Maartje Duin woonde als student bij de plezierdichter om de hoek en sprak hem eens op straat aan. Ze schreef een sonnet over hun ontmoeting, dat ze aan hem gaf. Drs. P las het voor tijdens het radioprogramma Opium en dat was de start van een jarenlange, bijzondere briefwisseling en vriendschap. De laatste gesprekken die Duin met hem had, nam ze op en zijn te horen in de documentaire.
‘Naarmate zijn einde naderde, kreeg ik steeds meer de neiging om een microfoon onder zijn neus te duwen. De hele manier waarop hij zich uitdrukte wilde ik vastleggen. Hij was inmiddels al 88. In interviews verschool hij zich vaak achter een soort rookgordijn van woorden. Bij mij was dat ontspannender en die sfeer wilde ik vatten. Dat was eerst heel moeilijk: vanaf het moment dat ik in mijn rol van journalist kroop en hem een microfoon onder de neus hield begon hij weer een bepaald soort act op te voeren. Maar op een gegeven moment vergat hij dat en raakten we gewoon in gesprek. Eigenlijk was dat een heel a-typisch gesprek, zelfs voor onze vriendschap. Het was heel serieus, ging over zijn levensmoeheid, zijn twijfels. Ook zijn twijfels over het voortzetten van onze vriendschap, waar ik heel erg van schrok.’