Boeken&cetera

Zondag 12 februari

Floris-Jan van Luyn schreef ‘Een stad van boeren’, waarin hij vreest voor een ecologische ramp die ons te wachten staat bij de opkomst van China als wereldmarkt. Jan van der Putten is in ‘Standplaats Peking’ optimistischer gestemd.

China wordt binnenkort wereldmarktleider, de economische groei daar is niet te stuiten. Maar de angst voor deze opkomende wereldmacht moet niet liggen in de concurrentiepositie. In het westen profiteren we van de economische ontwikkelingen, omdat de Chinezen vooral gericht zijn op de export. Angstaanjagender is de ecologische ramp die de wereld te wachten staat, en het gebrek aan democratie.

China is het bewijs dat economische groei niet automatisch democratisering tot gevolg heeft, aldus Floris-Jan van Luyn, auteur van Een stad van boeren. Jan van der Putten, auteur van Standplaats Peking, is optimistischer gestemd. Hij sluit niet uit dat China zich over enige tijd ontwikkeld heeft, weg van een kapitalistische dictatuur. De houding van het Westen wat deze ontwikkelingen betreft, is hierin opvallend hypocriet. Een economische boycot van Birma is makkelijker dan van China. Sterker nog: westerse 'democratische paladijnen' worden voor de Chinese markt aangepast: Microsoft, Google en Yahoo passen hun producten aan.

Behalve de democratie vormt ook het milieu een belangrijk probleem, vooral wat het drinkwater betreft. Ieder land heeft recht op enkele misstappen, zo wordt in China gezegd, maar nog even en het is te laat, menen beide oud-correspondenten van NRC Handelsblad en de Volkskrant. Hoe China zicht zo snel economisch heeft kunnen ontwikkelen en hoe 140 jaar stilstand in de geschiedenis binnen één decennium werd ingehaald, wordt uitgelegd door Van Luyn en Van der Putten.