Westerse vloggers helpen China om desinformatie te verspreiden over de Oeigoeren. Dit overwegend islamitische volk leeft in de provincie Xinjiang waar duizenden Oeigoeren zouden worden opgesloten in ‘heropvoedingskampen’.

We spreken vlogger Winston Sterzel, ook wel SerpentZA op YouTube genoemd. Hij zegt te strijden voor een ‘​​realistisch beeld van China’. Sterzel was jarenlang actief in China, tot hij naar eigen zeggen te kritisch werd, en het land moest verlaten. Met bijna een miljoen abonnees is de Zuid-Afrikaan een van de populairste YouTubers over China. Dat westerse vloggers tegelijk opduiken in Xinjiang, is geen toeval, zegt hij. 

"Door een westerling te laten zien, hopen ze dat er in ieder geval twijfel gezaaid wordt over de mensenrechtenschendingen waar andere westerse media over berichten."

China-expert Ardi Bouwers

De rode loper uitgerold

Waar westerse correspondenten in Xinjiang worden tegengewerkt, rollen de autoriteiten voor sommige vloggers de rode loper uit. ‘Je begint e-mails te krijgen of berichten op WeChat waarin ze je uitnodigen voor betaalde reizen. Ik heb ze nog,’ legt Sterzel uit. ‘Ze bieden je bijvoorbeeld een trip aan naar Sanya op Hainan, het zogenaamde Hawaii van China. Ze betalen voor je hotel en de reis en je krijgt wat zakgeld mee. In ruil daarvoor hoef je alleen filmpjes te maken van je tijd daar.’

In de westelijke Chinese provincie Xinjiang zou de Chinese overheid honderdduizenden Oeigoeren dwingen om op de katoenvelden te werken. Het nieuws wordt wereldwijd groot opgepakt. ‘Toen er gepraat werd over het katoen en de dwangarbeid, wist ik dat dat de volgende hotspot voor buitenlanders zou zijn. Want dat is het volgende probleem, daar gaat alle negatieve energie heen. En inderdaad, twee weken later doken ze allemaal op in Xinjiang. Ze spraken over katoen en bezochten katoenplantages. Wat een verrassing. Als de rest van de wereld zegt: “Er gebeuren vreselijke dingen in Xinjiang”, dan weet je dat je buitenlanders gaat zien die zeggen hoe fijn het is in Xinjiang. Ze gaan naar de toeristische hotspots in Xinjiang en zeggen: “Kijk, iedereen is blij, er is geen dwangarbeid of genocide. Kijk, een dansende Oeigoer. Natuurlijk zijn ze blij.”’

De vraag is waarom de vloggers zo duidelijk de kant kiezen van de Chinese overheid. De vloggers die wij benaderen geven geen reactie. Maar in andere publicaties ontkennen zij te worden betaald. De Israëlische vlogger Raz Galor beweerde onlangs nog dat hij zijn reis naar de katoenboeren in Xinjiang zelf heeft geproduceerd, en uit eigen zak heeft betaald.

Vloggers ook op staatsmedia

‘Je ziet dat ze toegang krijgen bijvoorbeeld tot Xinjiang, maar ook allerlei andere plekken die westerse journalisten niet krijgen. Vervolgens vertellen ze over Xinjiang: "Kijk eens hoe goed het hier gaat!" Promotie die ook in de Chinese staatsmedia veel voorkomt,’ zegt China-expert Ardi Bouwers. ‘Ze gebruiken hun ‘witte buitenkant’ om het Chinese narratief extra zwaarte bij te zetten. De video’s die beginnen als YouTube-video’s, worden overgezet op CGTN of Xinhua, het Chinese staatspersbureau. Dus ze worden door de Chinese autoriteiten omarmt om het eigen verhaal te vertellen. Een van die filmpjes werd zelfs op een persconferentie van het Ministerie van Buitenlandse Zaken gebruikt.’

Maar waarom doet de Chinese overheid die moeite om de vloggers toegang te verschaffen tot Xinjiang? Bouwers: ‘Om de bevolking ervan te overtuigen dat het Chinese staatsverhaal ook een verhaal is wat sommige westerlingen brengen. Daarnaast hopen ze daarmee internationaal invloed te hebben op het narratief over Xinjiang. Door een westerling te laten zien en hele gelukkige Oeigoerse kinderen, hopen ze dat er in ieder geval twijfel gezaaid wordt over de mensenrechtenschendingen waarover andere westerse media berichten.’ Of de vloggers de beeldvorming daadwerkelijk beïnvloeden is de vraag, de Chinese regering denkt blijkbaar van wel.

In een nieuw jasje

Het verhaal van China bereikt zo bovendien een groter en breder publiek, zegt de Duitse hoogleraar Björn Alpermann. De aanpak is niet nieuw, maar heeft wel een nieuw jasje. De grondlegger van de Volksrepubliek China, Mao Zedong, gebruikte in de vorige eeuw al de Amerikaans journalist Edgar Snow om over de Chinese communistische revolutie te schrijven. ‘Mao gaf interviews aan Snow om de rest van de wereld bekend te maken met de Chinese communistische partij. Met de komst van internet gaat het er nu anders aan toe, maar ze doen in principe hetzelfde in een nieuw vorm.’

Het mag allemaal. Het verbieden van de YouTube-video’s is volgens Alpermann niet de oplossing: ‘Ik vecht het liever in het openbaar uit door open kaart te spelen met de kijker. Chinese propaganda is vooruit gegaan. Dat betekent dat wij in het westen ook beter moeten worden in onze mediageletterdheid, in ons begrip van hoe China werkt en hoe Chinese propaganda werkt. Ik denk daarom dat onze media en academische wereld een grote verantwoordelijkheid hebben om het publiek te helpen begrijpen wat de gevaren en valkuilen zijn wanneer je met Chinese media en hun producten omgaat.’

over het onderzoek

Bang voor Beijing