Kraaij: ‘DIS staat voor Dissociatieve Identiteitsstoornis. Het is een gevolg van ernstig trauma in de vroege kindertijd. Vroeger werd het ook wel Meervoudige Persoonlijkheidsstoornis genoemd. Een van de redenen waarom dat veranderd is, is omdat iemand gewoon een lijf heeft en een stel hersenen. Maar mijn cliënten beleven zichzelf als verdeeld. Het kan zo zijn dat zo’n deel ook controle neemt over het gedrag. Dan merk je bijvoorbeeld dat een volwassene ineens kinderlijk praat, of kinderlijke dingen doet. Of iemand wordt heel boos – wat niet past bij die persoon.’
‘Ik denk dat het goed is om te benadrukken dat als je een Dissociatieve Identiteitsstoornis hebt, dat niet per se betekent dat je ook een achtergrond met georganiseerd Ritueel misbruik hebt. Je kunt ook DIS ontwikkelen door heel ernstig misbruik en mishandeling binnen een gezin of door iemand die nabij stond.'
Hoe uit DIS zich?
‘Het begint vaak dat mensen aangeven dat ze zich verdeeld voelen, al dan niet in andere woorden. Dat ze tijd kwijt zijn, dat ze enerzijds eigenlijk goed functioneren, bepaalde dingen in het dagelijks leven heel goed kunnen, een baan hebben, gezin runnen, sociaal netwerk hebben. En aan de andere kant, en dat is vaak als ze alleen zijn, in de nachten, maar ook in therapie, hele forse psychische klachten laten zien, en enorm lijden. Dat is atypisch voor andere psychische stoornissen.’
Er zijn rechtspsychologen die zeggen dat DIS een iatrogene stoornis is. Kortom: dat het een stoornis is die door therapeuten wordt aangepraat.
‘Ik vind dat heel schadelijk voor de cliënten die DIS hebben en een flinke beschuldiging aan ons adres, die niet gegrond is. Ik volg de DSM (de wereldwijde classificatie voor psychische stoornissen, red.) en daar is de classificatie in opgenomen. Ik snap eerlijk gezegd niet waarom daar nog steeds zo'n discussie over is.’
Een van die dingen die zo typerend is aan DIS, is dat het vaak in therapie naar boven komt. Alleen al daarom concluderen de rechtspsychologen dat DIS moet zijn aangepraat, Zonder therapie geen DIS-diagnose.
‘Elke diagnose wordt door een psycholoog of psychiater gesteld. Mensen met DIS komen binnen met typerende klachten die ik ze echt niet aanpraat. Bijvoorbeeld: Ik ben tijd kwijt. Ik vind mezelf terug in een hoekje heel angstig. Ik heb allemaal kleding in mijn kast die ik niet pas en die niet mijn smaak is. Het is wel belangrijk dat je er naar vraagt, want de meeste klachten zijn zeer schaamtevol om te vertellen.’