Minister Wiebes (EZK) wil een nieuw onderzoek naar woningwaardedaling van huizen nabij wind- en zonneparken. Dat schrijft hij in antwoord op Kamervragen naar aanleiding van de Argos uitzending van 13 april jl. Het Ministerie spreekt op 1 juli a.s. met onderzoekers van de Vrije Universiteit en de Universiteit van Amsterdam, die eerder onderzoek deden naar woningwaardedaling.

In de extra aflevering van 13 april berichtte Argos over de bouw van windmolenparken in Groningen en Drenthe. Duidelijk werd dat windenergie zeer lucratief kan zijn. Projectontwikkelaars verdienen hier over een periode van vijftien jaar tussen de 2,4 miljoen en 3 miljoen euro per windturbine, onder meer dankzij een overheidssubsidie van 550 miljoen euro. Omwonenden zijn echter boos vanwege de overlast die de molens in hun beleving zullen veroorzaken, en de waardedaling van hun woningen die naar schatting oploopt tot ruim 87 miljoen euro.

Naar aanleiding van deze uitzending zijn op 19 april Kamervragen gesteld door Sandra Beckerman (SP), William Moorlag (PvdA) en Agnes Mulder (CDA). De gestelde vragen hebben betrekking op de positie van omwonenden, de door Argos berekende data, en de regelgeving in Nederland die komt kijken bij het bouwen van windmolens. Hierop heeft Eric Wiebes, Minister van Economische Zaken en Klimaat gereageerd op 17 mei.

Nieuw onderzoek naar waardedaling woningen

Volgens Wiebes is het rekenwerk van Argos - op basis van het VU/UvA onderzoek uit 2014 - niet toereikend, aangezien dit niet gebaseerd is op daadwerkelijke woningtransacties in Groningen, maar op gemiddelde WOZ-waarden. De vermenigvuldigingsfactor die door de onderzoekers werd gesuggereerd is voor de minister niet voldoende onderbouwd. “Er is daarmee sprake van een inschatting van de mogelijke waardedaling", zo stelt hij.

Wel ziet de minister dat er behoefte is aan onderzoek naar waardedaling in dergelijke situaties. Het gehanteerde onderzoek van de VU/UvA ziet hij echter als verouderd. Hij ziet het liefst een geactualiseerde versie van het onderzoek, waarbij ook aandacht is voor waardedaling van woningen in de nabijheid van zonneparken. “De actualisatie acht ik van belang om een breder, objectief en actueel beeld te krijgen van de waardeontwikkeling van huizen als gevolg van wind- en zonne-energie voor Nederland als geheel.”

De situatie van omwonenden

Een van de vragen had ook betrekking op inwoners die dicht bij een windmolen komen te wonen. De vraagstellers vroegen Wiebes wat de afstand is die tussen turbines en woningen aanwezig moet zijn. Hierover weet de minister te melden: “Nederlandse wet- en regelgeving schrijven geen minimale afstand voor. De minimale afstand wordt bepaald door de maximaal toelaatbare geluidbelasting of slagschaduw op een woning.”  

Omwonenden van de windmolens geven ook aan het gevoel te hebben dat zij weinig inspraak hebben in het proces, en dat zij zich hierdoor niet gehoord voelen. De minister stelt echter dat er verschillende momenten zijn waarop inspraak wel mogelijk is. Wel realiseert hij zich dat het voor omwonenden niet eenvoudig is om op de hoogte te blijven van gemaakte keuzes, en dat hierin ruimte is voor verbetering. “Daarom wil ik het besluitvormingsproces om te komen tot aanwijzing van gebieden anders gaan inrichten.” Onderdeel van deze nieuwe inrichting zou een grotere rol zijn voor omwonenden.

De bedoeling is om participatie te behandelen als cruciaal onderdeel van de energietransitie, volgens Wiebes. Dit is ook in het ontwerp-Klimaatakkoord opgenomen, dat in december werd gepresenteerd. De initiatiefnemers van duurzame energieprojecten zullen in gesprek moeten met de omgeving, en zij zullen hierin ook gecontroleerd worden door bevoegd gezag. Inwoners moeten hierdoor ook ruimte krijgen voor invloed op het besluitvormingsproces en financiële participatie in het project.

Toekomstperspectief windpark N33

Ondanks deze beloftes benadrukt de minister wel dat deze windparken wat hem betreft nog altijd gebouwd moeten worden, gezien deze zijn opgenomen in het Energieakkoord. Het windpark in Drenthe werd vorig jaar al goedgekeurd, en de Raad van State gaf ook het Groningse park eind mei groen licht.

Bewoners rondom de beoogde locatie staan nog altijd niet achter de plannen voor het windpark. Enkele ondernemers die deelnemen aan het project hebben dreigbrieven ontvangen. In een brief van 6 juni gaven ministers Grapperhaus (J&V) en Wiebes aan dat de strafmaat voor bedreiging onder meer vanwege deze kwestie verhoogd zal worden.

Voor deze uitzending is het nodige rekenwerk verricht.

De onderbouwing van de waardedaling van de huizen rond het Groningse en Drentse windpark is hier te vinden.

De opbrengst (zowel in MW als financieel) hier.

En de hoeveelheid CO2 vermijding van windturbines hier.