Nederland wordt heel snel heter, maar over het klimaat in onze woningen weten we nog weinig. Argos trekt deze zomer langs de warmste kamers van Nederland voor een onderzoek naar hittestress.

In de Bilt staat een supercomputer die eens in de zoveel tijd uitrekent wat het effect is van klimaatverandering op het Nederlandse weer. Een ‘gunstig’ of ‘mild’ scenario gaat uit van een gematigde opwarming van de aarde en een lage verandering van de luchtstroom die over ons land heen trekt. Het warme scenario veronderstelt het tegenovergestelde: een veel snellere opwarming die leidt grotere veranderingen in de luchtstroom. 

De resultaten die uit deze supercomputer van het KNMI rollen, stemmen niet gerust. Wie nu al peentjes zweet in de zomer kan zijn borst natmaken voor wat nog komen gaat. De gemiddelde zomertemperatuur bijvoorbeeld, stijgt van 17 graden met bijna tweeënhalve graad naar 19,4 graden in 2050. En in het ongunstigste geval naar 20,8 graden. Ook krijgen we te maken met steeds meer hittegolven. Het aantal ‘tropische’ dagen, waarop het kwik boven de 30 graden uitstijgt, zal in 2050 minimaal zijn verdubbeld, maar kan in het ongunstige geval zelfs vijf keer zo hoog zijn als nu. 

Met andere woorden: de kans dat deze zomer opnieuw alle hitterecords verbreekt is groot, maar hoogstwaarschijnlijk zal ‘ie als relatief koel de geschiedenisboeken ingaan. Tropische nachten waarop we de slaapkamer niet koel krijgen omdat de buitentemperatuur niet onder de 20 graden komt, komen nu nog nauwelijks voor in ons nog koude kikkerlandje. Maar tegen het einde van de eeuw kunnen we er elke zomer minstens acht verwachten, als het warme scenario realiteit wordt. 

‘De warmte komt eraan, en dus moeten we gaan nadenken over energiezuinige manieren om onze huizen koel te houden’, zegt Froukje de Vries, hitteonderzoeker van de Hogeschool van Amsterdam. ‘Hoge temperaturen raken alle huishoudens en ze kunnen leiden tot hittestress. Dat is als je fysieke last ervaart van de warmte, bijvoorbeeld doordat je niet kan slapen of per se koeling nodig hebt.’

In kaart brengen hoe het hitteprobleem er precies uitziet vindt zij daarom cruciaal. Cijfers over hitte zijn er nu op nationaal niveau en het KNMI kan lokaal ook precies meten hoe warm het is bij weerstations in De Bilt of in Wilheminadorp. Maar over de plekken waar we elke dag de meeste tijd doorbrengen; waar we eten, slapen, onze kinderen opvoeden, liefkozen en inmiddels zelfs werken, heeft het KNMI geen gegevens. Cijfers over hoe warm het wordt in Nederlandse woningen zijn er namelijk niet.  

Samenklonterende warmte

Wat we wel weten is dat de warmte niet gelijk over Nederland verspreid is en in de stedelijke omgeving sterker is. Gebieden met veel groen zullen juist minder snel opwarmen.    

Warmte blijft niet  overal in dezelfde mate in een stad hangen zegt hoogleraar landschapsarchitectuur Sanda Lenzholzer van de Universiteit Wageningen. ‘De ene straat of buurt kan veel heter worden dan de andere: stedelijke hitte-eilanden noemen we dat. Niet iedereen zal het dus even heet krijgen. Het is eerder een eilandenrijk van warme plekken met koelere plekken ertussen.’ 

Straten met een overvloed aan beton en weinig schaduw worden niet alleen sneller heet, de hitte kan er ook niet weg. ‘Ook natuurlijke ventilatie is een niet te onderschatten factor’, zegt Lenzholzer. ‘Veel steden zijn nu zo ingericht dat de wind er maar moeilijk doorheen kan waaien. Zo blijft de opgebouwde warmte in de straatruimtes hangen.’  

Berekeningen van het KNMI laten zien dat delen van Den Haag – nu nog een stad met een verkoelend zeebriesje – in 2030 anderhalve week per jaar last gaan hebben van hittestress door warme nachten. In 2050 echter loopt dit voor sommige delen van de stad op tot meer dan een maand. Dat komt neer op een maand lang slecht slapen door de nachtelijke warmte.  

Hitte maakt ziek

En dat blijft niet zonder gevolgen. Mensen die in stedelijke hitte-eilanden wonen zijn vaak zieker en minder goed in staat zichzelf te beschermen, blijkt uit een andere studie van het KNMI. Het afgelopen decennium vielen door hitte in Europa meer slachtoffers dan door overstromingen, en ook in Nederland telt het CBS bij iedere hittegolf honderden extra doden: voornamelijk ouderen die vanwege een lage ‘dorstprikkel’ te weinig drinken. Ook het bezoek aan ziekenhuizen en sterfte nemen tijdens periodes van zinderende temperaturen beduidend toe. De sterfte stijgt tijdens hittegolven met ongeveer 40 doden extra per dag, aldus het CBS. De directeur van het KNMI noemt hitte dan ook ‘de meest bedreigende van alle klimaatextremen’ 

Maar wie denkt dat hete zomers enkel ouderen en kwetsbaren raken, heeft het mis. Ook jongeren, die vaak in relatief kleinere huurhuizen wonen, gaan de gevolgen van de toenemende warmte merken. Stress, slapeloosheid en verminderde productiviteit zijn allemaal te herleiden tot hitte. En door stapeleffecten komt deze problematiek in achterstandswijken veel meer voor, zegt Heleen Mees, geowetenschapper van de Universiteit Utrecht. ‘Daarom is het belangrijk hittekaarten te combineren met andere kaarten, bijvoorbeeld over eenzaamheid en armoede’, voegt ze toe.  ‘Zo breng je secuurder in kaart waar het probleem echt zit, en hoe hitte zich verhoudt tot andere problematiek.’  

Gemeentes

Dat hitte een directe bedreiging is voor de leefbaarheid begint langzaam maar zeker door te dringen bij de verantwoordelijke instanties, ziet hitteonderzoeker De Vries. Het zogeheten Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie, dat twee jaar geleden door de Rijksoverheid werd opgesteld, moet ervoor moet zorgen dat Nederland in 2050 ‘waterrobuust en klimaatbestendig is’. Een vereiste is dat gemeentes iedere zes jaar zogeheten ‘stresstesten’ uitvoeren en daar een uitvoeringsagenda aan koppelen, om kwetsbare gebieden in kaart te brengen en tijdig te beschermen tegen hitte.  

Maar  tot op heden zijn er nauwelijks stappen ondernomen. Hoewel driekwart van de gemeenten een stresstest heeft laten uitvoeren, heeft slechts 10% daar ook wat mee gedaan in de vorm van een agenda.  En dan hebben we het nog niet eens over daadwerkelijke uitvoering van die agenda. ‘De belangstelling is er wel’, zegt de Vries, ‘maar veel kennis over hitteproblematiek voor woningen ontbreekt simpelweg’.  

Woningbouwcorporaties

Daarbij komt: de buitenomgeving is maar één deel van het probleem. Een lommerrijke buurt met fonteinen en waterpartijen biedt verkoeling, maar verandert niets aan de temperatuur op de plekken waar mensen wonen, slapen en inmiddels ook veel werken.  

Om het hitterisico op het binnenklimaat van woningen te verminderen gebeurt nog vrij weinig, concludeert het Klimaatverbond op basis van een enquête onder 155 gemeentes. Ambtenaren zien wel dat de aanpak van hitte in woningen gezamenlijk met andere partijen zou moeten worden aangepakt, maar het schort aan tijd, middelen en aansturing om dat van dan de grond te krijgen. Woningcorporaties, verantwoordelijk voor zo’n 2,3 miljoen Nederlandse woningen, zijn evenmin bezig om hun woningvoorraad hittebesteding te maken. Sterker nog, sommige woningcorporaties worden nu voor de rechter gedaagd omdat hun huizen ondraaglijk heet worden, én blijven. In een aantal zaken kregen bewoners met onleefbaar warme huizen gelijk van de rechter. Zo oordeelde de rechtbank van Amsterdam in 2019 dat er bij té hete huurwoningen (frequent hoger dan 35 graden) van Ymere in Amsterdam sprake is van een gebrek.  

Overkoepelende aanpak afwezig

De vraag is wie hier nu precies aan zet is. Het hitteprobleem ligt op het snijvlak van buitenruimte, binnenruimte en gezondheidszorg waardoor  overkoepelende sturing maar moeilijk van de grond komt. Het raakt ook verschillende groepen mensen op een andere manier. De Vries: ‘Mensen in flatgebouwen en appartementen hebben extra last van de warmte, omdat ze als het ware gevangen zitten tussen hun buren. Zij kunnen moeilijker doorluchten. En huurders  in een corporatiewoning kunnen niet een-twee-drie zonwering op hun gevel plaatsen.’ Dus waar houdt de verantwoordelijkheid van de bewoner op en begint die van de verhuurder, de gemeente of zelfs die van het Rijk?   

‘Een overkoepelende aanpak is noodzakelijk’, zegt ook Madeleen Helmer, projectleider klimaatadaptatie bij het Klimaatverbond. ‘Hitte is binnen het thema klimaatadaptatie nu nog het minst ontwikkelde beleidsonderwerp.’ Dat komt volgens Helmer omdat hitte enkel als een meteorologisch gegeven wordt gezien  en niet als een sociaal-economisch probleem. ‘Dat is simpelweg te beperkt. Het geeft onvoldoende inzicht in de aard, omvang en verdeling van het probleem.’ Helmer pleit daarom nadrukkelijk voor een speciale hitteregisseur – iemand die stevige regie voert over beleidsterreinen heen en instanties bij elkaar aan tafel brengt.  

Oplossingen bestaan: meer bomen laten groeien, groene daken en parken aanleggen of wegen en trottoirs opnieuw bestraten om warmte te reflecteren. Dat soort ingrepen in de buitenruimte zijn niet alleen duur, ze kosten ook veel tijd, kennis en planning om uit te voeren, zegt HvA-onderzoeker De Vries. Doorzonwoningen moeten worden omgetoverd en voorzien van zonwering. ’We hebben het misschien nog niet zo in de gaten maar voor een deel van Nederland tikt de klok.’

Deze zomer begint Argos daarom een nieuw project: Thermo-staat

Klik op 'open' voor meer informatie

Bij een nieuwe hittegolf peilen we in en rondom huizen hoe warm het nou écht kan worden. Wat zijn de verschillen per buurt, straat en huis  en welke groepen trekken aan het kortste eind? Ook gaan we op zoek naar de gevolgen van deze hitte op jouw gezondheid en zoeken we uit hoe goed Nederlandse gemeentes en woningcorporaties voorbereid zijn op de toekomst. Welkom bij Thermo-staat.

We kunnen jouw hulp goed gebruiken. Heb je nu al extreme last van de steeds hetere zomers? Of heb je een creatieve manier gevonden om je woning koel te houden? Meld je dan aan als heethoofd en help ons dit probleem en de oplossingen in kaart te brengen.