Journalisten merken nog weinig van de beloofde nieuwe transparante bestuurscultuur in Nederland. Dat zegt de Vereniging van Onderzoeksjournalisten zaterdag in Argos. Ambtenaren met wie op basis van anonimiteit is gesproken, beamen dit: ‘Het idee wordt wel verkondigd, maar het wordt niet daadwerkelijk gedragen. Wel woorden, geen daden’.

In april en mei leek het even de goede kant op te gaan met de naleving van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob), na beloftes over een nieuwe en vooral opener bestuurscultuur, maar inmiddels gaan ministeries en grote gemeenten op oude voet verder. Dat zegt NRC-journalist Jorg Leijten, namens de Vereniging van Onderzoeksjournalisten (VVOJ). ‘Een enkeling probeert het wel, in gesprekken met Wob-ambtenaren merk je dat ze soms wel willen, maar dan wordt er hogerop anders over gedacht.’

Volgens Leijten  - lid van de werkgroep van de VVOJ die zich bezighoudt met de Wob - staat de openbaarheid van overheidsinformatie al langer onder druk. ‘In vergelijking met tien jaar geleden werkt de Wob nu veel slechter. Er wordt meer gelakt, termijnen worden massaal overschreden en je proeft op veel plekken dat ambtenaren meer gericht zijn op het beschermen van het eigen belang - en dat van een bestuurder - dan op het naleven van de wet en werkelijk transparant zijn.’ 

Leijten stelt dat dit leidt tot minder enthousiasme over het gebruik van de Wob, waarmee burgers en dus ook journalisten informatie van de overheid kunnen vragen. ‘En dat is jammer, want het kan één van de nuttige tools zijn waarmee een journalist zijn werk doet. Voor transparanter en beter beleid ten aanzien van openbaarheid is naast betere wetgeving ook een cultuurverandering nodig onder ambtenaren en bestuurders.’ Leijten denkt dat zonder deze cultuurverandering de onlangs door het parlement aangenomen opvolger van de Wob - de Wet open overheid - vooral ‘oude wijn in nieuwe zakken’ zal zijn.

Nieuwe bestuurscultuur

In Argos gaat het zaterdag over hoe de nieuwe bestuurscultuur van de grond komt, zoals die na de toeslagenaffaire en het daaropvolgende aftreden van het kabinet werd toegezegd. ‘Signalen dat het ergens niet goed gaat, moeten veel sneller naar boven komen’, zei premier Mark Rutte bijvoorbeeld in zijn toespraak waarin hij het aftreden bekendmaakte. ‘Waar het gaat om de informatie naar de Kamer maar ook naar journalisten, willen wij dingen fundamenteel veranderen.’

Niet alleen journalisten zeggen dat het nog niet opschiet met die nieuwe openheid. Argos sprak op basis van anonimiteit met ambtenaren* die voor hun werk te maken hebben met de Wob, om te horen hoe er achter de schermen wordt gekeken naar informatieverzoeken van burgers en journalisten. Een medewerker bij een uitvoeringsinstantie: ‘De afgelopen tijd zijn mensen in mijn organisatie veel voorzichtiger met wat er op papier wordt gezet. Gevoelige thema’s worden mondeling besproken en komen vervolgens ook niet in de notulen terecht. En in interne memo’s staat steeds vaker een zinnetje als: ‘deze alinea moet geschrapt worden in verband met eventueel Wob-verzoek’. Allemaal uit angst om te negatief in het nieuws te komen. Dat is echt iets van het laatste jaar.’

Wel woorden, geen daden

Een andere ambtenaar, eerder werkzaam als Wob-jurist, zegt dat het voorheen makkelijker was om informatie openbaar te maken. ‘De sfeer was destijds: de wet is de wet, en die moeten we uitvoeren. Dat is de laatste tijd aan het veranderen. Je merkt dat de top van het departement beter wil weten welke informatie precies naar buiten gaat. Daardoor wordt je professionele ruimte kleiner. Ineens komen er collega’s naar je toe die zich ermee gaan bemoeien, die er iets van vinden, die gaan meedenken over welke informatie wel of niet naar buiten kan. Dan wordt je werk lastiger.’ 

De achterliggende oorzaak is volgens hem een hang naar controle. ‘Omdat ze bang zijn, een soort vrees hebben, wantrouwen hebben naar de buitenwereld toe. Niet omdat er altijd iets te verbergen valt. Het is meer angst voor gedoe. Bijvoorbeeld dat er een artikel in de media verschijnt. Een artikel dat de voorpagina’s haalt. Dan is het hier net een kippenhok. Het fladdert allemaal alle kanten op: hoe heeft dit kunnen gebeuren? Die sfeer ontstaat dan.’ Hij constateert: ‘Dit alles staat haaks op de oproep van Rutte. Daar zie ik dan ook nog niets van terug. Het idee wordt wel verkondigd, maar het wordt niet daadwerkelijk gedragen. Wel woorden, geen daden.’ 

Vertrouwelijkheid

Een derde ambtenaar benoemt dat Wob-verzoeken veel tijd kosten: ‘Ik geloof dat ambtenaren die zich voor de publieke zaak inzetten het helemaal niet vreemd vinden dat die informatie met het publiek wordt gedeeld. Je zet je niet voor niets in voor de publieke zaak. Maar bijvoorbeeld een Wob-verzoek is wel heel tijdrovend. Vooral om dat zorgvuldig te doen. Je moet het naast je gewone werk doen, dus je vraagt je soms af: hoe gaan we dit goed afhandelen?’ 

Deze ambtenaar benadrukt ook het belang van vertrouwelijkheid. ‘Het ambtenarenwerk bestaat eruit dat je de minister adviseert. Dat betekent dat je de voors en tegens met een minister bespreekt. Argumenten en scenario’s op tafel legt. Ook scenario’s die het uiteindelijk niet halen. En er kunnen discussies plaatsvinden met mensen binnen het ministerie. Of met mensen uit het veld. Daarbij is transparantie belangrijk. Maar vertrouwelijkheid ook. Vertrouwelijkheid is nodig om je werk in een zekere vrijheid te kunnen doen.’

Black box

Argos sprak ook met oud-topambtenaar Roel Bekker, voormalig secretaris-generaal van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. ‘De manier waarop de overheid zichzelf geheimhoudt, is niet goed’, vindt hij. ‘Twintig jaar geleden had je nog gewoon de Staatsalmanak. Daarin kon je opzoeken welke ambtenaar wat deed. Nu is de overheid een black box geworden. Zelfs voor mij. Ik kan makkelijker een Australische ambtenaar te pakken krijgen dan een Nederlandse. Ik verwacht dat we in de toekomst veel minder nota’s naar de minister zullen sturen. En als er nota’s geschreven worden, dan alleen onder de naam van de secretaris-generaal. Namen van lagere ambtenaren staan daar straks niet meer onder. En natuurlijk komen er wél veel ‘non-papers’ en conceptnota's. Want die hoef je niet naar buiten te brengen. Stukken blijven dus zo lang mogelijk hangen in de ‘conceptfase’.’

*namen en functies worden niet genoemd omdat deze ambtenaren geen toestemming hebben om met de pers te praten, maar zijn bekend bij de eindredactie

Zelf een wob-verzoek indienen?

Iedere burger mag een wob-verzoek indienen en het is nog eenvoudig ook. Volg hieronder de stappen in de Wob-generator van de VVOJ, en vraag zelf om documenten over een thema waar volgens u meer duidelijk over moet worden.