De directeur van RIWA-Maas, Maarten van der Ploeg, pleit ervoor dat er gericht bij een aantal bedrijven onderzocht wordt of ze PFAS lozen. Van der Ploeg stelt dit voor om zo de bronnen voor de drinkwatervoorziening te beschermen tegen lozingen van PFAS in Nederland. De directeur van de vereniging van rivierwaterbedrijven, die water uit de Maas halen om drinkwater van te maken, doet zijn voorstel in gesprek met radioprogramma Argos en de Groene Amsterdammer.

De Tweede Kamer heeft herhaaldelijk om een lijst gevraagd met bedrijven die PFAS lozen. De laatste keer in een motie, afgelopen maart, van VVD’er Erik Haverkort met het verzoek die lijst voor de zomer te leveren. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat laat weten dat ‘dit lastig is, maar wel het streven’. Eerder, in oktober vorig jaar, liet minister Mark Harbers nog aan de Kamer weten ‘niet aan dit verzoek te kunnen voldoen’.

PFAS is schadelijk voor de gezondheid, het kan het immuunsysteem aantasten en kanker veroorzaken. Volgens onderzoek van begin dit jaar in opdracht van VEWIN, de landelijke koepelorganisatie van drinkwaterbedrijven, neemt in het Nederlandse gedeelte van de Maas het gehalte PFAS significant toe met 50 procent. Het is onduidelijk waar dat vandaan komt.

Op basis van een inventarisatie van het Forever Pollution Project, een onderzoekscollectief van Europese journalisten, komt RIWA-Maas directeur Van der Ploeg tot een lijst van een twintigtal bedrijven in het Nederlandse gedeelte van de Maas die potentieel PFAS gebruiken. Om hier zekerheid over te krijgen  zou je het afvalwater kunnen bemonsteren. “Door middel van het analyseren van afvalwater krijg je een duidelijk beeld bij welke bedrijven er wel of geen PFAS uit de afvalpijp komt,” aldus Maarten van der Ploeg. “Dat is een belangrijke stap om de bronnen van drinkwater tegen verdere PFAS-verontreiniging te beschermen. Zoiets moet vanzelfsprekend in overleg met het bevoegde gezag. Voor lozingen zijn dat Rijkswaterstaat, de waterschappen en de omgevingsdiensten.”