Defensie zegt dat veiligheid topprioriteit is, maar er gaat nog veel mis bij de opslag van munitie en het vervoer van gevaarlijke stoffen. De overtredingen nemen toe in plaats van af.

Meer munitie in opslagbunkers dan volgens de vergunning mag. Munitiesoorten die nooit samen mogen worden opgeslagen en toch bij elkaar liggen. Brandgevaarlijke lithiumbatterijen die onbedoeld met vliegtuigen van de luchtmacht meegaan. Controleurs maken zich hier flinke zorgen over, blijkt uit jaarverslagen van het Korps Militaire Controleurs Gevaarlijke Stoffen (KMCGS). Argos heeft de documenten verkregen met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob).

Het KMCGS is ondergebracht bij de Koninklijke Marechaussee en rapporteert aan de ambtelijke top van Defensie. Het is een klein team specialisten met zeer veel kennis van gevaarlijke stoffen. Ze controleren vliegtuigen en schepen, maar net zo goed vrachtwagens en munitiebunkers. Tijdens oefeningen en in missiegebied. Hun belangrijkste taak is het voorkomen van gevaarlijke situaties. Vaak is een advies of een waarschuwing voldoende. Maar niet zelden komt het tot strafrechtelijke vervolging. In de jaren 2015-2018 zijn er 51 zaken aangedragen bij het Openbaar Ministerie, blijkt uit de stukken. 

Dát er fouten worden gemaakt is bekend, maar tot nu toe niet hoe vaak. Ook de fouten met opslag op de munitiecomplexen zijn niet eerder bekendgemaakt. Belangrijkste indicator dat er te veel fout gaat: het percentage controles waarbij er niets mankeert aan een transport met gevaarlijke stoffen daalt. Bij het vervoer van gevaarlijke stoffen is dit gekelderd van 90 procent in 2009 naar 47 procent vorig jaar. Ver beneden de 70 procent die volgens de controleurs de ondergrens zou moeten zijn.

Bij de opslag van munitie is nog meer mis. Het ‘naleefpercentage’ is hier nog maar 42 procent, terwijl het streven minimaal 85 procent is. ‘Zorgwekkend’ noemt de commandant van het KMCGS tekortkomingen op de munitiecomplexen in bijvoorbeeld Coevorden, Veenhuizen, Staphorst, Alphen (Noord-Brabant) en Den Helder. In werkelijkheid liggen de percentages zelfs iets lager omdat uit interne meldingen blijkt dat er nóg meer overtredingen zijn dan bij controles worden vastgesteld. 

Lees hier over de incidenten op munitiedepots

Op munitiecomplexen in Veenhuizen, Ruinen, Staphorst, Coevorden en Alphen (Noord-Brabant) zijn er zeer veel overtredingen. In opslagbunkers ligt bijvoorbeeld meer munitie dan volgens de vergunning is toegestaan...

Munitieopslag risico voor omgeving

Op munitiecomplexen in Veenhuizen, Ruinen, Staphorst, Coevorden en Alphen zijn er zeer veel overtredingen. In opslagbunkers ligt bijvoorbeeld meer munitie dan volgens de vergunning is toegestaan. Ook liggen er munitiesoorten samen opgeslagen waarvan het verboden is om ze in combinatie te bewaren. ‘Beide situaties vormen een groot risico voor de opslaglocatie en de omgeving’, volgens de commandant van het KMCGS. Hij schrijft in het jaarverslag over 2017 dat dit soort overtredingen alleen kunnen plaatsvinden door het opslagmanagementsysteem handmatig te manipuleren. Ook in 2018 treffen controleurs ‘nog altijd veel overtredingen’ aan in de munitiecomplexen. Bij het Defensiemunitiebedrijf ligt ook nog oude, overtollige munitie waardoor op ‘termijn een ongecontroleerd veiligheidsrisico ontstaat of al aanwezig is’.

Lithiumbatterijen door de lucht

Het komt voor dat lithiumbatterijen onbedoeld door de lucht worden vervoerd en dat het verbod wordt genegeerd om dit soort batterijen samen te vervoeren met munitie. Bij vluchten vanuit het missiegebieden komt dit geregeld voor. ‘De bedrijfssoftware van Defensie, SAP, is nog onvoldoende voorbereid op het verzenden van goederen met lithiumbatterijen. Dergelijke goederen worden met enige regelmaat verzonden als goederen zonder gevaarlijke stoffen, wat voor het vervoer door de lucht reële risico's oplevert’, aldus het KMCGS. Dat lithiumbatterijen een serieus gevaar zijn aan boord van vliegtuigen blijkt een overzicht met incidenten van de Amerikaanse toezichthouder FAA.

Bliksembeveiliging munitiecomplexen

Op de munitiecomplexen spelen al lange tijd problemen met de bliksembeveiliging en elektrische installaties. De afgelopen jaren legde de inspectie vanwege de veiligheid zelfs het werk stil in gebouwen van de complexen in bijvoorbeeld Veenhuizen, Staphorst en Ruinen. Uit keuringsrapporten werd niet duidelijk of de installaties van de munitiecomplexen goed- of afgekeurd zijn en of gebreken waren verholpen. De Inspectie leefomgeving en Transport heeft inmiddels onder dreiging van een dwangsom actie geëist. Defensie heeft daarom opdracht gegeven tot onderzoek naar de veiligheid van de munitiemagazijnen en is gestart met het aanpassen en keuren van installaties. De aanpassing van de bliksembeveiliging in Veenhuizen, met ongeveer tweehonderd bunkers het grootste munitiecomplex van Nederland, moet in maart 2020 zijn afgerond. 

Topprioriteit

Veiligheid heeft de hoogste prioriteit bij Defensie. Na jarenlang wegkijken, zorgden twee vernietigende rapporten van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) in 2017 voor een omslag. Bij een fataal schietincident in Ossendrecht en een dodelijk mortierongeval in Mali waren grote fouten gemaakt. Conclusie: de veiligheid van het personeel - dat toch al werkt onder gevaarlijke omstandigheden - was ondergeschikt gemaakt aan het belang om door te gaan met buitenlandse missies. Deze missies trokken een zware wissel op de krijgsmacht, die door bezuinigingen toch al was uitgehold. 

Minister Jeanine Hennis van Defensie treedt zelfs af. Er volgt een reeks acties: een onafhankelijke commissie, een plan van aanpak, oprichting van de Inspectie Veiligheid Defensie en de aanstelling van een directeur Veiligheid. En met de huidige investeringen in Defensie is geld niet meer het probleem. Voor de nieuwe veiligheidsorganisatie zijn miljoenen beschikbaar. Het moet één ding duidelijk maken. Defensie neemt veiligheid serieus. 

De praktijk is weerbarstiger. Dat blijkt overal in de organisatie en niet in de laatste plaats op het vlak van gevaarlijke stoffen. Controleurs zien niet alleen steeds meer overtredingen, deze zijn vooral hardnekkig. Terwijl rapportages hierover jaar in jaar uit op het bureau van de hoogste ambtelijke baas van het ministerie Defensie belanden, blijven oplossingen uit. ‘In 2018 zie ik dezelfde knelpunten terugkomen als in de jaren 2015, 2016 en 2017’, schrijft de commandant van het KMGS in zijn jaarrapport van mei 2019. 

Belangrijkste achterliggende oorzaak: medewerkers die met gevaarlijke stoffen werken hebben niet genoeg kennis van wet- en regelgeving. Enerzijds zijn mensen met de juiste ervaring wegbezuinigd. Anderzijds ontbreekt het nog aan voldoende opleidingscapaciteit om dit te herstellen.

Opleiding en ervaring

Uit interne documenten die Argos heeft ingezien, blijkt dat gebrekkige opleiding en ervaring sinds lange tijd dé oorzaak zijn van voorvallen met gevaarlijke stoffen. En ook dat dit probleem al sinds zeker 2011 bekend is bij de defensietop. Na een ernstig incident in dat jaar met een vlucht uit Afghanistan wordt vastgesteld dat het kennisniveau veel beter moet en dat commandanten hun verantwoordelijkheden onvoldoende kennen. 

Halverwege 2016 wordt zelfs gewaarschuwd voor een ‘catastrofaal incident met grote materiële-, personele- en imagoschade voor de defensieorganisatie’ als er niets verandert. Aanleiding is een groot aantal strafbare overtredingen bij transportvluchten vanuit missiegebieden. Het Openbaar Ministerie stelt geen vervolging in, op voorwaarde dat het ministerie van Defensie orde op zaken stelt. 

In november 2016 draagt toenmalig commandant der strijdkrachten Tom Middendorp op dat commandanten moeten zorgen dat militairen voldoende opleiding en ervaring hebben, voordat ze in missiegebied met gevaarlijke stoffen gaan werken. 

De commandant van het KMCGS stelt in de jaren erna keer op keer vast dat hier geen gehoor aan is gegeven. Eind 2018 bezoekt hij de instructeurs gevaarlijke stoffen. Die vertellen dat de opleidingscapaciteit bij lange na niet onvoldoende is. In de praktijk wordt maar de helft van het benodigde aantal opleidingen gegeven. Er is volgens de opleiders sprake van een ‘vicieuze cirkel’. De defensieleiding geeft volgens hen geen opdracht om de de openstaande instructeursplekken bij het Opleidings- en Trainingscentrum Logistiek te vullen. ‘Veiligheid is niet je straatje schoonvegen, maar boter bij de vis’, klinkt het.

'Er is te weinig regie geweest op de verbetermaatregelen die naar aanleiding van de jaarverslagen zijn genomen.' 

Ministerie van Defensie 

Het ministerie van Defensie laat in een uitgebreide reactie weten dat de jaarverslagen van het KMCGS het beeld bevestigen dat het werken bij de krijgsmacht ‘veiliger kan en moet’. Er zijn ‘aanhoudende knelpunten die ‘nauw samenhangen met de begrensde opleidingscapaciteit’. Volgens Defensie is tekortschietende governance (bestuur) ‘mede de oorzaak van de herhaalde meldingen van het KMCGS’. ‘Er is te weinig regie geweest op de verbetermaatregelen die naar aanleiding van de jaarverslagen zijn genomen. Dit moet beter.’ Defensie laat weten dat er inmiddels twee onderzoeken lopen naar de problematiek, waarvan één door de vorig jaar opgerichte Inspectie Veiligheid Defensie. Het ministerie erkent dat er nog veel moet gebeuren en dat dit tijd kost maar benadrukt ook dat er stappen worden gezet. 

Op de munitiecomplexen spelen al lange tijd problemen met de bliksembeveiliging en elektrische installaties.

Aan het personeel ligt het niet

De veiligheidsproblematiek speelt bij heel Defensie en niet alleen op het vlak van gevaarlijke stoffen. Defensiebreed zijn er alleen al 260 vacatures voor gespecialiseerde functies die belangrijk zijn om veilig te kunnen werken, zoals technici en instructeurs. 

Ook de controleurs van het KMCGS hebben te maken met personeelstekort. Hierdoor zijn er vorig jaar geen controles geweest in het buitenland. Uitgerekend het gebrek aan controles in missiegebied was een van de tekortkomingen die in 2017 op stel en sprong werden hersteld na het mortierongeluk in Mali. De verkeerde opslag van granaten was toen een van de factoren waardoor het mis kon gaan. 

Aan de militairen die werken met gevaarlijke stoffen doen, ligt het doorgaans niet. ‘Het veiligheidsbewustzijn van de medewerkers is hoger en professioneler dan dat je aan de hand van de middelen die beschikbaar zijn mag verwachten’, schrijft bijvoorbeeld de visitatiecommissie Defensie en Veiligheid. ’Het lijkt wel alsof het defensiepersoneel zich extra bewust is van de eigen verantwoordelijkheid omdat ze weten dat ze niet altijd kunnen vertrouwen op goede producten en actuele procedures.’ 

De commissie onder voorzitterschap van oud-Kamervoorzitter Gerdi Verbeet onderzoekt de voortgang op veiligheidsgebied. De commissie bracht dit jaar haar eerste rapport uit: Het begin is er. Daaruit bleek dat er nog veel stappen nodig zijn. De plannen van Defensie zijn eigenlijk te vaag en te ‘Haags’ om tot ‘substantiële verbetering’ van de veiligheid te leiden. Ook is er nog te weinig aandacht voor het opleiden en vasthouden van ervaren instructeurs en technisch experts die cruciaal zijn voor de veiligheid.

Heeft u tips of opmerkingen over deze kwestie? U kunt ons mailen.

luister ook