Silvia Marijnissen geeft een voorproefje van de masterclass 'Hoe lees ik Chinese poëzie' die zij tijdens Poetry International zal verzorgen.

Vertaalster Silvia Marijnissen, die tijdens Poetry een masterclass Chinese poëzie lezen verzorgt, stuurde desgevraagd alvast een van de gedichten op die ze zal behandelen. Vanuit Frankrijk, waar ze woont, voorzag ze het gedicht telefonisch van commentaar, terwijl ze in een fastfoodrestaurant wachtte totdat haar auto was gerepareerd. Een korte cursus volgens het motto van Lucebert dat poëzie kinderspel is. Je moet alleen wel even moeite doen om een paar regels onder de knie te krijgen.

Silvia Marijnissen: ‘Qin Xiaoyu is een jonge Chinese dichter die is opgegroeid in Binnen-Mongolië, hoewel je dat niet terugleest in dit gedicht waarin hij een buiging maakt naar Li Bai en Du Fu, dichters uit de Tang-dynastie die duurde van de zevende tot de negende eeuw. Als dichters waren ze verschillend. Li Bai was de zwerver, een dichter die in een tijd dat zijn collega’s ambtelijke functies najoegen van beschermheer naar beschermheer trok. Du Fu had zo’n functie, maakte deel uit van de gemeenschap.
Mooi hè, zoals Qin Xiaoyu ze tegenover elkaar plaatst, zoals ze ook in tegenovergestelde hoeken in het museum staan geposteerd.’

Maar hij schrijft ook: 'maar het meest / gelijkend als de noord- en zuidpool van een andere wereld'. Ze maken dus deel uit van dezelfde wereld, hoe tegengesteld ook.
‘Laat ik eerst nog iets over de tegenstellingen vertellen. Li Bai is van brons, brons staat voor distantie. Du Fu is van hout. Hout staat voor warmte, betrokkenheid. Li Bai was een dichter die de oude stijl vervolmaakte, Du Fu was een vernieuwer. Tegelijkertijd is bekend dat Du Fu een bewonderaar was van het werk van Li Bai.’

Kijk, ze maken al een buiging naar elkaar, in dat museum.
‘In zijn gedicht gebruikt Qin Xiaoyu beide dichters ook als illustraties van de Chinese geschiedenis, een geschiedenis waarvan zij alle drie onontkoombaar een onderdeel zijn.’

Daar verwijzen de jaartallen 1977 en 1963 ook naar, neem ik aan, de jaren waarin hun beelden voor het museum werden gemaakt. Li Bai gegoten, Du Fu gebeeldhouwd.
‘Li Bai wordt getypeerd als een luchtmens, een ongenaakbare. Hij is dan ook in 1977 gemaakt. Dat was na de Culturele Revolutie, toen je weer wat meer lucht kon krijgen. Du Fu is van 1963, hem wachtte het tumult dat hem al eerder wachtte. Zijn beeld is uit de jaren van de hongersnood, de jaren van de Culturele Revolutie.’

Mooi zoals hij die geschiedenissen even tussen neus en lippen door in zijn gedicht fl uistert. Krijgt hij geen moeilijkheden met de censuur?
‘Dat valt wel mee, denk ik. Bovendien zijn de censuurmensen slechte lezers. Ze hebben het waarschijnlijk niet eens door.’
 

In de festivalspecial over Chinese poëzie aandacht voor de actuele Chinese poëzie ten opzichte van de klassieke traditie en die van het Westen; de positie van de dichter ten overstaan van het collectief, de infrastructuur en de publicatiecultuur in China; en de rol van de overheid, uitgevers, censuur, internet, dissidenten en ballingen.

  • Masterclass 'Hoe lees ik Chinese poëzie'
    Vrijdag 14 juni, 18.30-19.00 uur
  • 'Ik hoop dat het heelal eenvoudiger is'. Chinese poëzie nu
    Vrijdag 14 juni, 20.00-21.00 uur
  • Poëzielezing Yang Lian, Liu Waitong, Qin Xiaoyu
    Vrijdag 14 juni, 21.30-23.00 uur
  • Resultaten vertaalworkshop Qin Xiaoyu
    Zaterdag 15 juni, 15.00-16.00 uur