Het is een veelgehoorde verklaring voor de stijging van het aantal positief geteste mensen: ‘Tja, we testen ook veel meer.’ Hoe zit dat? Als we meer testen dan komen er in absolute zin ook meer positieve tests terug. Maar die verklaren de groei van het aantal positieve testen niet helemaal, legt Argos-redacteur Reinier Tromp uit.

Tromp hield de procentuele toename van het totale aantal testen naast die van de positieve testen. “Zijn ze gelijk, dan wordt de toename van het aantal besmettingen verklaard door de toename van het aantal tests.”

Hij legt het uit aan de hand van een voorbeeld: “Stel je hebt een fictief dorp en daar doen ze tien coronatesten. Van die tien testen, zijn er twee positief. Als de regel is dat wanneer je meer gaat testen, er meer mensen positief worden getest, dan zou het aantal positieve testen hetzelfde toe moeten nemen met het aantal testen. Stel we verdubbelen het aantal testen van tien naar twintig. Hoeveel testen er dan positief? Die verdubbelt dan ook: van twee naar vier. Als je er vanuit gaat dat het aantal positieven volledig wordt verklaard door de toegenomen testen, dan is dit het plaatje.” 

Wanneer je de percentages van het totaal aantal testen naast de percentages van de positieve testen legt, zie je dat ze niet hetzelfde toenemen. “Het is dus niet zo dat bijvoorbeeld het aantal testen met dertig procent groeit en het aantal positieven ook.” Hier zie je de testdata van de GGD’s tot en met week 37:  

“Zoals je ziet, verschilt de groei van het aantal afgenomen tests met de groei van het aantal positieve tests. Zeker de laatste paar weken zie je dat het aantal positieve tests veel harder groeit dan het totaal aantal mensen dat zich laat testen. Steeds meer mensen die zich laten testen zijn dus positief. Anders gezegd: de groei van het aantal besmettingen wordt niet verklaard door groei van het aantal testen.” 

Onzekerheidsmarge

Er zijn ook veel mensen die wel positief zijn maar zich niet laten testen. Het RIVM berekende een tijdje geleden dat deze groep ongeveer vijf keer zo groot was als de positief geteste personen. Op 18 september was de schatting dat 104.437 mensen besmettelijk waren. Het aantal positief geteste mensen ligt veel lager. De onzekerheidsmarge wordt de laatste weken steeds groter.

Minder testen, meer positief

“De ene keer wordt er veel meer getest en komen er minder positieven terug. Of andersom,” legt Tromp uit. Hij ziet in bijvoorbeeld Amsterdam het aantal testen afnemen, maar het aantal positief geteste mensen neemt toe.

Eerder vroeg Tromp in een artikel voor Radio 1 zich af of 30.000 testen genoeg zijn om corona onder de duim te houden. “Maar het aantal besmettingen lag toen een stuk lager. Nu hebben we niet genoeg testen. Het is een rekensommetje dat het RIVM ook maakt: de mensen die routinematig getest moeten worden, zoals leraren en zorgmedewerkers, en een hoeveelheid mensen aan de hand van het aantal besmettingen. Het cijfer van 30.000 dagelijkse testen is gebaseerd op de hoeveelheid besmettingen van juni. Ik denk niet dat ze er rekening mee hebben gehouden dat het aantal al in de zomer zo zou oplopen. Naar mijn mening had de overheid het zekere voor het onzekere moeten nemen en moeten opschalen om meer te kunnen testen. Je hebt liever dat een paar mensen in de teststraten aan het niksen zijn, dan een lockdown, want die kosten zijn veel hoger.”


Reinier Tromp van Argos hield de afgelopen maanden de ‘coronatikker’ bij. Hij beantwoordt in dit artikel een selectie vragen die daarover zijn binnengekomen.