Argos

De student en het boek van de hoogleraar, deel 2

Vorig jaar maakte Argos een uitzending over geschiedenisstudent Daan den Braven die passages uit zijn eigen onderzoek terugzag in een boek van terrorismewetenschapper Beatrice de Graaf.

De Universiteit Utrecht vond een onafhankelijk onderzoek niet nodig. Waarom eigenlijk niet? En heeft de Universiteit zorgvuldig gehandeld nadat vraagtekens zijn gezet bij de wetenschappelijke integriteit van deze hoogleraar?

Verder spreken we met het Promovendi Netwerk Nederland (PNN) over de positie van jonge onderzoekers. Vijf procent van in totaal 1600 ondervraagde promovendi zegt wel eens geconfronteerd te zijn met intergriteitsschendingen. Toch vinden die maar mondjesmaat hun weg naar de commissie die zich voor de universiteit over zulke kwesties buigt.

Zaterdag 19 maart, 14 uur, NPO Radio 1

De reactie van de Universiteit Utrecht

Argos besteedt in twee uitzendingen (22 mei 2021 en 19 maart 2022) aandacht aan een boek van Beatrice de Graaf. Volgens Argos zou De Graaf bij het schrijven van haar boek in 2018 teveel gebruik hebben gemaakt van de scriptie van een oud-student. Er zou sprake zijn van overlap in de tekst en de voetnoten van een hoofdstuk van het boek en de scriptie. De oud-student maakte deel uit van een tutorial waarbinnen De Graaf materiaal van haar onderzoek deelde met haar studenten. Ze deelde haar interpretaties, bronnen en literatuur die ze gedurende vijf jaar uit archieven had verzameld.

De kwestie is in 2018 door het departementshoofd in samenspraak met de decaan beoordeeld. Die vonden het niet een geval voor de Commissie Wetenschappelijke Integriteit. De oud-student is erop gewezen dat het hem vrij staat de kwestie desgewenst aan dat gremium voor te leggen. Er heeft een gesprek plaatsgevonden tussen Beatrice de Graaf en de oud-student. Na dat gesprek heeft De Graaf in een volgende druk verwezen naar de oud-student. Hij gaf toen aan dat hij daar blij mee was.

Argos heeft diverse deskundigen benaderd om de kwestie te beoordelen. De door Argos ingeschakelde autoriteit op het gebied van wetenschappelijke integriteit en auteursrecht, prof. dr. Egbert Dommering, concludeerde in 2021 dat ‘het duidelijk is dat de hele opzet van het onderzoek, het onderwijs daarover en het boek zelf afkomstig is van Beatrice de Graaf, waar ze al jaren voor het geven van de cursus mee bezig was’.

Argos heeft nu weer nieuwe personen benaderd die een andere beoordeling hebben gegeven. Deze deskundigen hebben echter niet de beschikking gekregen over alle stukken van Argos. De Universiteit Utrecht vindt dit journalistiek onzorgvuldig van Argos. Dat Argos de wetenschappelijke integriteit van De Graaf in twijfel blijft trekken is onterecht.

Hieronder zetten we de feiten nog eens op een rij.

Een groep van zeven masterstudenten kreeg in 2017 de kans te participeren in een sinds 2013 lopend onderzoek van prof. dr. Beatrice de Graaf. In een zogeheten collaboratorium gingen de studenten aan de slag met bronnenmateriaal, literatuur, aantekeningen en draft-teksten van De Graaf. Het materiaal was vaak niet eerder gepubliceerd, soms zelfs vertrouwelijk. Het ging om een nieuw en zeer specialistisch onderwerp.

De studenten kregen niet alleen toegang tot bijzondere documenten; ze kregen ook college over de stof, ongepubliceerde teksten en aantekeningen. De studenten kregen als opdracht een werkstuk te schrijven op basis van het materiaal, in de wetenschap dat hun bijdrage een plek zou kunnen krijgen in een te verschijnen monografie. Dit boek is in oktober 2018 verschenen onder de titel ‘Tegen de Terreur’, een boek van 500 pagina’s, waarvan 100 pagina's verantwoording met noten, begrippen- en personenlijst, bibliografie en dankwoord.

De zeven studenten hebben zich met veel enthousiasme van de opdracht gekweten. Ze hebben allemaal hoge cijfers gekregen. Uit aantekeningen uit de tijd van het collaboratorium van De Graaf en van studenten blijkt dat zij onder meer uitgebreid met de thematiek van de Geallieerde Raad en herstelbetalingen (1815-1818) bezig was, berekeningen had uitgevoerd, en verwijzingen had verzameld.

In het dankwoord en in het notenapparaat heeft De Graaf degenen die een bijdrage hebben geleverd bedankt en naar hun werk verwezen, onder wie ook een van de studenten betrokken bij het collaboratorium. Een andere student heeft zich er eind 2018 over beklaagd dat dat in zijn geval niet was gebeurd. Hierover heeft deze, inmiddels oud-student, in 2018 en 2019 met De Graaf gesproken. De Graaf heeft hem in 2019 aangeboden verwijzingen toe te voegen. De student gaf aan dat hij tevreden was en schreef:

‘Leuk om de vermeldingen te zien op die drie plekken. Het komt overeen met wat me redelijk leek n.a.v. ons gesprek dus ik ben er blij mee.’

In 2020 kreeg het departementshoofd prof. dr. Leen Dorsman vervolgens een melding van een collega dat een student het gerucht verspreidde dat De Graaf passages uit een scriptie gebruikt zou hebben. Dorsman heeft contact opgenomen met de student. Hij heeft de teksten vergeleken, wederhoor gehaald bij De Graaf, omtrent definities afstemming gezocht met de toenmalige voorzitter van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit van de UU, prof. dr. Ton Hol, en afgestemd met de decaan van de faculteit (tevens voorzitter van de commissie die de landelijke code Wetenschappelijke Integriteit heeft opgesteld), prof. dr. Keimpe Algra. De eindconclusie was dat geen sprake was van schendingen van de wetenschappelijke integriteit. Dorsman schreef vervolgens aan de oud-student:

“Zet ik alles op een rij dan kom ik tot de conclusie, en dat heb ik haar ook verteld, dat het slordig is geweest om jou niet te noemen, maar ze heeft dat naar mijn mening gecompenseerd door je in de tweede druk te noemen en in drie eindnoten naar jouw werk te verwijzen. Ik vind dat een genereus gebaar van haar.”

Dorsman heeft de oud-student over zijn bevindingen geïnformeerd en gewezen op opties om een formele klacht in te dienen als hij het er niet mee eens was of te rade te gaan bij de universitaire vertrouwenspersoon wetenschappelijke integriteit. Dat heeft hij niet gedaan.

Wel herhaalde de oud-student zijn beschuldiging in het radioprogramma Argos. De journalisten van Argos benaderden Beatrice de Graaf voor wederhoor. De Graaf stond hen te woord, lichtte toe hoe overlap te verklaren is, en gaf hen een uitgebreid dossier met onder meer de cursussyllabus, teksten, haar aantekeningen, verklaringen van deelnemers aan het collaboratorium, en een scriptiebeoordelingsformulier waarin staat dat de student verzuimd heeft aan te geven ‘dat de vraag, de bronnen, en de discussie voortkomt uit het ERC onderzoek, en dat de vraag al eerder is gesteld in artikelen en bundelen die vanuit het ERC-team in de maak zijn.’

Argos stelde dit dossier niet ter beschikking aan de deskundigen die in de uitzending op 22 mei 2021 aan het woord kwamen en beschuldigingen uitten. Wel kreeg Beatrice de Graaf de kans op de aantijgingen te reageren in de uitzending. Dat heeft ze gedaan.

Na de uitzending volgde een in de ogen van De Graaf goed nagesprek. Maar enkele weken later werd ze door Argos opnieuw benaderd. Argos had prof. Egbert Dommering gevraagd om zich over de zaak te buigen. De heer Dommering is een grote autoriteit op het terrein van wetenschappelijke integriteit en auteursrecht. Ook hij bleek echter niet over het complete aangeleverde dossier te beschikken. Nadat hij dit kreeg en een gesprek voerde met Beatrice de Graaf heeft prof. Dommering– die als deskundige dus door Argos was geselecteerd – een uitgebalanceerde opinie geschreven. Hij schreef onder meer:

“Naar mijn mening is er in deze kwestie nooit een discussie geweest over wetenschappelijk plagiaat, omdat het duidelijk is dat de hele opzet van het onderzoek, het onderwijs daarover en het boek zelf afkomstig is van Beatrice de Graaf, waar ze al jaren voor het geven van de cursus mee bezig was.  De vraag van de auteursrechtelijke inbreuk is dus beperkt tot de vraag welke vorm van verwijzing op onderdelen noodzakelijk of wenselijk zou zijn geweest.

Omdat in het spraakgebruik de term ‘plagiaat’ nogal beladen is, wordt het onderscheid tussen het auteursrechtelijke en wetenschappelijke plagiaat snel uit het oog verloren. Uit de geciteerde vraagstelling van Argos blijkt dat zij bedoelden auteursrechtelijk plagiaat aan de orde te stellen en daar hebben de deskundigen in de uitzending en ik in mijn eerste commentaar ook op gerespondeerd. Nu ik de hele kwestie heb kunnen beoordelen, kom ik tot de slotsom dat het door de gevolgde werkwijze bij het seminar moeilijk is om vast te stellen of er sprake is van auteursrechtelijk plagiaat, omdat de bijdragen door elkaar lopen. En bovendien vraag ik me af of het de juiste sleutel is om deze kwestie te analyseren. Ik zie eerder een opeenstapeling van procedurele onzorgvuldigheden die tot de huidige escalatie heeft geleid.”

Op 11 maart 2022 benaderde Argos Beatrice de Graaf voor een derde keer met een verzoek om wederhoor. Er was weer een nieuwe deskundige die haar verwijten maakte. Ook dr. Jaap Maat, had van de redactie niet het volledige dossier gekregen dat De Graaf aan Argos ter beschikking stelde. De UU heeft Argos laten weten dat dit onzorgvuldige journalistiek is, en geen pas geeft als je de integriteit van een wetenschapper in twijfel trekt.

Wat de UU betreft staat het de student natuurlijk nog steeds volledig vrij een klacht in te dienen. Hiertoe zijn procedures beschikbaar. Na een oordeel van het college van bestuur op basis van een onderzoek en advies van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit van de Universiteit Utrecht kan desgewenst nog een second opinion worden gevraagd bij het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit.

Beatrice de Graaf zelf zegt over de kwestie het volgende (en dit is op 16 juli 2021 ook al gemaild aan Argos):

“Ik vind het heel jammer dat deze zaak zo is gelopen. Ik heb genoten van deze nieuwe vorm van onderwijs, van de interactie met Daan en de andere studenten. We deelden de passie voor het onderwerp en de studenten legden veel inzet en scherpzinnigheid aan de dag.

Meteen toen ik in december 2018 van Daan bericht ontving dat hij vond dat ik naar hem had moeten verwijzen in het boek Tegen de Terreur, heb ik hem al gemaild dat het ‘nooit mijn bedoeling was om hem te duperen’. Daan en ik zijn in gesprek gegaan. Ik heb volmondig toegegeven dat het beter was geweest als ik hem – zoals ik ook had gedaan met een andere student – in de eerste druk meteen had bedankt voor zijn bijdrage. Ik heb aangeboden dat alsnog te doen. Daan gaf aan, na bedenktijd en overleg via de mail, dat hij met mijn suggesties voor verwijzingen tevreden en ook blij was. Dat we achteraf moeten vaststellen dat er toch iets van onvrede bij hem is blijven hangen, vind ik spijtig.

In de wetenschap werk je vaak samen en wat mij betreft kan een verwijzing of dankwoord naar anderen waaraan je als auteur schatplichtig bent niet ruim genoeg. Onderzoek is altijd teamwerk. Ik heb duizenden documenten en bronnen geraadpleegd, daarnaar verwezen, en mijn uiterste best gedaan om iedereen te bedanken die me heeft geholpen. Het laatste wat ik wil, is een student van me hierbij vergeten of tekort doen. Het is vervelend dat er bij Daan een gevoel van onvrede is blijven hangen. Om die reden heb ik hem uitgenodigd nog een keer met mij in gesprek te gaan. Zowel in de uitzending op 22 mei, als daarna per mail. Ik sta daar nog steeds voor open.”

Abonneer je op Argos-podcast

De wekelijkse radio-uitzending van Argos is ook te beluisteren als podcast via ►Spotify ►ApplePodcasts ►Stitcher ►RSS-feed. Meer weten? Klik hier.

sprekers

Daan den Braven

voormalig student geschiedenis van de internationale betrekkingen aan de Universiteit Utrecht.

Beatrice de Graaf

Hoogleraar en expert op het gebied van veiligheid en terrorisme.

Jaap Maat

voormalig docent wijsbegeerte aan de Faculteit der Geesteswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam. Zat tien jaar lang in de examencommissie.

Geerten Waling

historicus

Meaghan Polack

voorzitter van het Promovendi Netwerk Nederland (PNN)

achtergrondverhalen

Wetenschappers: Kwestie-de Graaf voer voor integriteitscommissie

Het bestuur van de Universiteit Utrecht had een vermeende plagiaatkwestie rond hoogleraar Beatrice de Graaf aan moeten kaarten bij de eigen integriteitscommissie. Dat zeggen wetenschappers die de zaak op verzoek van Argos hebben bestudeerd. ‘De overeenkomst in tekst is zo groot dat niemand kan volhouden dat het toeval is.’ De Graaf en de universiteit spreken de beschuldiging tegen.

De student en het boek van de hoogleraar

Dagelijks zijn docenten en studenten aan universiteiten in de weer om onderzoek te doen en dat leidt tot wederzijdse kruisbestuiving en mooie resultaten. Maar wat als je als student denkt dat je hoogleraar jouw werk heeft gebruikt, zonder dat ze je naam noemt?

‘Het risico is dat we dingen missen’

Een ‘quickscan’ van terrorismewetenschappers had gevolgen voor het Amsterdamse antiradicaliseringsbeleid. Uit een vertrouwelijk document blijkt nu dat bij de NCTV stevige kanttekeningen zijn geplaatst bij het rapport. Argos onderzocht het.