Toen het coronavirus zich begin dit jaar over de wereld verspreidde, was Hugo de Jonge (CDA), minister van Volksgezondheid, bezig om ook het laatste onderdeel van het Nederlandse Vaccin Instituut (NVI) te privatiseren. In 2012 had De Jonge’s voorganger Edith Schippers (VVD) de productietak van het NVI al verkocht aan het Serum Institute of India, dat er poliovaccins ging maken.
Lees ook de reconstructie in de Groene Amsterdammer
Bij die privaterisering deed Schippers de toezegging dat Nederland in tijden van crisis een beroep zou mogen doen op de afgestoten productiecapaciteit. Maar nu, acht jaar later, zegt het Serum Institute niets van die toezeggingen te weten. ‘Die afspraak is er niet, wij zien zo’n overeenkomst in onze stukken niet terug’, aldus een woordvoerder van het Serum Institute.
Na de verkoop van de fabriek besloot de overheid óók het onderzoek naar vaccins te privatiseren, hoewel gezondsheidsminister Ab Klink (CDA) dat eerder nog sterk had afgeraden. ‘Ik zie dat de farmaceutische industrie ontwikkelingen laat liggen die voor de volksgezondheid van belang zijn omdat onvoldoende winst verwacht wordt’, schreef Klink in 2009 aan de Kamer. De onderzoeksafdeling moest volgens hem worden behouden ‘om in het publieke belang vaccins te ontwikkelen of te verbeteren, daar waar de industrie dat laat liggen’.
Edith Schippers, Klinks opvolger, dacht daar anders over en besloot om ook overheidsbedrijf Intravacc, de onderzoekspoot van het NVI, te verkopen. Dat besluit werd doorgezet ondanks negatieve adviezen van onder anderen Hans de Goeij, oud-Directeur-Generaal van het ministerie van Volksgezondheid die de gevolgen in kaart bracht. ‘Bij dreigingen van virusuitbraken of calamiteiten wil de overheid gebruik kunnen blijven maken van een niet-commerciële organisatie’, concludeerde De Goeij in 2015.