Nederland vormt met vier andere Europese landen al decennialang het geheime afluistergenootschap ‘Maximator’. Dat blijkt uit onderzoek van de Nijmeegse hoogleraar Bart Jacobs. Ook Argos vond aanwijzingen voor het bestaan van deze spionagesamenwerking in de eerder dit jaar onthulde cryptoleaks-documenten.

“Sinds de jaren zeventig is de afluisterdienst van Nederland onderdeel van een hecht samenwerkingsverband met de afluisterdiensten van Duitsland, Frankrijk, Zweden en Denemarken”, zegt Bart Jacobs, hoogleraar computerbeveiliging aan de Radboud Universiteit Nijmegen. “Dat was om versleutelde communicatie van tal van landen te kunnen kraken.”  

Jacobs deed deels samen met Argos onderzoek naar deze samenwerking. De hoogleraar publiceert hierover vandaag een artikel in het Britse  wetenschappelijke tijdschrift Intelligence and National Security. Hij kreeg via bronnen binnen de inlichtingendiensten documenten toegespeeld, waarin ook de naam van dit tot nu toe geheim gebleven gezelschap wordt genoemd: Maximator. 

De Maximator-landen worden in de evaluatierapporten van Operatie Rubicon genoemd als ‘gratis bijrijders’: landen die profiteerden van het Amerikaans-Duitse partnerschap. Inlichtingenoperatie ‘Rubicon’ werd op 11 februari 2020 onthuld door het Duitse ZDF, The Washington Post, de Zwitserse publieke omroep SRF en Argos.  

In de onthulde rapporten staat hoe de CIA en de BND samen het Zwitserse Crypto AG (CAG) overnamen, de op dat moment grootste producent van beveiligde communicatieapparatuur ter wereld. Dit gebeurde in het diepste geheim op 4 juni 1970. Klanten van CAG, meestal overheden, betaalden miljoenen voor machines met ernstig verzwakte encryptietechniek. Berichten die ermee werden verstuurd, konden door de meeluisterende spionagediensten worden gekraakt. Een operatie van ongekende omvang, die 50 jaar lang geheim bleef. 

Slechts een klein clubje behoorde tot de ‘kring van cognoscenti’, zoals de CIA het noemde. Het waren de landen die, al dan niet op structurele basis, informatie kregen toegespeeld waarmee ook hun inlichtingendiensten de communicatie konden kraken. Het ging om Frankrijk, Zweden, Nederland, Denemarken, Groot-Brittannië en Israël. In de BND-documenten over Rubicon worden deze landen ‘Trittbrettfahrer’ genoemd, gratis bijrijders. De eerste vier landen uit dit rijtje van zes vormden dus samen met Duitsland het afluistercollectief Maximator.  

The Five Eyes

In de wereld van geheime diensten zijn langdurige samenwerkingen zeldzaam. Alleen het illustere gezelschap ‘Five Eyes’, het spionageverbond tussen de afluisterdiensten van de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Canada, Australië en Nieuw-Zeeland, is door historici al vaak beschreven. Dat er parallel ook een Europese Five Eyes bestaat, werd volgens Bart Jacobs al langer vermoed, maar is nooit eerder bewezen. Ook welke Europese landen het betreft is altijd een mysterie gebleven.  

Het lijkt het erop dat de Duitsers de kleinere slagkracht die hun inlichtingendiensten hadden ten opzichte van de Amerikaanse diensten, probeerden te compenseren met een eigen Europees samenwerkingsverband. De afluisterafdeling van de BND, de Zentralstelle für das Chiffrierwesen, is vele malen kleiner dan de Amerikaanse afluisterdienst, de National Security Agency (NSA). En de Amerikanen hadden natuurlijk ook nog de Five Eyes-partners. Vermoedelijk dachten de Duitsers met Maximator meer evenwicht te kunnen brengen in de Transatlantischesamenwerkingsrelatie. 

De Nederlandse afluisterdienst heette destijds Technisch Informatie Verwerkingscentrum (TIVC) en was gevestigd op het Marine-terrein Kattenburg in Amsterdam.  

"Zonder de Fransen"

In het kielzog van de cryptoleaks-onthullingen kreeg Bart Jacobs via bronnen bij de inlichtingendiensten geheime documenten over Maximator in handen, die het schimmige beeld scherper in focus brengen. De spionnenclub werd in 1976 opgericht op initiatief van Denemarken, met aanvankelijk Zweden en Duitsland als partners. Nederland werd een jaar later lid, gevolgd door Frankrijk in 1985.  

Eerder, in de jaren zestig, had de Franse inlichtingendienst DGSE al aan de Duitse BND voorgesteld om samen Crypto AG op te kopen. De Duitsers wilden de Amerikanen per se bij de deal betrekken, maar die zeiden: graag, maar zonder de Fransen. Zo kwam Operatie Rubicon, de geheime deal tussen de CIA en de BND, tot stand. Later betrok Duitsland via Maximator toch ook Frankrijk weer bij gezamenlijke spionageactiviteiten. 

Enkele programmaboekjes van Maximator-conferenties

"Vernoemd naar een biermerk"

Jacobs ontdekte hoe de naam Maximator tot stand kwam: “Die komt van een biermerk uit de buurt van München, de plek waar tot 2017 de BND zijn hoofkwartier had. Ergens in 1979, tijdens een borrel, dachten de afgevaardigden na over een goede naam voor hun kersverse samenwerking. Ze keken naar hun glazen gevuld met Doppelbock, van het lokale merk Maximator, en namen ter plekke de beslissing.” 

Zo werkten de landen in de jaren tachtig en negentig intensief samen bij het onderscheppen en kraken van diplomatiek verkeer en militaire communicatie. De alliantie speelde een belangrijke rol in de Falkland-oorlog tussen Groot-Brittannië en Argentinië (1982). De Britten waren aanvankelijk niet in staat de versleutelde communicatie van de Argentijnse marine te kraken. Nederland leverde op verzoek van de Britse geheime dienst GCHQ informatie over het versleutelingsalgoritme in de Crypto AG-machines van de Argentijnen. Informatie die Nederland via het Maximator-partnerschap van Duitsland had gekregen.  

Jacobs stelt dat andere landen op een gegeven moment hebben gevraagd of ze konden deelnemen aan Maximator, maar  die verzoeken werden afgewezen. Het zou gaan om Noorwegen, Spanje en Italië. De vijf bestaande leden vonden dat de potentiële nieuwkomers te weinig relevante kennis van spionagetechnieken hadden. Datzelfde geldt als reden voor de uitsluiting van België.  

Volgens  Jacobs bestaat het samenwerkingsverband tussen de Europese landen nog altijd.