Je scrollt door je tijdlijn op Facebook of Instagram en komt een bericht met een complottheorie tegen van een vriend. Het is een dilemma waar steeds meer mensen tegenaan lijken te lopen. Stel je je vriend vragen over de misinformatie die hij deelt? Ga je in discussie? Of moet je het juist negeren?

Stef Aupers krijgt regelmatig mailtjes van kinderen wiens ouders in complottheorieën geloven, met de vraag hoe ze daarmee om moeten gaan. De cultuursocioloog bestudeert al jaren complottheorieën en hun bedenkers. “Het is een moeilijk en hardnekkig probleem. Ik denk dat het weinig zin heeft om er tegenin te gaan. Het gaat hier niet om het weerleggen van een argument. Je kunt nog zoveel bewijs aanvoeren, het debunken van ideeën van complotdenkers werkt zelfs averechts. Mensen gaan gaan alleen maar meer wantrouwen en het kan leiden tot radicalisering.” 

De coronacrisis versnelt het proces van radicalisering, merkt Aupers. “Er is veel onzekerheid. We zijn afhankelijk van experts, wetenschappers en de overheid. En online vind je gemakkelijk communities waarin je je eigen gelijk krijgt. Het speelt allemaal mee.”

Identiteitsprobleem

Complottheorieën zijn meer dan theorieën over een bepaald thema. “Eigenlijk gaat het over identiteitsproblemen. Sommige sociaal psychologen noemen complotdenken een vorm van collectief narcisme. Mensen zien zichzelf als een bijzondere groep die dingen ziet die andere mensen niet zien. Daarmee verheffen ze zich boven anderen.” 

Ze gebruiken het als een manier om hun identiteit vorm te geven. “Vooral voor mensen die een wankelende identiteit hebben. Mensen zijn kwetsbaarder voor complottheorieën als ze anomisch zijn.” Mensen die anomisch zijn wijzen standaarden of waarden af. “Ze voelen zich niet thuis in de samenleving.”

Opgestapeld wantrouwen

“Achter het complotdenken zitten vaak hele kwetsbare mensen," zegt Aupers. “Heus niet allemaal. Ik ben tegen het wegzetten van complotdenken als pathologische figuren. Maar ik denk dat het zin heeft om te zoeken naar de biografische achtergronden van hun wantrouwen. Dat werkt veel beter dan in debat gaan over een specifieke theorie.”

Met de biografische achtergrond bedoelt Aupers een ervaring in het verleden waardoor mensen hun vertrouwen in bijvoorbeeld de overheid of de medische wereld zijn verloren. “Misschien zijn ze een kind verloren en is het ziekenhuis daar niet netjes mee omgegaan. Of is iemand aangerand en is het nooit erkend. Daardoor voelt iemand zich niet gehoord. Complotdenken is voor een groot deel generalisering van het wantrouwen dat je zelf hebt opgestapeld in jouw eigen biografie.”

Kritische vragen stellen

Sociaalpsycholoog en onderzoeker Jan-Willem van Prooijen denkt dat het belangrijk is om kritische vragen te blijven stellen. “Verwacht geen wonderen. Vaak zijn mensen overtuigd van hun gelijk. Dan moet je als een soort atheïst proberen om een diepgelovig iemand overtuigen dat God niet bestaat. Dat is natuurlijk heel lastig.”

Het is verleidelijk om complottheorieën rationeel te weerleggen en met allerlei tegenbewijzen te komen, volgens Van Prooijen. “Maar dat heeft geen zin. Complottheorieën ontstaan uit een poging om om te gaan met negatieve emoties."

Een open gesprek

Wat doe je dan wél als een vriend misinformatie deelt op sociale media? Ga in gesprek. "Je kan beter ingaan op de emoties die ten grondslag liggen aan het complotdenken", zegt Van Prooijen. "Je kan doorvragen om erachter te komen wat er precies aan schort. Niet alle complotdenkers zijn getraumatiseerd natuurlijk, maar het hangt wel vaak samen met negatieve emoties, angst of zorgen om de toekomst. Ga een open gesprek aan, neem elkaar serieus en probeer elkaar te respecteren.”

HALT-methode

We besteden extra aandacht aan verspreide informatie over het coronavirus. Veel mensen delen onjuiste informatie zonder te weten of het bericht klopt. Zo verspreiden ze onbewust nepnieuws. Daarom is het van belang om altijd zelf een korte check te doen voor je op de 'share' of 'retweet'-knop drukt. En die controle hoeft maar een paar minuten te duren! Check hier de HALT-methode.