Zakendoen in China kan riskant zijn: door de sterke mate van staatsinvloed kunnen kennis en technologie zomaar in handen komen van het Chinese leger of ingezet worden voor de onderdrukking van de Oeigoeren in Xinjiang. Terwijl Chinese investeringen in Europa steeds vaker streng worden gecontroleerd op ongewenste kennisoverdracht en staatsinvloed, bestaat er geen vergelijkbaar mechanisme voor samenwerkingen tussen Europese en Chinese bedrijven en investeringen in China — met alle risico’s van dien.

Op een klein bedrijventerrein vlak buiten ‘s Hertogenbosch rijden vrachtwagens af en aan om servers en serveronderdelen te leveren aan Super Micro Computer B.V. Het bedrijf is onderdeel van Super Micro Computer Inc., een Amerikaanse techgigant uit Silicon Valley die voornamelijk servers produceert voor bedrijven als Apple en Amazon. De Nederlandse bv is een belangrijke schakel voor het Amerikaanse concern: vanuit Brabant regelt het de verkoop in Europa, het Midden-Oosten en Afrika én wordt er sinds 2016 via een ‘joint venture’ geïnvesteerd in een samenwerking met een Chinees telecombedrijf: Fiberhome Telecommunication Technologies Co., Ltd. Maar: vorig jaar zette de Amerikaanse overheid Fiberhome op een zwarte lijst met bedrijven die mogelijk betrokken zijn bij mensenrechtenschendingen en het onderdrukken, opsluiten en bespioneren van Oeigoeren in Xinjiang — een Chinese provincie waar volgens de Tweede Kamer een genocide plaatsvindt. Export naar bedrijven die op deze lijst staan vereist een speciale vergunning van de Amerikaanse overheid.

Argos analyseerde data van 1100 bedrijven

Super Micro Computer B.V. is één van de ruim 1100 Nederlandse bedrijven die momenteel een dochteronderneming of joint venture in China hebben. Dit blijkt uit gegevens die Argos ontving van Datenna, een onderzoeksbureau uit Eindhoven dat zich specialiseert in het vergaren van economische data uit China. Gezamenlijk hebben zij op het moment van schrijven ruim 16 miljard euro in China geïnvesteerd, wat Nederland de op een-na-grootste investeerder in China van Europa zou maken. Alle investeerders hebben een vestiging in Nederland, maar dat betekent niet dat alle bedrijven ook van origine Nederlands zijn. In de lijst zien we bijvoorbeeld ook regelmatig buitenlandse multinationals als Fiat Chrysler, Shin-Etsu (chemicaliën) en Pirelli via Nederland voor hoge bedragen in China investeren.

Al struinend door de data stuitten we op investeringen in op het eerste gezicht onschuldige sectoren als de horeca en toerisme én op geavanceerdere samenwerkingen die op geopolitiek en economisch vlak voor China van enorm belang zijn, zoals halfgeleiders (chips), medische technologie, zaadveredeling en communicatietechnologie. Argos onderzocht waar de Nederlandse investeringen in China precies terechtkomen en of Nederlandse bedrijven wel altijd de juiste afweging maken tussen economische belangen en risico’s op mensenrechtenschendingen.

klik op 'open' voor meer informatie

Volgens China-analist Joris Teer van het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS) is er nog niet voldoende aandacht voor Europese investeringen in en samenwerkingen met China. ‘Vanaf 2019 classificeert de Europese Unie China als een “systeemrivaal” omdat het land een niet-democratische bestuursvorm promoot. Tegelijkertijd verslechterde de mensenrechtensituatie. Ook spelen zorgen over China’s razendsnelle militaire modernisering steeds nadrukkelijker een rol na een conflict met India waarbij doden vielen in 2020 en intimidatiepogingen tegen Taiwan.’

Eind 2020 lanceerde de Europese Unie een screeningsmechanisme om investeringen van buiten de unie in kaart te brengen en ongewenste technologieoverdracht bij lidstaten hoog op de agenda te zetten. ‘In 2018 kocht een Chinees bedrijf waarop de staat vergaande invloed heeft nog een Italiaanse militaire-dronefabrikant op,’ zegt Teer. ‘Dit jaar heeft de regering Draghi al twee keer de “Golden Power-wet” gebruikt om een overname door een Chinese partij te blokkeren. Buitenlandse investeringen staan op de kaart. Maar hoe voorkomen Europese overheden dat ongewenste technologieoverdracht niet alsnog plaatsvindt via joint-ventures en universitaire samenwerkingen?’

De ‘Oeigoerse Autonome Regio Xinjiang’ is een provincie in het noordwesten van China die qua oppervlakte bijna 40 keer zo groot is als Nederland. ‘Volgens de officiële Chinese cijfers bestaat de bevolking van bijna 26 miljoen inwoners voor ongeveer 45 procent uit Oeigoeren. Zij worden zwaar onderdrukt door de Chinese overheid,’  zegt Stijn Deklerck, coördinator van het China-programma bij Amnesty International Nederland. ‘Sinds 2017 zijn er naar schatting honderdduizenden mensen, misschien wel een miljoen of meer, willekeurig opgesloten in detentiekampen in Xinjiang. De afgelopen jaren is de regio verworden tot een hel van ongekende omvang. Er is sprake van door de Chinese staat georganiseerde gevangenneming, marteling en vervolging van Oeigoeren en andere voornamelijk islamitische etnische groepen. De Chinese overheid wil dat deze mensen hun eigen taal en cultuur afleggen en zich gaan gedragen als een zogenaamde modelburger die compleet loyaal is aan de Communistische Partij, enkel Mandarijn Chinees spreekt en ongelovig is. ’

In 2014 vielen er tientallen doden in China bij een serie terroristische aanslagen. Volgens de Chinese regering waren de daders extremistische Oeigoeren en in 2017 sloeg China hard terug met ‘heropvoedingskampen’. Volgens China is er geen sprake van mensenrechtenschendingen in Xinjiang en zijn de kampen bedoeld om armoede en terrorisme in de regio tegen te gaan.

Bij de onderdrukking van de Oeigoeren maakt de Chinese staat volgens Deklerck gebruik van ‘een enorm systeem van surveillance’. ‘Mensen worden 24/7 gecontroleerd en gevolgd. Alles wat je zegt en doet kan worden opgenomen of afgeluisterd. Overal hangen camera’s met gezichtsherkenning; mensen moeten hun DNA-materiaal afstaan; de politie voert constant controles uit. Er is ook een heel systeem van zogenaamde homestays waar mensen van de Communistische Partij intrekken bij families van etnische groepen om hen in de gaten te houden.’

Amerikaanse maatregelen

Ook Chinese bedrijven dragen bij aan het surveillance-apparaat in Xinjiang. Één van die bedrijven is Fiberhome, de zakenpartner van het Brabantse Super Micro Computer. In 2019 ontdekte Raymond Zhong, journalist van de New York Times, dat een dochterbedrijf van Fiberhome een surveillance-app ontwikkelde om de telefoons van reizigers naar Xinjiang te doorzoeken op mogelijke islamitische teksten of andere verdachte documenten. ‘China heeft West-Xinjiang omgevormd tot een politiestaat die zijn gelijke niet kent, gebruikmakend van high-tech surveillance en enorm veel mankracht om de regio’s voornamelijk islamitische minderheid in de gaten te houden en aan zich te onderwerpen,’ zegt Zhong.

In 2020 volgen Amerikaanse maatregelen tegen de Fiberhome Technology Group en acht ‘aliasen’, waaronder Fiberhome Telecommunication Technologies, de partner van Super Micro Computer B.V.. Zhong zegt dat hij geen andere reden kan verzinnen voor de Amerikaanse maatregelen dan de activiteiten waarover hij een jaar eerder berichtte. We vragen het Amerikaanse ministerie van Economische Zaken, de instantie die verantwoordelijk is voor exportcontroles, om een reactie. Zij wensen geen commentaar te geven op de vraag waarom Fiberhome op de zwarte lijst is geplaatst.

Door de Amerikaanse maatregelen moet de Brabantse bv stoppen met de directe verkoop van producten aan de joint venture. Wel blijven ze met een aandeel van 30 procent investeerder in de joint venture die servers blijft produceren voor Fiberhome. De andere 70 procent van de aandelen is in handen van Fiberhome, een percentage dat in China hoog genoeg is om ‘unaniem’ beslissingen te nemen.

Ook na de plaatsing op de Amerikaanse zwarte lijst blijft Fiberhome actief in Xinjiang. Via het gezamenlijke bedrijf met het Brabantse Super Micro Computer wint het in november zelfs een aanbesteding voor een levering van servers aan de Xinjiang Production and Construction Corps, ook wel bekend als de Xinjiang Bingtuan: een bestuursorgaan van de Chinese overheid dat in verband wordt gebracht met de onderdrukking van Oeigoeren en het opbouwen van een surveillance-systeem dat bewoners van Xinjiang dag en nacht probeert te volgen. Dit ontdekken we op een Chinese website voor zakelijke dienstverlening, te vergelijken met het Amerikaanse Bloomberg. De lading servers zijn voor ‘publieke veiligheidsdoeleinden’, staat op de website; de aankoop moet nog officieel worden bevestigd. Het valt niet te achterhalen om welk type servers het gaat. Wel worden op de website van de joint venture krachtige servers voor kunstmatige intelligentie aangeboden zoals de Fitserver G2660 V5, die volgens Fiberhome onder andere in kan worden gezet voor gezichtsherkenning.

De samenwerking tussen Super Micro Computer en Fiberhome in vier stappen

Vanuit een Brabants bedrijventerrein verkoopt Super Micro Computer computertechnologie, voornamelijk servers, op veel plekken in de wereld.
Ook werkt Super Micro Computer samen met een omstreden telecombedrijf uit China: Fiberhome Telecommunication Technologies. In 2016 startte het een 'joint venture' met Fiberhome om zo producten te kunnen verkopen in China. In ruil voor toegang tot de Chinese markt stelt het Brabantse bedrijf kennis en technologie ter beschikking.
In 2020 komt de Chinese partner Fiberhome op een Amerikaanse zwarte lijst te staan vanwege vermeende betrokkenheid bij mensenrechtenschendingen en onderdrukking van Oeigoeren in de Chinese provincie Xinjiang.
Na de maatregelen worden producten niet meer direct verkocht aan Fiberhome. Maar de samenwerking tussen Nederland en China blijft bestaan. In november 2021 wint het gezamenlijke bedrijf zelfs een aanbesteding voor levering van servers voor de Xinjiang Production and Construction Corps, een bestuursorgaan van de Chinese overheid dat in verband wordt gebracht met de onderdrukking van Oeigoeren en het opbouwen van een surveillance-systeem dat bewoners van Xinjiang dag en nacht probeert te volgen.

Net als Fiberhome staat de Xinjiang Bingtuan op de Amerikaanse zwarte lijst vanwege ‘het deelnemen of accepteren van dwangarbeid’ in Xinjiang. Ook staat de Bingtuan op de Europese sanctielijst voor het organiseren van ‘detentiecentra in Xinjiang’, ‘serieuze mensenrechtenschendingen’ en hun ‘vernederende behandeling van de Oeigoeren en andere islamitische minderheden in Xinjiang.’

Volgens Rob Bauer, hoogleraar Institutionele Beleggers aan de universiteit in Maastricht, stinkt de samenwerking tussen Super Micro en Fiberhome dan ook 'zeven meter tegen de wind in'. 'Het lijkt erop dat Nederland hier gebruikt wordt om de Amerikaanse sanctiebeleid te omzeilen. Ik zou denken dat ook joint ventures hier niet voor mogen worden gebruikt, ook al is het via Nederland.’

Frank Slijper, wapenhandelexpert van vredesorganisatie PAX, ziet dat de mensenrechtensituatie in China meer dan zorgwekkend is. ‘Daarom is het juist zo belangrijk dat Nederland niet betrokken is bij het faciliteren daarvan.’

De verantwoordelijkheid om te zoeken naar rotte appels

De Nederlandse overheid heeft een verplichting om internationaal erkende mensenrechten te respecteren en inbreuken daarop te helpen voorkomen. Nederland heeft namelijk de handtekening gezet onder VN-verdragen over mensen- en arbeidsrechten. Bovendien is Nederland lid van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), dat vergelijkbare richtlijnen hanteert als de VN. Voor individuele bedrijven geldt er in deze verdragen geen verplichting, maar wel een verantwoordelijkheid om alles te doen om risico’s op mensenrechtenschendingen binnen hun gehele keten te voorkomen, te beperken en/of te compenseren.

Ook in het geval van Super Micro Computer B.V. moet er volgens Deklerck van Amnesty International door het bedrijf goed onderzoek gedaan worden om te voorkomen dat het betrokken raakt bij mensenrechtenschendingen. ‘Als een Nederlands bedrijf ook maar iets wilt ondernemen in Xinjiang, dan moet het zich bewust zijn van de enorme mensenrechtenrisico’s. En zeker als het gaat over zaken met de Bingtuan. Ongeacht wat je ook met hen doet. Het is een paramilitaire entiteit die een speciale rol krijgt toebedeeld in de bestrijding van wat de Chinese overheid “terrorisme” noemt en die een eigen netwerk beheert van detentiekampen en gevangenissen.’

Argos heeft een reeks vragen voorgelegd aan Super Micro Computer B.V. en Fiberhome, onder andere over hoe het bedrijf de VN en OESO-richtlijnen in de samenwerking met China heeft toegepast. Die vragen blijven onbeantwoord. In een algemene reactie laat het Amerikaanse moederbedrijf Super Micro Computer Inc weten dat ze niet kunnen ingaan op details, maar wél kunnen aangeven dat ze zich houden aan alle internationale wet- en regelgeving. Super Micro Computer geeft aan te beseffen dat het als bedrijf een verantwoordelijkheid heeft om internationale principes van mensenrechten te ondersteunen en stelt dat het zich committeert aan de VN- en OESO-richtlijnen op gebied van ketenverantwoordelijkheid. Op de vraag hoe Super Micro Computer deze principes in China toepast, geeft het bedrijf geen antwoord. Ook niet nadat we een tweede keer om commentaar vragen. Van Fiberhome ontving Argos geen enkele reactie.

‘Joint ventures van Nederlandse bedrijven in China zijn lang een blinde vlek geweest’

In een reactie op vragen van Argos geeft het ministerie van Buitenlandse Zaken aan niet te registreren welke Nederlandse bedrijven in China investeren, met uitzondering van producten en diensten waar een exportvergunning voor nodig is. Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat houdt via een ‘investeringstoets’ bij of Chinese bedrijven in de Nederlandse telecom en energiesector investeren, maar niet in welke Chinese sectoren Nederlandse bedrijven investeren.

Volgens Frank Slijper, wapenhandelexpert van vredesorganisatie PAX is het gek dat er een mechanisme ontbreekt voor investeringen in landen als China. ‘Waar op het gebied van de export van potentieel gevoelige goederen wel van alles mogelijk is om die aan banden te leggen wanneer mensenrechten in het geding zijn, blijven investeringen kennelijk ongemoeid, tenzij Amerikaanse sancties dreigen.’

We hebben onze bevindingen voorgelegd aan Ruben Brekelmans, woordvoerder Buitenlandse Zaken voor de VVD in de Tweede Kamer: ‘Joint ventures van Nederlandse bedrijven in China zijn lang een blinde vlek geweest. We zien nu dat de Chinese staat deze joint ventures kan gebruiken voor toegang tot strategische kennis en technologie. We moeten voorkomen dat China hiermee mensenrechten schendt en haar militaire capaciteiten versterkt. Daarom moeten we scherp tegen het licht houden of de huidige regels voldoende zijn om ongewenste investeringen in China te voorkomen. Noodzakelijke aanscherpingen moeten we regelen in Europees verband, waarbij Nederland een voortrekkersrol kan nemen.’

bekijk ook