Steeds minder Nederlanders doen aan vrijwilligerswerk, terwijl de afhankelijkheid van de informele zorg door vergrijzing en personeelstekorten steeds groter wordt. Een van de plekken waar vrijwilligers onmisbaar zijn, is Hulp in de Buurt in Amsterdam Slotervaart. Vrijwilliger Raha Forough staat dag en nacht klaar om buurtbewoners te helpen. ‘Wij doen het uit ons hart. Mensen voor mensen.’

Hulp in de Buurt is een spreekuur waar mensen drie ochtenden in de week terecht kunnen met hun vragen en problemen. Van simpele vragen over administratie tot een vrouw die is gevlucht voor huiselijk geweld en van een luisterend oor en een kop koffie tegen de eenzaamheid tot hulp bij het aanvechten van een parkeerboete.

Nederland is wereldwijd koploper vrijwilligerswerk. Onbetaald en onverplicht zette 39 procent van de Nederlandse burgers zich, volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), in 2021 in om een steentje bij te dragen aan de maatschappij. De zorg en ondersteuning die onbetaald en niet door een professional wordt uitgevoerd, heet informele zorg. Door de vergrijzing en door de personeelstekorten in de zorg en in wijkteams wordt de afhankelijkheid van die informele zorg steeds groter, terwijl het aantal vrijwilligers al jaren afneemt. 

In Slotervaart woonden 150 jaar geleden bijna geen mensen. Sloten was een boerendorp waar men turf stak en landbouw bedreef. Nu zijn er vooral hoge flatgebouwen en wonen hier meer dan 36 duizend inwoners, van wie de helft met een niet-westerse migratieachtergrond. De werkloosheid in de wijk is hoog. De weg naar formele zorgpartijen is voor veel wijkbewoners een te hoge drempel.

Raha is zelf een vrouw van begin veertig en zorgt in haar eentje voor haar 9-jarige dochter. Zo’n tien jaar geleden kwam zij vanuit Iran naar Nederland. ‘We hadden alles in Iran, behalve vrijheid’, vertelt ze. In Nederland trouwde ze met een Iraniër, maar het geluk vindt ze niet bij hem. Raha gaat weg bij haar man. Dat wordt een moeilijke weg.

Alles zelf gedaan en aangeleerd

Toen Raha net in Nederland was, heeft ze de Nederlandse taal geleerd via televisie en Youtube-video’s. Ze heeft alles zelf gedaan en aangeleerd. Zonder een eigen netwerk of familie in de buurt, heeft zij haar weg gevonden. ‘Dat was heel moeilijk, daar wil ik nu andere mensen mee helpen.’ Na haar scheiding besluit Raha zich als vrijwilliger in te zetten voor Hulp in de Buurt. 

Veel bewoners komen via via speciaal bij haar terecht, want zij spreekt Perzisch en Turks. De hulpvragen lopen uiteen. Zo helpt zij een Iraanse vrouw met het regelen van opvang. ‘Zeheeft nergens om naartoe te gaan. Zij is weggegaan bij haar man vanwege huiselijk geweld en is geestelijk op. Dus ik heb een afspraak gemaakt bij de daklozenopvang voor een screening.’

‘Zij blijft dit weekend gewoon bij mij in huis’

Raha gaat met de vrouw mee naar de GGD, hier gaan ze in gesprek over een slaapplek en vragen ze een uitkering aan. Maar helaas blijkt dat de daklozenopvang niet direct plek heeft. Dit betekent dat de vrouw de komende dagen geen veilige slaapplek heeft en buiten zal moeten slapen. Daarom besluit Raha haar zelf in huis te nemen. ‘Zij blijft dit weekend gewoon bij mij in huis.’ 

Dit is niet de eerste keer dat Raha een vrouw zonder verblijfsplaats helpt. Mushkan, een Iraanse vrouw van 52, kwam een jaar geleden radeloos binnen bij Hulp in de Buurt. Ze was net gescheiden. ‘Ze kon geen woning voor zichzelf vinden,’ vertelt Raha. ‘Ze was gestrest en had hulp nodig.’ Een jaar lang sleepte Raha haar landgenoot overal doorheen. Mushkan huilde bij haar uit en sliep bij haar op de bank. Inmiddels is Mushkan ook vrijwilliger bij Hulp in de Buurt, waar ze regelmatig voor wijkbewoners kookt. 

’Het is onmiskenbaar dat mensen in onze huidige netwerk- en informatiesamenlevingmondiger en zelfstandiger zijn dan vroeger. Gecombineerd met de noodzaak om het tekort van de overheid terug te dringen, leidt het ertoe dat de klassieke verzorgingsstaat langzaam maar zeker verandert in een participatiesamenleving.’ Deze woorden sprak koning Willem-Alexander tijdens zijn eerste troonrede in 2013. Premier Rutte vult vervolgens aan: ‘De overheid zal aan mensen vragen om meer dingen zelf te organiseren.’ 

Een participatiesamenleving is een samenleving waarin iedereen omkijkt naar elkaar en een steentje bijdraagt aan de maatschappij. Dat is goed haalbaar, als je de taal machtig bent en een sociaal netwerk hebt.

Verder dan hulpverlening

Raha haar vrijwilligerswerk beperkt zich niet tot de spreekuren bij Hulp in de Buurt. Het beïnvloedt ook haar persoonlijke leven. ‘Mijn dochter kan hier van leren. Het is het leven, iedereen moet elkaar helpen’. Raha gaat op deze manier een stapje verder dan reguliere hulpverlening van officiële instanties. ‘Als ik het niet in mijn hart zou hebben om iemand twee nachtjes in huis te nemen, zou ik geen vrijwilliger zijn.’

Voor de Iraanse dame, voor wie niet direct plek was bij de daklozenopvang, heeft Raha inmiddels een postadres voor daklozen geregeld bij de gemeente. Ze heeft de afgelopen tijd vooral rondgezworven, omdat de opvang soms al vol zat. Als ze er wel sliep, moest ze 's morgens heel vroeg weer vertrekken, terug de straat op. In het weekend slaapt zij bij Raha zelf en doordeweeks soms bij kennissen van de vrijwilliger. 

Dit zwervende bestaan is geestelijk zwaar voor de vrouw. Momenteel is Raha bezig met een urgentieverklaring voor een woning. Zo’n verklaring is haar enige kans op een sociale huurwoning, maar dat zal nog zeker twee jaar duren.