'Ik las het gedicht al die jaren terug in de dikke bundel, ben het nooit vergeten - en nu kan ik er de hele zomer op liggen.' Nikki Dekker, redacteur vpro.nl/boeken, tipt de gedichten van Herman de Coninck.

In de zesde klas van de middelbare school moesten we allemaal een dichtbundel op onze leeslijst zetten. De meesten kozen Ingmar Heytze of Tjitske Jansen - toegankelijke poëzie in fijne, dunne bundeltjes. Mijn klasgenoten keken verbijsterd naar het boek dat ik had meegesjouwd: het verzameld werk van Herman de Coninck, 676 bladzijden. Waarom zou je dat jezelf aandoen?

Als er echter één dichter is waar je moeiteloos van een vuistdik boekwerk van uitleest, is het De Coninck wel. Jaren na zijn dood is hij nog altijd een van de populairste schrijvers in het Nederlands taalgebied: een snelle google-search leidt je naar verschillende persoonlijke blogs, van scholieren tot huismoeders, die zijn werk prijzen om de schoonheid en herkenbaarheid. De Coninck was een taalkunstenaar, maar eentje die altijd voor de mensen schreef, alles toegankelijk en begrijpelijk hield.

Neem het gedicht Ligstoel 1. Zoveel beelden (de stoel, maar ook het drinken uit handen, het glas cognac, de lucht en het linnen), en toch zo helder, en bovenal zo ontroerend. Deze dichter keert op elke pagina terug met zijn berustende advies: het weinige is veel, het vele is weinig, het kleine is kostbaar, en alles is goed. Ik las het gedicht al die jaren terug in de dikke bundel, ben het nooit vergeten - en nu kan ik er de hele zomer op liggen.

Rutger Kopland schreef een In Memoriam voor De Coninck

Kaart van een Grieks eiland

Herman,

ik had je nog een kaart willen schrijven,
zo'n lullige ansicht, voorzien van een grap
over, nou ja, je weet wel waarover,

maar ik hoorde dat je al dood was
voor ik een grap had gevonden.

Lees verder