Henk Hofland en Thomas Blondeau

Henk Hofland & Thomas Blondeau

Van de hand van Henk Hofland, alias S. Montag, verscheen een bundeling met overpeinzingen met als titel 'De kronieken van S. Montag'. Thomas Blondeau spreekt over zijn tweede roman, 'Donderhart', die zich afspeelt tegen de achtergrond van de zelfmoordaanslagen in de Londense metro in 2005.

De overpeinzingen van Henk Hofland, alias S. Montag, zijn elke zaterdag een vaste waarde in NRC Handelsblad. De observaties van het kleine laten, gebundeld, een sterk veranderd Nederland zien.

Samuel Montag is altijd ergens in de zestig geweest. Niks kindertijd: al meteen vanaf zijn geboorte in 1975 was Montag de fijnzinnige observator op leeftijd die hij anno 2010 nog onverminderd is. Zittend in tram of trein, of lezend in de krant, mijmert Montag over het veranderende Nederland om hem heen. Met gepaste afstand, maar niet zonder gevoel.

In het Nederland van Montag is het verdwijnen van een fenomeen als ganzenborden vrijwel net zo belangrijk als het uitsterven van de wijkagent, of een andere gebeurtenis die ogenschijnlijk toch een grotere impact op het dagelijks leven zou moeten hebben. Want de kinderen van nu leren ‘met hun zakjapannertjes en Pokémon’ niet meer hoe ze moeten rekenen, schrijft hij ergens in 2000. ‘Pokémon’ en ‘zakjapannertje’: het zijn anno 2010 allang weer in onbruik geraakte termen. Net als ‘dinky toys’. Of de walkman, waar Montag zich ergens in 1986 op positieve wijze over verbaast.

We spraken de woorden eens uit alsof we nooit anders hadden gedaan, en nu zijn we ze al bijna weer vergeten. En dat is precies de kracht van Montag’s kronieken: het confronteert ons met wat ooit de waan van de dag was, met de vluchtigheid van dingen, met kleine zaken die we ooit zo belangrijk hebben gevonden, en die nu slechts vervaagde voetnoten in onze geschiedenis zijn. Het helpt ons herinneren en het leert ons soms om waardering te hebben voor datzelfde kleine. Zoals ganzenborden. Zoals Montag zelf schrijft:

Moet het ganzenbord terug? Plotseling blijkt dat dit een soort aspirientje, sinasprilletje van de opvoeding is: goed voor veel meer dan de uitvinder had kunnen vermoeden. Wie heeft het ganzenbord bedacht? Die verdient een standbeeld.’

Thomas Blondeau’s tweede roman Donderhart speelt zich af tegen de achtergrond van de zelfmoordaanslagen in de Londense metro in 2005. In een wereld vol angst blijkt liefde en menselijkheid onverminderd te kunnen voortbestaan.

Op 7 juli 2005 staat Londen in brand. Zelfmoordterroristen hebben zich opgeblazen in de metro, en de jonge journalist Max Gosset slaapt er in zijn hotelkamer doorheen. Gefrustreerd door het missen ‘van wat het verhaal van zijn leven had kunnen zijn’ bijt hij zich in de gebeurtenissen vast.

Maar in een stad die in de greep is van angst, waarin iedereen in de war is, blijkt alles, ondanks alles, gewoon door te kunnen gaan. Dat geldt ook voor de liefde. Max ontmoet per toeval zijn ex Eva, waardoor alles wat eens zeker leek op losse schroeven komt te staan.

Donderhart is een lofzang op de liefde en een aanklacht tegen de waan van de dag. Want de wereld draait door, wat er ook gebeurt. Blondeau zegt het zelf het beste: "Er kan van alles gebeuren, maar vervolgens vraag je je toch weer af wat je die avond eigenlijk wil eten."