De route van Reza Kolahi.
Na de aanslag sloeg Reza Kolahi Samadi op de vlucht vanuit Teheran. Hij reist eerst af naar Baneh, een dorp op zo’n 600 kilometer afstand van Teheran in het noorden van Iran. Die plaats is op dat moment in handen van de Koerdische Democratische partij, een andere oppositiegroep die was ontstaan na de val van de shah. In Baneh wordt hij opgepikt door Massoud Khodabandeh, ook lid van de Mujahedeen-Khalq, die hem vervolgens brengt naar een grot in de buurt van het dorp Sardasht.
Khodabandeh zet in deze grot een radiostation op voor de Mujahedeen. Zoals blijkt uit de uitzending, wordt Reza Kolahi overgeleverd aan het radiostation. Hij werkt twee jaar als elektricien binnen het radiostation. Dat is dan ook zijn eerste schuilplaats. Wanneer het Iraanse leger vervolgens oprukt, moeten Khodabandeh en Reza Kolahi vluchten.
Ze werden door het oprukken van de militairen gedwongen de Zab-rivier naar Irak over te steken. Khodabandeh vertrekt vervolgens naar Europa, om daar voor de Mujahedeen aan de slag te gaan. Reza Kolahi vlucht vervolgens naar een militair kamp in de buurt van Bagdad: kamp Ashraf. Daar verblijft hij om en nabij zo’n twee jaar. In dat kamp bevind zich op dat moment het nieuwe hoofdkwartier van de Mujahedeen. Van hieruit worden ook verschillende aanvallen gecoördineerd.
Hier verblijft Reza Kolahi weer om en nabij twee jaar, tot het moment dat hij via een groene zone in Turks-Koerdisch gebied verder vlucht naar Istanbul, waar hij, inmiddels met een vals vluchtverhaal een directe vlucht pakt naar Schiphol.
Uit artikelen van Carolien Roelants in de jaren ’90 blijkt dat de Mujahedeen vluchtverhalen vervalsen en regisseren. Zo konden hun dissidenten namelijk aanspraak maken op een vluchtelingenstatus. Zo konden toen 1000 tot 1500 Mujahedeen onderduiken in Europa. Zo is dat hoogstwaarschijnlijk ook gegaan met Reza Kolahi.