Poëzie als levenselixer
Poetry International heeft een vaste huisleverancier van eigenzinnige documentaires over dichters: regisseur John Albert Jansen. Momenteel werkt hij aan Dichter bij Campert, een film over Remco Campert.
Na prachtige films over Hugo Claus, Adonis, Wisława Szymborska en Herta Müller vond Remco Campert het een eer als John Albert Jansen nu een film over hem wilde maken. Jansen: ‘Ik schoot in de lach toen hij dat zei, want het is natuurlijk eerder een eer voor mij. Maar dat is zijn kenmerkende charmante manier om de wereld tegemoet te treden.’
Wat voor film heb je met Dichter bij Campert voor ogen?
John Albert Jansen: ‘Het wordt in elk geval geen klassiek chronologisch portret. Ik streef in mijn films graag naar wat ik wel “vormgegeven ontroering” noem, hetgeen ook goed aansluit bij de poëzie van Remco Campert. Hij is eerder iemand van stemmingen dan van stevige meningen, meer iemand van dagelijkse vriendelijke charme dan van groot pathos. Maar op de achtergrond is er steeds de weemoed, de vergankelijkheid en het menselijk tekort.’
Hoe verloopt het filmproces tot dusver?
‘Het is een heel andere film dan normaal, want Remco is toch al 86. In februari is hij een aantal weken opgenomen geweest in het ziekenhuis, maar daarna is hij weer opgekrabbeld. Het leven wordt naarmate je ouder wordt beperkter, de actieradius wordt kleiner. Het gaat – dat zie je ook in zijn Volkskrantcolumns – steeds vaker over de dood en over herinneringen. Je merkt dat de poëzie zijn levenselixer is; als dat zou ophouden, dan houdt alles op.’
Waarom heb je Camperts stiefzoon Jeroen Wolf gevraagd om hem binnenshuis te filmen?
‘Bij allerlei huiselijke, soms intieme momenten, zoals wanneer hij zich ’s ochtends scheert of op bed de eerste sigaret rookt, zul je niet snel aanwezig mogen zijn met een camerateam, want Remco is eigenlijk een vrij schuchtere en zwijgzame man. Dat kan wel als Jeroen de camera hanteert.’
remco campert bij vpro boeken
Wim Brands praat met Remco Campert over zijn columns, zijn verhalen, romans en poëzie
Jeroen Wolf, was je meteen gewonnen voor het idee je stiefvader te filmen?
Jeroen Wolf: ‘Ik heb er goed over moeten nadenken, want het filmen van familie is nogal dubbel. Maar ik wilde wel altijd al nog eens iets met Remco doen, omdat hij toch een soort vader is en het me een mooi idee leek om verenigd te zijn in een project. Dit was het aangewezen moment.’
Zijn er bepaalde momenten die je graag in de film wil terugzien?
‘Uiteraard het potje Scrabble dat Remco en mijn moeder Deborah dagelijks om vier uur samen spelen. En verder het moment dat hij weer voor het eerst iets ging schrijven nadat hij terug was uit het ziekenhuis. Daar mocht ik bij zijn mits ik heel stil was. Het is natuurlijk de grootste angst van de schrijver, van de kunstenaar, dat hij zijn vermogen iets te maken kwijtraakt, dat er iets geknakt is na zo’n ziekenhuisbezoek. Het waren broze, omtrekkende bewegingen rond de typemachine – heel spannend om daarbij aanwezig te zijn.’
het leven blijft vurrukkulluk
marathoninterview
Campert's productie was voor 1991 al indrukwekkend, hoewel hij in de jaren zeventig een tijd lang door een writer’s block geveld werd. In de zomer van 1991 was hij de gast van Jan Donkers. Daarna schreef hij enthousiast verder. De zeer geliefde column CaMu bij de Volkskrant, waarin Remco om de dag afwisselde met Jan Mulder, verscheen van 1996 tot 2006. Maar ook nu nog grijpen de lezers wekelijks het eerst naar zijn verhaal.
campert leest voor