Het hoofdpijndossier van de lopende formatie is het stikstofdossier. De vrijwillige uitkoop van boerenbedrijven heeft te weinig opgeleverd, dwangmaatregelen om de uitstoot fors terug te dringen lijken onafwendbaar. Aan de horizon dient de volgende crisis zich aan: ook op watergebied is Nederland het vuilste jongetje van de klas.

‘Vroeger was het water bij Lobith, waar de Rijn Oost-Nederland binnenstroomt, vies’, zegt Tom Kunzler van Natuurmonumenten. ‘Maar nu is het andersom, het water dat daar uit het Duitse Ruhrgebied ons land binnenkomt is schoner dan het Nederlandse water. Die verandering is zorgelijk.’

Het is tekenend voor de waterkwaliteit in ons land. Europees gezien bungelen we onderaan alle lijstjes, becijferde het Planbureau voor de Leefomgeving recentelijk. Dat is an sich geen nieuw gegeven. Zo rond de eeuwwisseling al was de heersende opvatting in Brussel dat Europese wateren aan een grote schoonmaakbeurt toe waren. Vervuilende industrieën en intensieve landbouw maakten dat de waterkwaliteit door heel Europa achteruit holde, ook in Nederland. ‘Zwemmen in de Rijn was er in de jaren tachtig niet bij’, zegt Bas Roels van het Wereld Natuur Fonds (WNF). ‘Het was simpelweg giftig, een open riool. Er is sindsdien wel wat verbeterd, maar het laatste tien jaar is die vooruitgang gestagneerd.’

Onder de Europese lidstaten bestond brede overeenstemming dat het roer om moest. En dus lag er op 23 oktober 2000 een 72-pagina’s tellend document met maatregelen, de Kader Richtlijn Water. Het belangrijkste doel: Europese wateren behoeden voor verdere achteruitgang, beter beschermen en waar mogelijk verbeteren.

Slechts 1% op orde

Fast-forward naar het heden. De term ‘richtlijn’ klink vrijblijvend, maar is het allerminst. De KRW kent een deadline, het jaar 2027. Op dat moment moet al het Europese oppervlaktewater voldoen aan de normen die de lidstaten hebben afgesproken. De deadline lag eerst in 2015 maar is verschoven omdat veel landen nog niet in staat bleken de doelstellingen tijdig te halen. Maar ook die nieuwe deadline gaat Nederland bij lange na niet halen, zegt Frank van Gaalen, onderzoeker bij het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Hij werkt al zo’n 15 jaar op dit thema en ziet dat verbeteringen maar traagjes tot stand komen. Nederland heeft het beroerdste water van het continent, stelt hij. ‘Slechts 6% van alle wateren voldoen nu aan de ecologische doelen. Zo’n 25% aan de chemische doelen. Gezamenlijk voldoet maar 1% van alle wateren aan beide doelen’, legt hij uit. ‘Op veel plekken zitten hoge concentraties fosfor en stikstof in het water, vanuit het riool en de landbouw. Ook zien we steeds meer medicijnresten en nieuwe industriële stoffen als PFAS. Die brengen in kleine concentraties al hoge gezondheidsrisico’s met zich mee.’

De Kader Richtlijn Water is een Europese richtlijn voor de verbetering van de waterkwaliteit. Binnen die richtlijn kunnen landen zelf bepalen hoe ze hun waterkwaliteit willen verbeteren en deze in de zo natuurlijk mogelijke status terugbrengen. Het doel is dat er in 2027 zoveel mogelijk wateren zijn teruggebracht in deze toestand, zowel chemisch (welke stofjes zitten er in het water?) als ecologisch (welke dieren en planten leven er in en rondom het water?).

Brusselse boetes hangen in de lucht

Iedere 6 jaar moeten EU-lidstaten hun waterplannen overleggen aan Brussel. In Nederland gebeurt dat via stroomgebiedbeheerplannen, opgesteld door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Zo ook dit jaar. Maar de Nederlandse plannen zijn veel te weinig ambitieus, stelt van Gaalen, die ze al inzag en doorrekende. ‘Ik denk dat we maar zo’n 10-15% ecologisch in de juiste staat gaan krijgen’, zegt hij. En als de kwaliteit in 2027 niet op orde is dreigen er Europese boetes onze kant op te komen. ‘Bij andere soortgelijke Europese richtlijnen over andere thema’s zijn er al fikse dwangsommen opgelegd aan landen. Zo kreeg Frankrijk in 2005 een boete van 20 miljoen voor het niet naleven van Europese visrichtlijnen.’

Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat geeft op vragen van Argos aan dat provincies verantwoordelijk zijn voor vaststellen van de KRW-doelen, maar dat het halen de doelstellingen een gezamenlijke verantwoordelijkheid is van alle bestuurslagen en belanghebbenden. ‘Het Rijk heeft de juridische instrumenten om regionale partijen medeverantwoordelijk te stellen’, schrijft een woordvoerder. ‘Maar dat zal het alleen doen wanneer er sprake is van nalatigheid.’ 

‘Veel doen op een klein oppervlak’

Die vervuiling komt grotendeels door het intensieve landgebruik, zeggen PBL-onderzoeker Van Gaalen en WNF’er Roels. ‘We gebruiken elke vierkante meter land hier’, zegt de laatste. ‘Daardoor is de druk op de waterkwaliteit enorm hoog.’

Tom Kunzler van Natuurmonumenten, dat naast natuurgebieden ook veel landbouwgrond in beheer heeft, merkt dat mest die uitspoelt in slootjes ervoor zorgt dat bepaalde diertjes en planten verdwijnen. Soorten die goed groeien op al die voedingsstoffen in mest overwoekeren al het andere leven. Zo duwt de grote lisdodde (een waterplant met karakteristieke bruine ‘sigaar’ aan het einde) andere plantjes als de wateraardbei en de moerasvaren uit het ecosysteem. ‘Op die manier legt de intensieve landbouw een last op de waterkwaliteit, eerst chemisch en daarna biologisch.’

Kunzler ziet in dit waterdossier grote paralellen met de stikstofcrisis. Ook met betrekking tot het beschermen van kwetsbare habitats zette Nederland jarenlang te weinig stappen. De Programmatische Aanpak Stikstof werd door milieuorganisaties bij achtereenvolgens het Europese Hof en de Raad van State met succes aangevochten, met ernstige beperkingen voor de bouw- en landbouwsector tot gevolg.  Ook Bas Roels van WNF en onderzoeker Van Gaalen van het PBL trekken de vergelijking met het stikstofdossier. Net als de Europese Habitatrichtlijn is ook de Kaderrichtlijn Water een Europeesrechtelijke verplichting. ‘Partijen kunnen naar de rechter stappen en blokkades afdwingen’, zegt Roels, ‘omdat de kwaliteit van het oppervlaktewater gewoonweg niet verbetert. Mocht het dezelfde kant op gaan als het stikstofdossier zou dat verschrikkelijk zijn.’ ‘Dan komen we weer in een soort PAS-impasse’, vreest Roels, refererend naar de uitspraak van de Raad van State van 2019. Mocht eind dit jaar blijken dat de plannen die voorliggen niet voldoende zijn ligt zo’n gang naar de bestuursrechter voor Natuurmonumenten op tafel. ‘Dat sluiten we nooit uit natuurlijk. Je moet alle opties open houden.’

De rol van de waterschappen

Twee weken geleden publiceerde Argos samen met De Groene Amsterdammer ook over de wondere wereld van de waterschappen. Naast het zorgen voor droge voeten, is de oudste bestuurslaag van Nederland ook verantwoordelijk voor de kwaliteit van ons water. Maar uit veel gesprekken met waterschapsbestuurders blijkt: het waterschap kan niet aan de juiste knoppen draaien om de waterkwaliteit écht bij te sturen. De sleutel ligt hoger, bij het Rijk.

Mestbeleid en stikstofbeleid zijn in de eerste plaats landelijke aangelegenheden, zegt Sander Mager van de Unie van Waterschappen, verantwoordelijk voor waterkwaliteit. De echte weg uit de aanstaande crisis ligt bij de Rijksoverheid, zegt Mager. ‘Waterschappen kunnen bijsturen door bijvoorbeeld extra te zuiveren, maar de oplossingen liggen inmiddels niet meer aan het einde van de pijp. We moeten de aandacht verleggen naar de voorkant: Duurzamer landbouwbeleid, minder meststoffen. Dat zijn de dossiers waar de sleutel tot de oplossing ligt. Waterschappen spreken andere instellingen steeds meer aan op hun verantwoordelijkheid.’ 

WNF’er Bas Roels beaamt die noodzaak voor een structurele koerswijziging:  ‘We staan voor lastige keuzes. Overal stoten we stikstof uit of sleutelen we aan het grondwaterpeil. De biodiversiteit wordt daardoor steeds eenvormiger. Soorten sterven uit.’ 

De optimisten

Die analyse stuit op verzet bij de landbouwsector. Tineke de Vries, portefeuillehouder Bodem & Water van de boerenbelangenorganisatie LTO en akkerbouwer in het Noord-Friese Hallum, is wél positief gestemd over de haalbaarheid van de waterdoelen. ‘We maken een goede slag en zijn inmiddels een aardig eind op weg de doelen te halen’, stelt zij, in weerwil van de rapporten en doorrekeningen van het PBL. Ze voegt daaraan toe dat de slechte waterkwaliteit niet enkel door veehouders wordt veroorzaakt. ‘Hier en daar is er nog sprake van normoverschrijding door boeren. Kijk naar het zeekleigebied in Noord-Nederland. Fosfaat is daar een groot probleem. Maar dat komt uit de bodem, landbouwers hebben daar geen invloed op.’ 

De Vries is fel gekant tegen het inkrimpen van de veestapel, volgens velen noodzakelijk om de voedingsstoffen die via mest uitstromen in het water te verminderen. ‘Inkrimpen lost het probleem niet op. Je haalt enkel de noodzaak weg om verder te verduurzamen. En je verplaatst het probleem naar het buitenland. Als je inzet op krimp ga je voorbij aan de goede landbouwpraktijk die door veel boeren wordt ondernomen.'

Een papieren werkelijkheid

In Den Haag is men druk bezig de toekomst te kneden. De KRW heeft namelijk een uitzonderingsregel, regel 32, voor zogeheten ‘kunstmatige waterlichamen’ en ‘sterk veranderde waterlichamen’. Op voorwaarde ‘dat alle haalbare maatregelen worden genomen om de negatieve gevolgen te beperken’ hoeven deze dan niet te voldoen aan de KRW-richtlijnen.

De waterschappen, verenigt in het kenniscentrum STOWA, rekenen zich in hun beheerplannen een weg uit de crisis, door definities aan te passen. ‘Nederland heeft zo’n 98% van haar water aangemerkt als ‘kunstmatig water’ of ‘sterk veranderd water’, daarvoor gelden lagere kwaliteitsnormen’, zegt PBL-onderzoeker Van Gaalen. ‘Die zijn makkelijker te behalen.’

Veel 'natuurlijk' water heeft Nederland niet, en de tactiek valt ook keurig binnen de grenzen van wat mag. Maar zo creëert Nederland wel een ‘papieren werkelijkheid’, zegt WNF ’er Bas Roels. ‘Daar bereik je niks mee. Het water is er niet bij gebaat. De regels zijn er niet voor zichzelf, maar voor de natuur. Al dat gedoe op papier is uiteindelijk onhoudbaar. Je schuift echte ingrepen alleen maar vooruit naar de toekomst.’

Drinkwater zuiveren steeds duurder

Goede waterkwaliteit is niet alleen belangrijk voor de natuur. Ook drinkwater wordt gewonnen uit het oppervlaktewater van de grote rivieren (40%) en ondergrondse bronnen en putten (60%). Nederlands drinkwater is veel zuiverder dan elders in Europa,  maar dat komt niet door de goede kwaliteit van het oppervlaktewater, zegt Peter van der Velden, voorzitter van drinkwatervereniging VEWIN. ‘We zuiveren hier enorm goed.’ Van der Velden is ook ongerust over de beroerde kwaliteit van het oppervlaktewater. Naast meststoffen duiken ook steeds meer ‘nieuwkomers’ op: PFAS, microplastics en medicijnresten. ‘Als die vervuiling niet wordt gestopt, wordt zuiveren kostbaarder en moeilijker’, zegt hij. 

Ook VEWIN vindt dat de landelijke ambities veel te laag liggen. Het politieke gesteggel over dreigende boetes kan hem niet zo interesseren. ‘Het gaat niet om die rechtszaken, rapportageverplichtingen en rapporten. Veel belangrijker is de kwaliteit van het drinkwater zelf. Kijk maar eens over de grens. Daar is makkelijk te zien wat het betekent als je geen goed drinkwater hebt. Dat heeft invloed op de volksgezondheid, het vestigingsklimaat, enzovoorts. De voorbeelden zijn legio. Een beschaafd en welvarend land als Nederland zou dit niet moeten willen.'

In een eerdere versie van dit artikel stond vermeld dat voor Natuurmonumenten de optie van een rechtsgang naar de bestuursrechter ‘zeker op tafel ligt’. Dit is aangepast, omdat Natuurmonumenten wil afwachten tot de stroombeheerplannen definitief zijn. Dat gebeurt op 22 november, dan gaan de plannen naar de Tweede Kamer. Verder is de quote ‘zo vermijd je boetes’ weggehaald achter de uitspraak ‘die zijn makkelijker te behalen’ van PBL-onderzoeker Frank Van Gaalen. Dit was geen letterlijke quote van Van Gaalen.