Raghdan al-H. is vrijdag in Zweden veroordeeld tot 2,5 jaar cel voor spionage bij onder anderen Iraans-Nederlandse activisten. Hij verzamelde persoonlijke gegevens en speelde die door naar de Iraanse geheime dienst. De straf is gelijk aan de eis van de aanklager.

Argos brengt zaterdagochtend op deze website en in de uitzending om 14.00 uur op NPO Radio 1 een uitgebreide reconstructie op basis van het strafdossier en gesprekken met doelwitten. 

In Nederland bezocht H. demonstraties en conferenties van de Iraans-Arabische Ahwaz-minderheid, waar hij deelnemers filmde. Hij deed dat onder dekmantel van journalistiek werk voor een Arabischtalige internetkrant uit Zweden. De man, een Iraakse Zweed, spioneerde ook bij de televisiezender Alahwaz TV en zelfs bij mensen thuis, waar hij inloggegevens verzamelde en adressen tot in detail fotografeerde. Hij was ook actief in Denemarken en Zweden.

De rechtbank van Stockholm acht het ‘bewezen dat Raghdan Al-H. ‘contact onderhield met de Iraanse inlichtingendienst’ en dat hij handelde in persoonlijke informatie over de Ahwazi-activisten. Hij heeft er duizenden euro’s mee verdiend.  

Drie mannen uit Nederland, doelwit van de spionageactiviteiten, zijn door de rechtbank in Stockholm gehoord als getuigen. Zij komen allen uit de regio Den Haag. 

Uit onderzoek van Argos bleek in oktober dat de dreiging voor sommige van de Iraans-Arabische activisten, na twee eerdere liquidaties van tegenstanders van het Iraanse regime in Nederland, zo serieus en concreet is, dat veiligheidsmaatregelen zijn genomen.

Een presentator van Alahwaz TV vertelde dat hij na de arrestatie van H. in Zweden in februari politiebeveiliging heeft gekregen. Zowel de televisiestudio als zijn woonadres zijn gefotografeerd. 

Liquidaties

H. is niet aangeklaagd voor betrokkenheid bij de voorbereiding van liquidaties. Het strafdossier bevat daar geen aanwijzingen voor. Maar de Zweedse openbaar aanklager Hans-Jörgen Hanström heeft gezegd dat de informatie die H. doorspeelde hier door Iran wel voor kan worden gebruikt.

Het Nederlandse Openbaar Ministerie zegt niets over een mogelijk verband tussen de zaak-H. en de moord op Ahmad Mola Nissi in november 2017 in Den Haag. ‘Ons onderzoek loopt en we volgen het nieuws uit Zweden met aandacht’. De Zweden op hun beurt zeggen dat zij met Nederland samenwerken en verder geen commentaar geven.