffinaderijen te vies is, onderging een levensgevaarlijke operatie voor de kust van Scheveningen en komt terecht in smerige benzine in Afrika, blijkt uit een onthullende reconstructie van Investico voor de Groene Amsterdammer en Argos radio.

De rechtszaak tegen het Zwitserse oliehandelsbedrijf IPCO Trading begint met vertraging, dat blijkt al snel tijdens de zitting van donderdag 26 januari voor de meervoudige kamer van Rotterdam. Het bedrijf staat terecht vanwege de illegale import van afvalstoffen van Rusland naar Nederland en de bewerking van de onbewerkte nafta op een niet hiervoor bestemde inrichting: het schip Franz Schulte. Dit speelde zich vier jaar geleden af vlak voor de kust van Scheveningen. Uit onderzoek van Investico dat deze week is gepubliceerd in De Groene Amsterdammer en zaterdag te horen was bij Argos, blijkt dat het levensgevaarlijk proces was. Eèn vonkje was voldoende om het schip te laten exploderen.

Het advocatenteam van IPCO Trading, dat bestaat uit Ton Jumelet en Julius von Bóné, ziet dit anders. Ze hebben eerder deze maand aan de rechtbank hun onderzoekswensen bekendgemaakt. Belangrijkste eis: de getuigen moet opnieuw worden gehoord en er moeten getuigen worden toegevoegd aan het proces. Officier van justitie Luuk Boogaart reageert verbaasd: ‘deze brief gericht aan het Openbaar Ministerie ken ik helemaal niet’. Het is niet de enige keer tijdens de regiezitting dat hij zijn afkeuring laat blijken over de werkwijze van de verdediging.

Volgens advocaat Von Bóné heeft IPCO geen strafbare feiten gepleegd en is het dossier van het OM ‘onvolledig’ en geeft een ‘eenzijdig beeld’. Veel mensen zijn gehoord door het OM behalve de verdachten zelf, aldus Von Bóné. De verdediging wil de kapitein van het schip als getuige oproepen en twee mannen die betrokken zijn geweest bij het daadwerkelijke proces op het schip. ‘Zij werken met deze stoffen en kunnen verklaren of dit gevaarlijk was’.

Verder betwist de advocaat de expertise van twee getuigen die het OM heeft toegevoegd aan het strafdossier. IPCO wil hen horen tijdens de inhoudelijke behandeling van de strafzaak. Ook over het technisch bewijsmateriaal – de monsters die genomen zijn van de lading van het schip en geanalyseerd door het Nederlands Forensisch Instituut- heeft Von Bóné zijn twijfels. Daarnaast stelt de verdediging nog twee deskundigen voor die toelichting kunnen geven op het proces. ‘Het zijn objectieve getuigen die geen betrokkenheid hebben bij de zaak’, aldus Von Bóné.

Dat klopt niet, zo blijkt uit het onderzoek van Investico. Een van de deskundige die IPCO wil oproepen is John Minton. Hij is klein aandeelhouder van MarTest, het Rotterdamse bedrijf dat het omstreden raffinageproces heeft uitgevoerd op de Franz Schulte. Minton was ook op de hoogte van het voornemen om dit proces op het schip uit te voeren. Op de vraag waarom hij geen stokje heeft gestoken voor deze operatie, liet Minton eerder in een mail aan Investico weten dat hij enkel informeel heeft geadviseerd over het afval maar dat de operaties ongetwijfeld veilig zouden plaatsvinden.

Officier van Justitie Boogaart geeft in een reactie tijdens de rechtszaak aan dat hij teleurgesteld is in de houding van de verdediging. Op 12 juni 2015 heeft hij voor het eerst contact gehad met advocaat Jumelet om hem te delen dat IPCO Trading zou worden vervolgd. Het OM heeft IPCO toen een schikking voorgesteld van 100.000 euro, op 2 oktober van dat jaar werd meegedeeld dat niet ingegaan wordt op dit aanbod. In het afgelopen jaar is volgens Boogaart geen verzoek binnen gekomen voor aanvullend onderzoek. Pas wanneer de inhoudelijke behandeling bekend is komt IPCO met eisen maar zonder motivering. ‘Ik vind dat de verdediging de boel traineert, het is geen constructieve houding. We moeten allemaal woekeren met zittingsruimte, dit had een stuk efficiënter ingericht kunnen worden’.

Tot slot richt de ook aanwezige Rosaria Carmeni, directeur van het verdachte bedrijf IPCO Trading, zich tot de rechtbank. ‘We zijn het niet mee eens met wat IPCO wordt verweten. We nemen deze zaak zeer serieus. IPCO heeft een goede reputatie. We zijn ervan overtuigd dat we geen enkele wet hebben overtreden. Het is de eerste keer in de geschiedenis van ons bedrijf dat we met een strafrechtelijke procedure te maken hebben. We hebben altijd de wet en het milieu gerespecteerd. We hopen dat de rechter onze verzoek honoreert voor het horen van de getuigen’.

De rechtbank stelt voor om een proces-verbaal op te maken van de zitting. Op vrijdag krijgen alle partijen een email met de beslissingsbevoegdheden en wordt duidelijk welke getuigen worden gehoord.