Het is – na de officiële excuses – tijd voor het vervolg, zegt Jurna. ‘Ik weet niet of dat herstelbetalingen moeten worden. Het kunnen ook projecten zijn. Zo is de wens in Suriname dat er niet alleen een slavernijmuseum in Amsterdam komt, maar ook in Paramaribo. Dit was de plaats delict, zeggen ze daar.’
Ook zou het volgens Jurna goed zijn het onderwijs aan te passen, want steeds weer blijkt hoe weinig Nederlanders weten over hun koloniale verleden. En dat terwijl er in de Cariben talloze handelsposten waren van de West-Indische Compagnie en Nederland koloniën had als Suriname, de Antillen, Brazilië en Guyana.
Deze systematisch ‘verzwegen periode’ werpt soms pijnlijke vruchten af, stelt Jurna. ‘Het Caribisch gebied is niet alleen door slavernij en kolonialisme gevormd, maar ook door migratie, een thema waarmee Europa nu zelf worstelt. Nadat Europeanen eeuwenlang gebieden hadden veroverd, zich daar vestigden en rijkdommen vergaarden, bewegen migranten zich nu in omgekeerde richting. Dat wordt als een probleem gezien, zo van: we verliezen ons land. Steeds meer “nieuwe” mensen wortelen in Nederland. Als je nu in Amsterdam in de tram zit, krijg je bijna het idee dat je in Rio bent, zo divers. De Caribische mens is een mix van identiteiten, op een fluïde manier vermengd. Weliswaar een gedwongen veelkleurigheid, maar zonder noemenswaardige raciale en religieuze conflicten. De Cariben zouden daarin een voorbeeld kunnen zijn voor Nederland.’