De Amerikaanse overheid heeft het publiek jarenlang een veel te rooskleurig beeld voorgehouden van de oorlog in Afghanistan. Deze vernietigende conclusie kan uit de onlangs verschenen Afghanistan Papers getrokken worden.

In de ruim tweeduizend pagina’s tellende Afghanistan Papers komen mensen aan het woord die direct bij de oorlog in Afghanistan betrokken waren, van generaals tot diplomaten en hulpverleners. De interviews, die de Washington Post publiceerde, tonen aan dat hooggeplaatste Amerikaanse ambtenaren aan de lopende band logen over de successen die westerse troepen in Afghanistan boekten.  

De oorlog in Afghanistan duurt al achttien jaar. Nederland is vanaf 2002 aanwezig in Afghanistan. Eerst als onderdeel van de internationale troepenmacht ISAF en later om Afghaanse politieagenten te trainen in de provincie Kunduz. Deze week verscheen een kritisch onderzoek naar de Kunduz-missie, in opdracht van het ministerie van Buitenlandse zaken. Om politie draagvlak te creëren bij de oppositie werd het resultaat rooskleuriger voorgesteld dan de werkelijkheid toeliet. 

Zijn we voorgelogen over ‘onze’ tijd in Afghanistan? Argos deed veelvuldig onderzoek naar de Nederlandse bijdrage aan deze oorlog. Een vijftal hoogtepunten. 

Wederopbouw zonder fundamenten

De missie in Uruzgan zou geen vechtmissie worden, maar vooral in het teken staan van wederopbouw. Zo’n vijf jaar na de start van de missie stelde Argos de vraag: hoe staat het er voor met die wederopbouw? En wat betekent dat eigenlijk?

Willem van de Put, destijds directeur van hulporganisatie Healthnet International, windt er in de uitzending geen doekjes om: “Het is blijkbaar te moeilijk voor defensie om nou eens helder te formuleren wat wederopbouw is (..) Je ziet westerse militairen, die de Afghanen als bezettingsmacht zien, met duur materieel, schermvesten aan, potloden uitdelen onder het mom van wederopbouw.”

Volgens Van de Put konden hulporganisaties tot de komst van de provinciale reconstructie teams (PRT), speciale militaire teams die helpen bij wederopbouw, veilig en rustig in Afghanistan werken. De argwaan van de Afghanen tegen de buitenlandse militairen is ook niet zonder risico voor de hulpverleners. Op het moment dat militairen zich met ontwikkelingsprojecten bemoeien ontstaat er rolvervaging en kunnen lokale hulpverleners als collaborateur worden gezien, waarschuwde oud-directeur van Oxfam Novib, Sylvia Borren.

Clandestiene operaties van Nederlandse commando’s in Afghanistan

In oktober van 2001 vallen de Amerikanen, gesteund door bondgenoten, Afghanistan binnen. De operatie ‘Enduring Freedom’ moest de Taliban uit het land verdrijven, die in verband werd gebracht met Al Qaida. De terroristische organisatie die achter de aanslagen van 11 september 2001 zat.

Nederland deed niet mee aan deze oorlog. Maar we gingen wel akkoord met het verzoek van de Verenigde Naties om vredesmissie ISAF te ondersteunen. Eind 2001 worden de eerste Nederlanders naar het land gestuurd. De missie is strikt beperkt tot het beveiligen van hoofdstad Kabul.

Althans, dat was het officiële verhaal. Argos ontving in 2004 een tip: ‘Weten jullie wel dat Nederlandse special forces in 2002 betrokken waren bij Operatie Anaconda?’ Het werd het startschot van een driejarige speurtocht.

Getuigenverklaringen, officiële documenten en beeldmateriaal bewijzen wat de Nederlandse regering dan nog ontkent. Nederlandse commandotroepen hebben in 2002 buiten het ISAF-mandaat om geopereerd en in Afghanistan wel degelijk meegedaan aan vechtmissie Enduring Freedom. De Tweede Kamer werd daarover niet geïnformeerd. Ook blijkt uit foto’s dat de minister van Defensie tijdens zijn bezoek aan de troepen, bewust in het ongewisse werd gehouden over hun operaties.

Defensie verzwijgt moordpartij in Afghanistan

In 2009 stuiten journalisten van Argos op een doofpot. Een ernstige oorlogsmisdaad in de door Nederlandse ISAF-militairen beveiligde regio, die door Defensie bewust werd verzwegen. Het gaat om de executie van elf ontsnapte gevangenen in augustus 2002, uitgevoerd door de Afghaanse veiligheidsdienst NDS. De Nederlandse militairen wisten hier niet alleen van, maar maakten na de executie zelfs foto’s van de vermoorde gevangenen. Deze foto’s komen via bronnen bij de krijgsmacht in handen van Argos.

Uit geheime documenten, opgevraagd door een beroep op de Wet Openbaarheid van Bestuur, blijkt dat de minister van Defensie ook van de executie wist. Het ministerie suggereerde een ‘passieve woordvoeringslijn’, ofwel: zolang er niets wordt gevraagd, gaan wij niets zeggen.

Ook de Kamer werd niet op de hoogte wordt gesteld van de moordpartij. Onwetend stemden zij ermee om gevangenen in het door Nederland beveiligde gebied, over te dragen aan de NDS. De Afghaanse veiligheidsdienst die achter de executies zat en een belangrijke partner is in de ISAF-operatie.

Nut of noodzaak van Nederlandse politiemissie

“Realiseer je waarom je een politiemissie wil”, zegt Afghanistan-kenner Deedee Derksen in deze aflevering. Er is dat moment nogal wat gesteggel binnen de politieke partijen over het wel of niet steun verlenen aan een nieuwe missie in Afghanistan.

”Wil je een politiemissie om Afghanistan te helpen? Of wil je een politiemissie omdat je een goede bondgenoot van Amerika wil zijn?”, aldus Derksen. Als Afghanistan-correspondent voor de Volkskrant trok zij het hele land door. Zijn Argos-interview luistert als een voorbode van het kritische Kunduz-rapport van afgelopen week. ‘Als je een goede bondgenoot wil zijn, verkoop het dan niet met het argument dat je de Afghanen gaat helpen. Want ik betwijfel ten zeerste of je dat daarmee doet. Amerika is in Afghanistan een deel van het probleem en niet de oplossing.”

Het Kunduz-rapport is met name kritisch op de manier waarop politieke steun werd geworven voor de politietrainingsmissie. Zo mochten de Afghaanse agenten niet gaan vechten. Een mandaat waar Afghanistan-deskundigen toen al grote vraagtekens bij plaatsten.