In een nieuw rapport proberen Nederlandse, Vlaamse en Duitse onderzoekers zoveel mogelijk vragen over de wolf te beantwoorden. En dat is broodnodig, want in het gepolariseerde en emotionele wolvendebat is het steeds lastiger om feit van fictie te onderscheiden. ‘De behoefte aan sensatie is groot.’

De wetenschappers van het onderzoeksinstituut Wageningen Environmental Research schreven een rapport over de relatie tussen mens en wolf. In de ‘feitenstudie’ wordt niet meer gesproken over de komst of terugkeer van de wolf. Nee, de wolf heeft zich permanent in Nederland gevestigd. Het is aan de provincies hier beleid voor te maken. Dat gebeurt aan de hand van het zogeheten Interprovinciale Wolvenplan, waar volgend jaar een geactualiseerde versie van verschijnt.

Het onderzoeksinstituut Wageningen Environmental Research schreef samen met Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek in Vlaanderen en het Senckenberg Gesellschaft für Naturforschung in Duitsland in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit, het Interprovinciaal Overleg (IPO) en BIJ12 een rapport over de wolf in Nederland. Daarnaast lieten IPO en BIJ12 een juridische analyse maken om duidelijkheid te creëren over de juridische status van de wolf. Volgend jaar verschijnt er een nieuwe versie van het Interprovinciale Wolvenplan. Per provincie moet er invulling gegeven worden aan dit plan. De twee nieuwe rapporten bieden provincies ondersteuning bij het opstellen van het wolvenbeleid.

Neutrale discussie ver te zoeken

Ecoloog en hoofdauteur Hugh Jansman is blij dat het rapport er nu is. ‘Onze handen jeuken regelmatig bij alle zin en onzin over wolven die in medialand rondgaan. TV-programma's nodigen het liefst twee uitersten uit zodat je een smeuïge discussie krijgt. Het grote grijze middengebied is veel genuanceerder. Als ik bijvoorbeeld in OP1 een emotionele agrariër en een ecoloog tegenover elkaar zie zitten, geloof ik niet dat daar een degelijke discussie mogelijk is. De behoefte aan sensatie is groot. Een neutrale discussie is daardoor over het algemeen ver te zoeken.’

Jansman en zijn collega’s stellen in hun rapport vast dat het grote publiek nog onbekend is met het gedrag van wolven. ‘Reacties en standpunten zijn dan ook niet altijd gebaseerd op kennis of ervaring. Dit wordt versterkt door de aandacht die de wolf krijgt in de (sociale) media, waarbij met regelmaat de betrouwbaarheid van informatie ter discussie wordt gesteld.’ De Vlaamse bioloog Joachim Mergeay vertelt in De Standaard dat hij het verwijt krijgt informatie te verdraaien en leugens te verkondigen. ‘Wij worden op één hoopje gegooid met groene activisten. Het wantrouwen in de wetenschap is een groot probleem’, zegt ook Jansman. ‘Als wetenschappers overleggen we al jaren hoe het kan dat we niet meer serieus wordt genomen. Het was nodig om een rapport te presenteren met alle feiten en antwoorden op de belangrijkste vragen. Nu kunnen mensen eerst de achtergrond lezen voor ze een mening vormen of een stuk schrijven.’

Wolf makkelijke zondebok

Het conflict over wolven is geen conflict tussen mensen en wolven, maar tussen mensen over wolven, zo staat in het rapport. De weerstand tegen een wild dier als de wolf past binnen een bredere trend, signaleert Jansman op basis van sociologische studies. ‘Het platteland ziet de cultuur van hard werken, van leren en leven van het land, steeds verder afnemen omdat we een dienstenmaatschappij zijn geworden. Het talent en de faciliteiten vertrekken naar de stad en het platteland loopt leeg. Ze hebben het gevoel geregeerd te worden vanuit de stad.’ De frustratie is groot en de strijd wordt over de rug van de wolf uitgevochten, zo stellen de wetenschappers in het rapport.

Binnen dat spanningsveld is de wolf een makkelijke zondebok, zegt Jansman. ‘De wolf wordt bij het platteland door de strot geduwd. Dat is hun beleving want zij zitten met de overlast. Aan de andere kant heb je ‘de knuffelaars’. Alles wat een vacht heeft, is lief. Laat het duidelijk zijn: dit zijn roofdieren en ze zijn absoluut niet knuffelbaar. In media worden ze soms beschreven als moordenaar en dat ze zich vergrijpen aan schapen. Maar het gaat hier niet over een zedendelinquent. Dit is gewoon volledig natuurlijk gedrag.’

Wolvenknuffelaar

‘Wolvenknuffelaar grootste gevaar voor wolf op Veluwe’, kopte Ede Stad. Waarom gebruiken mensen deze naam voor liefhebbers van de wolf?

Klik op 'open' voor meer informatie

Judith Westerink, senior onderzoeker van Wageningen Environmental Research ziet dit soort berichten met enige regelmaat opduiken, in de reguliere pers en op sociale media. ‘Mensen worden belachelijk gemaakt met dat woord. Je roept het beeld op dat ze het allemaal niet zo scherp zien. Ze zijn verblind door liefde en zien geen negatieve kanten meer. Mensen en argumenten kunnen zo met één enkel woord of beeld worden weggezet.’ 

Iemand die verlangt naar wildernis in Nederland krijgt te horen ‘romantisch’ te zijn. Westerink ziet de effectiviteit van dit frame: ‘Degene die dat voorstelt, zit een beetje met het hoofd in de wolken. Snapt het allemaal niet zo goed, heeft de realiteit wat uit het oog verloren. Romantische mensen zijn niet zo heel erg geloofwaardig. Wie wil nu niet realistisch zijn?’

‘Om zo’n conflict op te lossen moet je proberen om begrip te creëren voor de positie, emoties en waarden van de ander. Je moet niet terugvechten met eigen frames, maar op zoek gaan naar de ideeën, waarden en gedachten die erachter schuilgaan,’ licht Westerink toe. ‘Als je kijkt vanuit een natuurbeeld waarin de mens centraal staat, is de wolf een bedreiging voor je vee. Met een natuurbeeld waarin de natuur niks fout kan doen, moet de mens zich maar naar de natuur schikken. Dan is de wolf welkom. De waarden die daaronder liggen, zijn verschillend.’

Sprookjes in het wolvendebat

Erwin van Maanen, ecoloog en milieukundige bij EcoNatura, schreef in het boek ‘De wolf terug’ over beelden van de wolf. ‘Het is opmerkelijk dat de wolf zoveel fascinatie en tegelijkertijd weerzin oproept bij de mens. De boze wolf wordt steeds meer een karikatuur, zoals in ‘De wolf en de zeven geitjes’ en ‘De drie biggetjes’. Het beeld zie je nog steeds terug in bijvoorbeeld Disney-verhalen. Daardoor zit het diep in ons verankerd en in het moderne denken over de wolf.’

Ecologen noemen het ook wel het ‘Roodkapje-syndroom’. De angst dat wolven kinderen zouden opeten, leidde in Duitsland zelfs tot de sluiting van een kinderopvang. In Nederland kwam bijvoorbeeld EenVandaag met de kop 'De volgende keer pakt de wolf een kind' en ook Tweede Kamerlid Caroline van der Plas waarschuwt op Twitter voor de veiligheid van mensen. Glenn Lelieveld van de Zoogdiervereniging: ‘We krijgen heel vaak de vraag: “Kunnen mijn kinderen nog wel door het bos heen fietsen?” Dat heeft te maken met de perceptie van de wolf, niet zozeer wat die wolf daadwerkelijk doet.’ De kans dat een mens wordt aangevallen is ook volgens Van Maanen verwaarloosbaar klein.

"Als ecologen kunnen wij deze discussie niet winnen want het gaat vaak niet meer om ecologische feiten."

Slachtoffer van beeldvorming

De vraag is wie er nu het slachtoffer is van dit mediaframe. Mogelijk is dat de wolf zelf. Uit onderzoek in Spanje bleek dat in de maatschappelijke discussie een misleidend beeld ontstond door media-aandacht met een direct effect. In vergelijking met beren berichtten kranten, tv- en radioprogramma’s dertig keer vaker over wolven. Het gevolg: De financiële compensaties voor wolvenschade bleken vijf keer hoger dan waren voor beren. Door de sterke toename van compensaties voor wolvenschade, besloot de overheid dat wolven afgeschoten mochten worden. Een beslissing die op zijn minst gedeeltelijk is beïnvloed door berichtgeving in de pers, concluderen de onderzoekers.

Voorstanders van de wolf hebben de afgelopen jaren hard gewerkt aan het positief veranderen van het imago van de wolf. Zo is te lezen op de website van Wolven in Nederland dat ze zich inzetten ‘om draagvlak voor de wolf te creëren door mythes en sprookjes van waarheid te onderscheiden’. Ze verspreiden de boodschap dat de wolf juist heel waardevol is. Sommige organisaties maken daarentegen juist de strategische keuze om de wolf niet te propageren omdat zij hun handen niet willen branden en zich niet willen mengen in het debat.

Jansman wijst op de media-aandacht voor wolvenschade in Nederland en de daadwerkelijke schade in verhouding tot andere dieren. ‘Jaarlijks keren we 35 miljoen euro aan faunaschade uit, waarvan zo’n 33 miljoen door ganzen en een klein miljoen aan koolmeesjes die appels aanpikken.’ De wolf is verantwoordelijk voor 0,2% van die schade. ‘Hoe kan het dan dat de wolf alle media domineert over de schade die hij veroorzaakt? Predatie wordt als een agressieve daad gezien.’

Honden doden jaarlijks in ons land tussen de 5.000 tot 12.000 schapen, veel meer dan de 291 schapen in 2020 door wolven. Maar er zijn ook veel meer honden dan wolven. Jansman: ‘Dit soort vergelijkingen zijn voor een groot deel ‘appel en peer’. Waar het om gaat is: hoe kan het dat schapenhouders al tientallen jaren problemen hebben met honden en vossen, en daar nooit werende maatregelen hebben getroffen?’ De wolf lijkt een symbool geworden voor de onvrede van de agrarische sector.

Koolmeesje is schadelijker

Het is de vraag of de documenten die afgelopen week zijn verschenen de oplossing gaan zijn in het gepolariseerde debat waar emoties een dialoog bemoeilijken. Het rapport dat is opgesteld door drie - onafhankelijke - wetenschappelijke instituten wordt nu al in twijfel getrokken door bijvoorbeeld Jakob Leidekker van Park Hoge Veluwe in ‘De Week van Gelderland’ van Omroep Gelderland. Het wijst wederom op eerdergenoemde wantrouwen in de wetenschap. 

Hoofdauteur Jansman hoopt dat media met de beschikbare kennis niet zomaar meer onjuistheden verspreiden. ‘Ik ben blij dat dit rapport er nu ligt. ‘Ik ben ooit gebeld met de vraag om met Hans Klok in discussie te gaan over de Oostvaardersplassen, dat doe ik dus niet. Nu kunnen we voor onderwerp ‘wolf’ mensen verwijzen naar het feitenrapport. Ik wil best in medialand verschijnen mits het niet uitdraait op korte quotes die geknipt en geplakt tegenover elkaar worden gezet.’ 

‘Een belangrijke conclusie uit ons rapport is dat het goed zou zijn als hier ook psychologen, sociologen en filosofen zich mee gaan bemoeien. Als ecologen kunnen wij deze discussie niet winnen want het gaat vaak niet meer om ecologische feiten,’ zegt Jansman. Het is onmogelijk om de mens-wolf-conflicten te begrijpen zonder de bredere sociale context in beschouwing te nemen. ‘Er is een groot verschil tussen ecologische draagkracht - hoeveel wolven zouden er prima passen in ons land qua voedsel en dekking enzovoorts - en maatschappelijk draagvlak. Wat gaan wij als land tolereren?’

over het onderzoek

Beeldvorming rond de wolf