Staatssecretaris Van der Burg doet deze zomer een dringend beroep op alle gemeenten van Nederland om asielzoekers op te vangen: ‘Want als gemeenten die extra opvang de komende tijd niet leven, dan loopt het vast.’ Het aanmeldcentrum in Ter Apel is overvol, maar gemeenten staan niet te springen om opvang te bieden. De mogelijke komst van een asielzoekerscentrum in de buurt zorgt in het land geregeld voor onrust.

Wanneer de gemeente Steenbergen bij haar inwoners wil peilen of zij openstaan voor opvang van asielzoekers in hun gemeente, ontstaat er onrust. Samen met de toenmalige locoburgemeester en andere betrokkenen uit Steenbergen kijken we terug. Welke rol speelt de landelijke politiek? En hoe worden lokale protesten landelijk nieuws?

Een proactieve gemeente

‘Is Steenbergen een gemeente die asielzoekers opvangt?’ vraagt oud-raadslid Dasja Abresch aan de zaal tijdens een inspraakavond over de komst van een AZC in Steenbergen. Als in 2015 het aantal asielaanvragen in Nederland snel toeneemt, wordt de druk op gemeenten om opvang te organiseren steeds groter. Steenbergen besluit met een inspraakavond bij haar inwoners te peilen of zij open zouden staan voor opvang in hun gemeente. 

‘Wij wisten natuurlijk dat asielzoekers opgevangen moesten worden in de verschillende gemeenten en dat de kans bestond dat we een verzoek zouden krijgen om een AZC op te richten,’ vertelt Cors Zijlmans, destijds locoburgemeester van Steenbergen. Aan de burgemeester is nooit gevraagd om een AZC te realiseren. ‘De gemeente is daarin verbijsterend proactief geweest,’ zegt oud-raadslid Abresch. Zij was destijds vóór de opvang van asielzoekers in Steenbergen.

Lopend vuurtje

De vraag van de gemeente leidt onmiddellijk tot grote onrust. ‘Heel Nederland was hiermee bezig in die tijd,’ zegt Abresch. ‘Op veel plaatsen gebeurden zaken die niet per se de beste kant van de gemeente lieten zien. Denk aan de ophef in het Drentse dorpje Oranje, wat vlak daarvoor was gebeurd. Iedereen was heel erg op z'n qui-vive, denk ik.’

Een deel van de inwoners van Steenbergen denkt dat er al concrete plannen zijn voor een AZC. Dit gerucht verspreidt zich snel in de 'wandelgangen', vertelt Abresch. ‘Het ging als een lopend vuurtje. Mensen dachten, er komt een AZC. Daarmee ontstond bij een aantal mensen gelijk de behoefte om er iets aan te doen.’ De emoties rondom het misverstand lopen hoog op en de ophef wordt op de voet gevolgd door de media.

Cors Zijlmans

Cors Zijlmans

Burgemeesters uit Steenbergen, Oranje, Katwijk en Oldebroek kijken in Argos Medialogica terug op de protesten tegen asielzoekers in hun gemeente en de mediadynamiek rondom dit thema.

De mogelijke komst van een asielzoekerscentrum (AZC) naar een gemeente leidt geregeld tot maatschappelijke ophef. Zoals afgelopen zomer gebeurde rond het ‘asielhotel’ in Albergen. Gemeentebestuurders die instemmen met de komst van een AZC kunnen rekenen op protesten en bedreigingen. 

Wat is het effect van media-aandacht op het openbaar bestuur in een gemeente waar mogelijk een asielzoekerscentrum komt? Argos Medialogica zoekt het uit in Asielpaniek.

‘Het gaat een eigen leven leiden’

Geert Wilders verschijnt in die tijd veel in gemeenten waar wordt gesproken over de opvang van asielzoekers. Hij bezoekt tot op de dag van vandaag bijeenkomsten waar de mogelijke komst van een AZC wordt besproken. In 2015 kondigt hij aan in Steenbergen te komen flyeren. Hij komt uiteindelijk niet vanwege verplichtingen in Den Haag.

Toch zijn vanaf dit moment ook landelijke media in Steenbergen aanwezig. Ze spreken over ‘een uit de hand gelopen discussie in Brabant’. Een braakliggend terrein waar het AZC zou komen, krijgt veel aandacht. ‘We hebben gezegd dat het daar zou kunnen maar nooit gezegd dat het daar ook komt,’ zegt burgemeester Zijlmans. Plannen voor de bouw van een AZC waren er niet. ‘De media springt er bovenop en zenden van die kale vlakte beelden uit. Zo ver waren we niet eens. Het gaat een eigen leven leiden.’

Lokaal nieuws wordt nationaal nieuws

Hoogleraar Rens Vliegenthart houdt zich bezig met de invloed van mediaberichtgeving op kiezers en politiek. ‘Je ziet een interessante dynamiek ontstaan waarbij lokaal nieuws nationaal nieuws wordt gemaakt. Een bekende politicus zegt: “Dit is belangrijk. Ik ga me hiermee bemoeien. Ik ga hier zijn.” En het maakt niet eens zoveel uit of zo iemand er dan daadwerkelijk is.’

‘Zo'n lokale gebeurtenis wordt veel prominenter en krijgt ook een soort voorbeeldfunctie. Mensen gaan denken: “Als dat daar zo is, zal het op andere plekken ook wel zo zijn. Een relatief kleine bijeenkomst - het ging maar over één asielcentrum op één plek - krijgt zo een enorme nationale waarde. Het gaat voor veel meer staan dan voor alleen de lokale ontevredenheid die in beeld gebracht wordt,’ legt Vliegenthart uit. 

‘Er gebeurde elke dag wel wat,’ verzucht Abresch. ‘Het nieuws begon in een lokaal of regionaal blad of op de regionale omroep, en vervolgens ging dat landelijk door.’

“Daar moet een piemel in”

Tijdens de informatieavond over asielopvang in Steenbergen loopt het uit de hand. Vooraf wordt een noodverordening uitgestuurd. ‘Als ik het me goed herinner, kwamen er berichten dat extreemrechtse partijen vanuit de randstad zich met de zaak gingen bemoeien en dat die ook zouden komen,’ vertelt Abresch. 

‘Ik zag achter mij in de zaal allemaal mensen die duidelijk kwamen om te protesteren, maar ook mensen die oprecht geïnteresseerd waren. Iedereen was ongemakkelijk.’ Abresch neemt het podium om uit te spreken dat zij wél vindt dat Steenbergen een plaats is om asielzoekers op te vangen. ‘Veel mensen in de zaal kenden me en wisten wat mijn boodschap was. De zaal werd rumoerig. Na mijn verhaal ging het natuurlijk los, met boegeroep en handbewegingen.’

Abresch vertelt bezorgd in haar toespraak dat anderen al niet meer voor een mening uit durven te komen, uit angst voor agressie en represailles. Ondertussen schelden en joelen meerdere toeschouwers. Luidkeels roepen ze: “Daar moet een piemel in.” Abresch moet onder politiebegeleiding de zaal verlaten. ‘Ik werd in een geblindeerde politieauto afgevoerd. Het was zo onwezenlijk, lachwekkend bijna.’

‘Een noodverordening, de politie die moet ingrijpen, wegen die worden afgezet, en ik dacht: potverdorie, het is ons finaal uit de vingers geglipt,’ blikt voormalig locoburgemeester Zijlmans terug. ‘Iedereen kende Steenbergen plotseling. Ik zie nu nog steeds van tijd tot tijd die beelden terugkeren als er iets gebeurt op dat gebied. Dat doet toch pijn. Ik heb er nog steeds moeite mee als ik oude beelden uit de media zie. Kijk, protesteren mag, maar met de manier waarop heb ik veel moeite mee. Als we dit tevoren hadden geweten, hadden we het misschien op een andere manier gedaan. Die avond werd helemaal gekaapt. Het liep uit de hand.’

Uiteindelijk is er geen asielzoekerscentrum in Steenbergen gekomen.