Steeds vaker besteden Nederlandse media aandacht aan ‘femicide’, het doden van vrouwen omdat ze vrouw zijn. Gebruik van de term kan helpen om aandacht te vragen voor het probleem. Maar hoogleraar Marieke Liem denkt juist dat we weg moeten blijven van het woord ‘totdat we een duidelijke definitie hebben’.

In Nederland worden gemiddeld 43 vrouwen per jaar omgebracht. In de periode 2017–2021 is bij bijna 6 op de 10 vermoorde vrouwen de vermoedelijke dader de partner of ex-partner, zo blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Huiselijke omstandigheden, zoals een echtelijke ruzie, zijn het meest voorkomende motief om vrouwen van het leven te beroven. Bij moord of doodslag op mannen is de dader in maar 5 procent van de gevallen de partner of ex-partner.

De straat op 

In Spanje gaan mensen begin dit jaar de straat op om te demonstreren tegen dodelijk geweld tegen vrouwen. De regering slaat alarm over het stijgende aantal vrouwen die door hun (ex-)partner worden vermoord. In Frankrijk leidde de moord op een jonge vrouw eerder al tot een nationaal protest tegen femicide. Zulke grote protesten blijven in Nederland uit.

Partnerdoding van vrouwen door mannen komt in Nederland per hoofd van de bevolking vaker voor dan in bijvoorbeeld Spanje. Emeritus hoogleraar gendergerelateerd geweld Renée Römkens legt bij de NOS uit dat Nederland moeite heeft met erkennen dat er meer aan de hand is: ‘In Nederland gaat de discussie al heel snel over de vraag of we ons daar ook al druk over moeten maken. Er wordt meteen gezegd: het is overdreven, er zijn zoveel andere dingen, voordat gekeken wordt naar de feiten. In Nederland is de neiging om bij geweld achter de voordeur te denken: wij zijn een beschaafd land en wij zijn geëmancipeerd.’

Verschillende politieke partijen voeren actie tegen femicide in Groningen op de Internationale Vrouwendag.

Het woord femicide werd voor het eerst opgeschreven door John Corry in 1801 maar de term werd pas veel later populair. De feministische schrijver en activist Diana Russel herintroduceerde het woord in 1974 tijdens de International Tribunal of Crimes Against Women. Ze hoorde dat Carol Orlock een boek zou schrijven met de titel Femicide en was gelijk enthousiast. Het boek is nooit verschenen maar de term genereerde veel aandacht. Het doel: bewustzijn creëren wereldwijd rond het masochistische karakter van de meeste moorden op vrouwen. En het mobiliseren van deze vrouwen om deze dodelijke haatmisdrijven aan te vechten.

Russel veranderde de definitie een paar keer door de jaren heen. Ze komt uiteindelijk tot deze definitie: ‘het doden van vrouwen door mannen omdat ze vrouw zijn’. Daaronder valt bijvoorbeeld het doden van een vrouw of vriendin omdat ze een affaire had of opstandig was, het in brand steken van een vrouw omdat ze een te kleine bruidsschat had, de dood als gevolg van genitale verminking en de moord op seksslavinnen en prostituees. Ook indirecte vormen van moord vallen hieronder: zoals vrouwen die geen anticonceptie mogen gebruiken of geen abortus mogen ondergaan. Bij zwangerschap gaan ze op zoek naar een onveilige abortus met de dood als gevolg. Of vrouwen die sterven aan aids nadat geïnfecteerde mannen onbeschermde seks met ze hebben.

Meer aandacht in media

Femicide staat (nog) niet in de Van Dale. Maar Nederlandse media gebruiken het woord steeds vaker. Zo schaart RTL Nieuws de schietpartij in Zwijndrecht in januari onder femicide. Daarbij schiet een man zijn ex-vriendin en haar moeder neer op een druk parkeerterrein.

Sinds een paar maanden gebruikt RTL Nieuws het woord vaker. Hoofdredacteur Ilse Openneer legt uit: ‘Of een moord daadwerkelijk femicide is, is vaak pas achteraf vast te stellen. Wanneer er sprake is van moord op een vrouw door een (ex-)-partner en daarmee dus femicide, zullen wij het zo noemen bij RTL Nieuws.’ Redacteur Romy van Peij zegt dat ze bewust aandacht besteden aan het fenomeen om het probleem kenbaar te maken zodat ook de omvang en de ernst zichtbaar wordt. ‘Als je het bijvoorbeeld hebt over een ‘conflict in relationele sfeer’ lijkt het alsof de vrouw er ook schuld aan heeft. Veel deskundigen vertellen me dat het enorm belangrijk is om juist het woord femicide te gebruiken. Dit is de enige juiste term hiervoor.’

Daar is cabaretière Claudia de Breij het mee eens. Media moeten stoppen met bedekkende termen als ‘conflict in de relationele sfeer’ en ‘familiedrama’ als het gaat over vrouwenmoord, schrijft ze in haar column voor de VARAgids. Want dan lijkt moord een logisch gevolg van een uit de hand gelopen situatie, zegt ze. ‘De toon van begrip die onbewust tussen de regels door naar de dader gaat: ‘Hij kon niet omgaan met haar afwijzing’. Nou en? Hij is een moordenaar, een gevaarlijke gek, een crimineel. Zij had het al die tijd bij het rechte eind, door hem af te wijzen, want hij blijkt dus daadwerkelijk zo’n hufter te zijn als zij al vreesde.’

Hart van Nederland onderzocht in februari hoeveel mensen bekend zijn met de term femicide. In twee maanden tijd steeg dat percentage van 33% naar 50% ‘door veel aandacht in de media voor vrouwenmoord’.

'Meer bekendheid met de term femicide is niet helpend, omdat het gaat om verschillende soorten problematiek.'

Minister van Justitie en Veiligheid

In februari dit jaar stelt D66-kamerlid Hanneke van der Werf vragen over femicide als gevolg van een artikel op RTL Nieuws. Dodelijk geweld tegen vrouwen krijgt nog te weinig aandacht, vindt ze. Van der Werf wil dat er bij signalen van een onveilige situatie sneller wordt ingegrepen. Minister van Justitie en Veiligheid Dilan Yeşilgöz-Zegerius vindt ook dat onderliggende factoren bij moord op vrouwen moeten worden erkend en bestreden. Maar meer bekendheid met de term femicide acht ze niet helpend, omdat het gaat om verschillende soorten problematiek. 'Hulpverlening, politie en justitie werken al nauw samen om de bewustwording en signalering te verbeteren.’ 

Wel kondigen de ministeries van Justitie en Veiligheid en Volksgezondheid aan om nog voor de zomer te komen met een aangescherpt plan om vrouwenmoord en ander geweld vanwege gender tegen te gaan. Dat laten ze weten in reactie op de oproep van het Landelijk Netwerk Veilig Thuis en het Landelijk Netwerk Vrouwenopvang.

Organisaties en activisten die zich inzetten voor vrouwenrechten gebruiken de term femicide om aandacht te vragen voor geweld tegen vrouwen. ‘Het genereert aandacht voor de voortdurende en diepgewortelde genderongelijkheid in de samenleving. In gebieden zoals Latijns-Amerika is het een krachtige tool om onzichtbaar geweld tegen vrouwen, binnenshuis én buitenshuis, zichtbaar te maken,’ zegt hoogleraar Geweld en Interventies aan de Universiteit Leiden, Marieke Liem.

Veilig Thuis, het advies- en meldpunt voor huiselijk geweld, kindermishandeling en ouderenmishandeling, roept al enige tijd op om de term femicide meer te gebruiken. Samen met Stichting Sterk Thuis, waar ze mensen bij een lastige of bedreigende (thuis)situatie helpen, schreven ze in 2021 een pamflet waarin zij stellen dat alles op alles gezet moet worden om femicide (vrouwenmoord) te voorkomen.

Atria, kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis, startte in 2022 een petitie. Het instituut hoopt op erkenning van het probleem en wil daarom dat de term femicide meer wordt gebruikt. ‘Mensen hebben dan beter door dat we te maken hebben met een systematisch probleem. We willen er meer zicht op krijgen en hopelijk meer urgentie creëren,’ vertelt een woordvoerder.

Onduidelijke definitie

Hoogleraar Marieke Liem doet al geruime tijd onderzoek naar fataal geweld in Nederland. Ze schreef een kritische reflectie op het gebruik van de term femicide vanwege de onduidelijkheid van het fenomeen. ‘Als we het over moord op vrouwen hebben, welke soorten moord zijn er dan allemaal? Ik ben als wetenschapper voor nuance en het beestje bij de naam noemen. Laten we wegblijven bij die term femicide totdat we een hele duidelijke definitie hebben want die ontbreekt nu.’

Om tot goede preventiemaatregelen te komen, moeten we eerst duidelijk voor ogen hebben wat we precies willen voorkomen, vindt Liem. ‘Het klakkeloos overnemen van een parapludefinitie uit een Latijns-Amerikaanse context komt wetenschappelijk onderzoek niet ten goede. Sommigen bestempelen vrijwel alle moorden op vrouwen als femicides, terwijl andere landen geen enkele femicidezaak lijken te kennen. Zijn illegale abortussen met dodelijke afloop ook femicide? Dat verschilt per land en institutie. Soms wordt alleen partnerdoding van vrouwen door hun mannelijke (ex-)partners als ‘echte’ femicide gezien. Hoe achterhaal je of de dader een specifiek misogynistisch motief heeft? Dit maakt het moeilijk om de aard en omvang van fataal geweld tegen vrouwen te kunnen inschatten.’

‘Een politieke term’

De onduidelijke definitie is ook een van de redenen dat het Centraal Bureau voor de Statistiek in publicaties de term femicide niet gebruikt, zegt CBS-woordvoerder Maarten Bloem, maar er zijn meer redenen. ‘Het CBS gebruikt die term niet omdat we taal willen gebruiken die zo helder en feitelijk mogelijk is. Het taalgebruik in onze publicaties moet door veel mensen goed te begrijpen zijn.' Het CBS besteedt wel aandacht aan het grote verschil in de aard van moord en doodslag op vrouwen vergeleken met mannen: ‘bij een relatief groot deel van de moorden op vrouwen is de (ex-)partner bij betrokken’.

Het nut van een heldere definitie onderschrijft hoogleraar Renée Römkens. De beste is volgens haar die van Europees instituut voor gendergelijkheid, EIGE. ‘Femicide is een verzamelbegrip, die afhankelijk van de context moet worden gespecificeerd. In juridische context is het geen passend woord.’ Toch heeft het een strategische meerwaarde, zegt ze. ‘Het maakt een maatschappelijk debat mogelijk. De politieke term drukt uit dat vrouwen een specifiek risico lopen om thuis gedood te worden. Daar waar we veilig zouden zijn, loopt een vrouw juist het grootste risico op fataal geweld.’ Britt Myren, onderzoeker bij Atria, kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis, voegt toe: ‘Alle aandacht zorgt er hopelijk voor dat mensen op zoek gaan naar wat femicide is en vragen gaat stellen als: komt het ook voor in nederland en op welke manier?’

‘Voor activistische doeleinden kan het heel nuttig zijn om onderliggende thema’s bloot te leggen en daarover maatschappelijk debat aan te gaan,’ concludeert Liem. ‘Maar als wetenschapper zeg ik: het is niet goed meetbaar. In het debat rond femicide neemt een activistisch vocabulair de overhand. Terwijl een sociaalwetenschappelijke benadering waardevoller is om goede uitspraken over de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen te doen.’

Marieke Liem

Bij femicide denken we in Nederland vaak aan wat hoogleraar Geweld en Interventies aan de Universiteit Leiden, Marieke Liem, het ‘prototype’ noemt: een mishandelde vrouw wordt gedood door tirannieke ex. ‘Ik denk dat we nog heel sterk geloven in de mythe dat vrouwen alleen vermoord worden door een jaloerse (ex-)man na jarenlange mishandeling. Die casussen zijn er. Maar het is zeker niet het meerendeel.’

In haar onderzoek naar partnerdoding onderscheidt Liem vijf typen: de uitzichtloze dader (deze doodt zijn partner als gevolg van stress, zoals grote financiële problemen) de ontoerekeningsvatbare dader (deze heeft een psychose of stoornis ten tijde van het delict of was onder invloed van middelen, waardoor hij geen controle meer heeft over zijn handelen), de gekrenkte dader (deze legt de schuld van zijn handelen bij het slachtoffer, en er is geen sprake van huiselijk geweld), de zelfverdedigende dader (deze heeft uit zelfverdediging zijn partner gedood), en tot slot de blaffende en bijtende dader (deze heeft zijn (ex-)partner mishandeld en door krenking en controledrang uiteindelijk doodt).

‘Als we het hebben over femicide, heeft het publiek dit type van ‘de blaffende en bijtende dader’ voor ogen,’ zegt Liem. ‘Maar dat is maar een deel. We kwamen ook casussen tegen waar geen sprake was van eerder huiselijk geweld, doodsbedreigingen, stalking of andere belangrijke voorspellers van partnerdoding te vinden waren.’ De focus op alleen dit type partnerdodingen door het gebruik van het woord femicide is niet wenselijk, zegt Liem. ‘Stel dat er een bepaald budget is en dat gaat volledig naar dit prototype, met bijvoorbeeld extra hulplijnen voor mishandelde vrouwen. Hoe zit het dan met preventiemaatregelen voor de andere typen?’

Als u zelf hulp zoekt of vermoedt dat iemand slachtoffer is van huiselijk geweld kunt u terecht bij Veilig Thuis. Het gratis telefoonnummer 0800-2000 is altijd bereikbaar. Tijdens kantooruren kunt u via veiligthuis.nl chatten met een medewerker. Bij direct gevaar: bel 112.