Zowel Twijfel trainen. Uit de Israëlische dagboeken 1951-1954 als Over Israël met daarin Rubinsteins beroemde boek Jood in Arabië, Goj in Israël uit 1967 werd deze week gepubliceerd. Hans Goedkoop werkt aan de biografie van Rubinstein en schreef een nawoord voor Twijfel Trainen. Sjifra Herschberg keerde onlangs terug naar Nederland na een correspondentschap van ruim vier jaar in Israël voor het Radio 1 Journaal.
Boeken&cetera
Zondag 20 november
Deze week kwamen er twee nieuwe boeken uit van de in 1990 overleden schrijfster en columniste Renate Rubinstein. Historicus Hans Goedkoop en journaliste Sjifra Herschberg bespreken Rubinsteins visie op het Joods-Arabische conflict.
In de uitzending wordt een fragment getoond van het eerste seizoen van Zomergasten (VPRO 1988), waarin Peter van Ingen met Zomergast Renate Rubinstein spreekt over de controversiële reacties op onder andere haar boeken Jood in Arabië, Goj in Israël (1967), Hedendaags feminisme ( 1979) en Klein Chinees woordenboek (1975).
Hans Goedkoop beschrijft Rubinstein in de uitzending als iemand met een “indrukwekkend vermogen om zich los te maken van vooronderstellingen over hoe de dingen in elkaar zitten en gewoon te kijken.” Sjifra Herschberg beaamt dat en omschrijft haar als een onafhankelijk persoon die helder denkt en vooral observeert. Goedkoop legt uit dat Rubinsteins columns in 1961, toen ze ermee begon, nog een bijzonder genre waren: “Jje had toen redactionele commentaren en 'vrolijke stukjes' van mensen als Carmiggelt en Bomans, maar een stuk waarin je jezelf aan de wereld verbindt, de column, daarvan is Rubinstein eigenlijk de uitvinder in ons land.”
Rubinstein werd in haar columns aangejaagd door intuïtie, en ging dan beredeneren, waarbij ze vaak de hulp inriep van deskundige vrienden. Haar observatievermogen laat ze onder meer zien in Jood in Arabië, Goj in Israël. Vlak na de Zesdaagse Oorlog (1967) stond Nederland pal achter Israël. Het was daarom uniek dat Rubinstein ook bij de andere partij, de arabieren (Palestijnen) ging kijken. Ze benaderde de joods-arabische kwestie niet alleen op geopolitieke en nationaal-politieke wijze, maar vooral ook door te kijken hoe mensen, intellectuelen en mensen op straat, ermee omgingen. Ze beschreef onder meer hoe je een meloen koopt bij een Palestijn in Oost-Jeruzalem.