Sinds asielzoekers buiten de poorten van Ter Apel sliepen, staat het aanmeldcentrum in het centrum van media-aandacht. In de opvanglocatie van Ter Apel gelden de privacyregels van het Centraal orgaan Opvang Asielzoekers (COA): asielzoekers mogen niet herkenbaar in beeld worden gebracht. Maar eenmaal buiten de hekken mogen journalisten asielzoekers in principe vrijuit interviewen, fotograferen en filmen - met een vertekend beeld tot gevolg.

‘Veel asielzoekers schamen zich voor hun situatie. Daarom willen ze vaak niet op te foto.’ Maaike Borst schrijft voor Dagblad van het Noorden, de laatste maanden uitsluitend over de situatie in Ter Apel. Al maanden probeert ze tevergeefs toegang te krijgen tot het afgesloten deel van COA in Ter Apel. Één keer mocht ze meekijken in de opvang van alleenstaande minderjarigen, zonder beeldmateriaal te maken. En verder sprak ze, net zoals veel van haar collega’s, tot nu toe bovenal met mensen die buiten overnachtten: ‘vrijwel allemaal jonge mannen - terwijl de vrouwen en kinderen binnen verblijven.' 

Maaike Borst herinnert zich nog goed de ene keer dat zij samen met collega’s buiten het opvangcentrum een aantal kinderen had gefotografeerd. Het was een chaotische dag: de poort was dichtgegaan voor nieuwe asielzoekers. Mensen huilden, probeerden over de hekken te klimmen. Borst ging langs met het videoteam van haar krant. In die chaos maakten ze foto’s van kinderen - close up - zonder toestemming te vragen aan hun ouders. Eén van die foto’s gebruikte het videoteam vervolgens voor een artikel. 

Die nacht schrok Borst wakker. ‘Ik dacht: kan dit eigenlijk wel?’ De volgende dag had ze het erover ze met de woordvoerder van het COA. ‘Zij had er wel moeite mee dat we dat gedaan hadden.’ Maar waar artikelen over Ter Apel normaal slecht gelezen werden, gebeurde hier het tegenovergestelde. ‘Het artikel met de foto van die kinderen ineens wél vaak aangeklikt. Dan zie je toch het effect van zo’n beeld.'

Een manager van het COA gaf later zelfs toe blij te zijn dat Dagblad van het Noorden de foto van die kinderen had gebruikt, vertelt Borst. Als tegenwicht voor het vertekende beeld dat er alleen maar mannen verblijven in Ter Apel. 'En omdat zo'n beeld van kinderen meer aandacht oplevert voor het probleem.'

Het belang van een gezicht

‘Mensen hebben persoonlijke verhalen nodig om zich te kunnen identificeren’, zegt Marlou Schrover, hoogleraar migratiegeschiedenis aan de Universiteit Leiden. Schrover ziet dat, afhankelijk van het doel, verschillende partijen asielzoekers en vluchtelingen op een andere manier in beeld brengen.

Wie angst wil opwekken, brengt vooral grote groepen in beeld. ‘Het liefst mannen: onderweg in bootjes, te voet in het bos of in lange rijen. En - helaas - vooral zwarte mannen. Deze beeldvorming creëert een gevoel van oncontroleerbaarheid of zelfs dreiging.’ 

Iedereen die een asielprocedure wil starten in Nederland, moet zich aanmelden bij het centrum in Ter Apel. Hier vindt het zogenoemde aanmeldgehoor plaats, worden vingerafdrukken afgenomen en paspoortgegevens geregistreerd. Het idee is dat het centrum een doorgeefluik is, en dat mensen binnen een dag worden doorgestuurd naar een andere locatie. ‘Maar veel mensen blijven langer in deze opvang, door een tekort aan IND-ambtenaren en tolken om de verhoren uit te voeren,’ vertelt Schrover, ‘Daarnaast waren er tot voorkort vier aanmeldcentra: in Schiphol, Rijsbergen, Zevenaar en Ter Apel. De afgelopen jaren zijn de eerste drie wegbezuinigd, waardoor alleen Ter Apel nog overbleef.’

Ook media dragen onbedoeld bij aan deze negatieve beeldvorming, duidt Schrover. Als voorbeeld verwijst ze hoe in de jaren ‘80 verschillende media schreven over Tamils: ‘Als jonge mannen die onder bescherming van de duisternis de grens overstaken. Mede als gevolg daarvan was het draagvlak voor deze groep in Nederland erg laag.’

Het tegenovergestelde is ook waar, vervolgt Schrover. Juist persoonlijke verhalen kunnen een verschil maken in draagvlak voor vluchtelingen. ‘Op abstract niveau vinden veel mensen: we kunnen niet iedereen hier huisvesten. Maar zodra het concreet wordt - en vluchtelingen een gezicht krijgen - vinden veel mensen een restrictief beleid moeilijker te verantwoorden.’ Schrover ziet hoe organisaties zoals NGO’s daarop inspelen: om medelijden of begrip op te wekken, portretteren ze vluchtelingen met naam en gezicht. ‘En het liefst laten ze vrouwen en kinderen aan het woord.'

De invloed van beeldĀ 

NGO’s proberen bewust begrip op te wekken voor vluchtelingen, maar hoe zit dat met media? Ook voor journalisten is het belangrijk om mensen te portretteren. Als algemene mediawet geldt: wie een verhaal een gezicht geeft, vergroot inlevingsvermogen én kijkcijfers. Maar zoals het nu georganiseerd is, blijkt het moeilijk voor journalisten om in Ter Apel dat gezicht te vinden en vast te leggen.  

‘Het is niet aan journalisten om draagvlak voor asielzoekers te creëren.’ Als journalist bij RTV Noord wijdde Martijn Klungel zich de afgelopen maanden volledig aan Ter Apel. ‘Het is ons werk om zo feitelijk en genuanceerd mogelijk op te schrijven wat er gebeurt.’ Om verhalen van alle kanten te belichten, probeert ook Klungel persoonlijke verhalen van asielzoekers in Ter Apel op te tekenen. Maar daarin loopt hij regelmatig tegen grenzen aan: ‘Wie in het aanmeldcentrum verblijft, is net gearriveerd in Nederland. Asielzoekers zijn vaak bang dat wanneer ze zich negatief uitlaten over het COA, dit hun procedure negatief beïnvloedt. Dat maakt het lastig om hun naam te noemen, of ze herkenbaar in beeld te brengen.’ 

Volgens het VN Vluchtelingenverdrag is een vluchteling iemand die vanwege gegronde vrees voor oorlog of vervolging het land van herkomst is ontvlucht. Een asielzoeker is iemand die bescherming als vluchteling heeft aangevraagd, en in afwachting is op een beslissing van de betreffende overheid. Zolang deze procedure loopt, hebben asielzoekers het recht om in Nederland te verblijven. Zij worden ondergebracht in asielzoekerscentra (AZC’s), welke worden beheerd door het Centraal orgaan Opvang Asielzoekers (COA).

Klungel mocht als één van de weinige journalisten afgelopen maanden een kijkje nemen achter de poorten van de aanmeldlocatie van het COA. Als regionaal medium zit RTV Noord zeer dichtbij Ter Apel. ‘Wij berichten bijna dagelijks over het aanmeldcentrum. Wellicht dat het daaraan ligt dat wij wel toegang kregen.’

Zo zag Klungel van binnenuit de crisis in Ter Apel zich ontvouwen. Al oktober vorig jaar kreeg hij beelden van asielzoekers van een overvolle noodopvang in Ter Apel: ‘Ineens waren er 700 mensen en slechts 250 bedden. Maar wat hier al als crisis werd ervaren, werd landelijk geen nieuws. Veel journalisten van landelijke media kregen namelijk geen kijkje achter de poort.’ Klungel zag de impact daarvan op beeldvorming: ‘Pas toen mensen buiten moesten slapen, werd het zichtbaar voor journalisten van buiten de regio. En daarna werd het een nationale crisis.’ 

"Pas toen mensen buiten moesten slapen, werd het zichtbaar voor journalisten van buiten de regio. En daarna werd het een nationale crisis."

Martijn Klungel van RTV Noord

Journalisten buiten de poort

‘De mensen die daar zaten konden geen kant op.’ Woordvoerder Jacqueline Engbers van het COA vond het afschuwelijk om te zien hoe toegankelijk de asielzoekers die buiten sliepen waren voor journalisten en fotografen. Als orgaan verantwoordelijk voor de opvang en begeleiding van asielzoekers, is het COA normaal gesproken zeer terughoudend met het toelaten van media bij hun locaties. Privacy is de voornaamste reden, vertelt Engbers: ‘Met name in Ter Apel, waar veel kwetsbare asielzoekers verblijven die zeer recent in Nederland zijn aangekomen.’ 

Ook de VN vluchtelingenorganisatie UNHCR waarschuwt journalisten ervoor om rekening te houden met de privacy van vluchtelingen. Mensen op de vlucht laten soms familie achter, die te maken kan krijgen met vergelding wanneer blijkt dat hun familieleden het land hebben verlaten. Het advies van UNHCR is daarom: laat de vluchteling zelf besluiten. 

De aanpak van het COA is strikter. Journalisten die in hun opvanglocaties langskomen, mogen geen mensen herkenbaar in beeld brengen. Zelfs niet wanneer asielzoekers ter plaatse daar zelf toestemming voor geven. Engbers wijst op het risico voor sociaal wenselijke antwoorden: 'Mensen durven soms geen nee te zeggen. Zeker wanneer wij vanuit het COA ernaast staan.'

Recent liet ze wel een klein groepje journalisten binnen in de opvang in Ter Apel, onder de voorwaarde dat er niemand in beeld werd gebracht. ‘Maar het moment dat mijn collega’s en ik de deuren opendeden, kregen we er buikpijn van. De mensen die we opvangen hebben al nauwelijks privacy, met bedden die nog geen twee meter van elkaar afstaan. Dan laat je journalisten door hun woonkamer lopen, met een notitieblokje in de hand. Dan wil je gewoon voorkomen dat iemand ook nog zomaar een camera in hun gezicht geduwd krijgt.’

Vertekend beeldĀ 

Dat media vrijwel geen toegang krijgen achter de poorten, creëert volgens journalist Maaike Borst een vertekend beeld van de populatie die in Ter Apel verblijft. Tijdens het hoogtepunt van de crisis werden kwetsbare asielzoekers, waaronder vrouwen en kinderen, wel binnen opgevangen: ‘Omdat de jonge mannen juist vaak buiten overnachten, worden vooral van hen foto’s gemaakt.’

Martijn Klungel van RTV Noord herkent dit: ‘Overdag zijn er buiten wel vrouwen en kinderen, maar die gaan voor 18:00 naar binnen. De foto’s worden natuurlijk juist in de avond gemaakt, omdat de nieuwsfocus vaak lag op het feit dat mensen weer buiten moesten slapen.’

In Ter Apel zijn vier reguliere opvanglocaties. In oktober 2022 verbleven er hierin in totaal gemiddeld 1836 asielzoekers. Daarvan was 25 procent vrouw. Ook is 33 procent minderjarig. De meest voorkomende landen van herkomst zijn: Syrië (43 procent), Jemen (6 procent), Turkije (5 procent), Eritrea en Somalië (beide 4 procent).

In dit overzicht zijn cijfers over de irreguliere bezetting niet meegenomen - de nachtopvang, sporthal, het aanmeldcentrum van de IND en de wachtkamerlocatie in Marnewaard - omdat het COA deze niet kon uitsplitsen in nationaliteit, sekse of leeftijd. 

Marlou Schrover van de Universiteit Leiden valt het ook op dat er in het nieuws over Ter Apel vooral jonge mannen in beeld worden gebracht: ‘Gefotografeerd als groep, in het donker. En bovendien zijn ze vaak vies door het gebrek aan juiste faciliteiten. Daardoor ontstaat een bedreigend beeld van de asielzoekers in Ter Apel.’

Volgens Schrover snijdt het COA zich gedeeltelijk in eigen vingers met de strenge privacyregels. Door cameraploegen in het aanmeldcentrum toe te laten en daar herkenbaar mensen in beeld te brengen, zou meer sympathie opgewekt kunnen worden: ‘juist omdat daar de vrouwen en kinderen verblijven. En die ‘scoren’ beter in het creëren van begrip.’ Tegelijkertijd begrijpt ze de overweging: ‘Het is natuurlijk de taak van het COA om mensen te beschermen.’

Engbers van het COA erkent dat mede door hun privacyregels er een scheve beeldvorming is ontstaan van wie er in Ter Apel verblijft: ‘Maar moeten wij daarom meer kwetsbare mensen op de foto laten zetten? Wat ons betreft niet.’ De afgelopen periode zijn ze wel coulanter geworden met het toelaten van journalisten, vervolgt ze. Maar naast dat dit veel van de asielzoekers vraagt, behoeft het ook veel organisatie: ‘Door tijdgebrek is het niet altijd mogelijk om alle verzoeken in te willigen. En uiteindelijk ligt onze prioriteit bij het goed opvangen van asielzoekers - niet bij hun verhaal naar buiten brengen.’

Argos Medialogica: Asielpaniek

De mogelijke komst van een asielzoekerscentrum naar een gemeente leidt geregeld tot maatschappelijke ophef. Zoals deze zomer rond het ‘asielhotel’ in Albergen. Gemeentebestuurders die instemmen met de komst van een AZC kunnen rekenen op protesten en bedreigingen. Burgemeesters en andere direct betrokkenen vertellen in Argos Medialogica over het effect van media-aandacht op het openbaar bestuur wanneer in een gemeente gesproken wordt over asielopvang.

Deze aflevering is te zien op zondag 4 december om 20.25 uur op NPO 2 of daarna terug te kijken op NPO Start!

Lees hier meer over het nieuwe seizoen van Argos Medialogica.