Boeken

Anil Ramdas

Journalist Anil Ramdas verbleef van november 2006 tot eind 2007 in Paramaribo om te weten te komen hoe de stad van zijn jeugd in deze eeuw functioneert. Zijn boek 'Paramaribo. De vrolijkste stad in de jungle' is de droevige en soms hilarische neerslag van zijn indrukken en ervaringen.

Journalist Anil Ramdas vertelt over zijn boek Paramaribo. De vrolijkste stad in de jungle. Hij verbleef van november 2006 tot eind 2007 in Paramaribo om te weten te komen hoe de stad van zijn jeugd in deze eeuw functioneert. Dit boek is de droevige en soms hilarische neerslag van zijn indrukken en ervaringen.

Na er jarenlang niet te zijn geweest, vestigt Anil Ramdas zich in 2006 voor een jaar in de hoofdstad van zijn geboorteland. In zijn boek beschrijft hij zijn aankomst en zijn irritaties over een land dat maar niet vooruit wil. Het boek is vooral ook een confrontatie met het beeld dat hij van het land had vanuit zijn jeugdjaren en een gevecht tegen de (valse) nostalgie. Hindoestanen vormen dan ook het belangrijkste object.

Ramdas schrijft:‘Zo vierde men in Paramaribo nu ineens ook carnaval. Een katholiek feest, in een land waar de meerderheid van christenen bestond uit protestanten, hervormden en leden van de Evangelische Broeder Gemeente, en verder hindoes en moslims, die ook niet zo geneigd waren om op straat de blote billen te schudden. Als excuus werd gebruikt dat er in Paramaribo nu ook veel Brazilianen woonden. De schatting van het percentage Brazilianen in Paramaribo liep uiteen, maar geen enkele kwam boven de tien procent. Waarom zou het carnavalsfeest dan ineens zo groots moeten worden gevierd? Wacht even, we laten geen excuus aan ons voorbijgaan. Er moest wat te dansen zijn.

De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de Braziliaanse carnavalsmuziek niet om aan te horen was. En dat was geen kwestie van smaak, maar van de beschikking over trommelvliezen en een normaal verstand. Het was een gestamp en een primitief gegil waarbij je zou willen dat een hogere instantie ingreep, maar niemand greep in, in Paramaribo.’