Boeken

Erwin Mortier & Koos van Zomeren

De moeder van de Vlaamse schrijver Erwin Mortier lijdt aan alzheimer. In ‘Gestameld liedboek’ beschrijft hij hoe zijn moeder langzaam wegglijdt. Net als Mortier houdt schrijver Koos van Zomeren een dagboek bij. In zijn boek 'Naar de natuur' staan de aantekeningen die hij tijdens zijn dagelijkse wandelingen op de Veluwe maakte. Een natuurdagboek, over waarnemen, kijken.

De moeder van de Vlaamse schrijver Erwin Mortier lijdt sinds haar 58ste aan alzheimer. Hij hield een dagboek bij. De notities in Gestameld liedboek. Moedergetijden maken duidelijk voelbaar wat voor impact alzheimerpatiënten op hun directe omgeving kunnen hebben. In zijn verslag weet hij de machteloosheid en ontluistering met precisie te verwoorden.

Het moment waarop Mortier ontdekt dat er iets mis is met zijn moeder begint met het woord ‘boek’. Dat woord wil haar maar niet te binnen schieten als ze aan haar zoon wil vragen - terwijl ze voor een boekenkast staan - of hij nog aan het schrijven is. “Ze brengt haar handen met de vingers gestrekt naast elkaar en klapt ze open en dicht. Of ik dat nog ’s ging doen, dat schrijven, hoe heet dat, zo’n ding. Ze geeft mijn vader een por met de elleboog: Zeg jij het, jij weet het.”

Kort na dit voorval wordt er besloten om onderzoek te doen. Hoewel alles op dementie wijst, is het advies om de diagnose voor zijn moeder voorlopig te verzwijgen. Uit angst dat er nog een depressie zou kunnen volgen. Maar na drie goede jaren treedt in ijltempo het verval in. Ze schokt de omgeving met woedeaanvallen, angst en stuurloosheid. “Het blond waarmee ze haar lokken kleurde groeit weg, maakt plaats voor grijs. Ze verliest zienderogen gewicht. In de wintermaanden davert ze letter van de kou. Ze is op slag een vrouw van eind tachtig.”

Het ingrijpende ziekteproces eist zijn weerslag op de schrijver en de familie. De machteloosheid. Het almaar lijdzaam moeten toezien, het besef dat ze langzaam stervende is. Mortier: “Je hangt tussen leven en dood. Je bent aan het rouwen om iemand die er nog is.” Het schemerige gebied tussen leven en dood was voor Mortier een belangrijk motief om Gestameld liedboek te schrijven.

Door zijn moeder een personage toe te dichten en haar lot te beschrijven lukte het hem om het onbegrip en de schrijnende martelgang wat dragelijker te maken. Mortier: “Het laat zien hoe belangrijk het verbeelden voor de mens is. En hoe verhalen ons leven kunnen redden. Het klinkt ontzettend pathetisch als ik het zeg, maar dit boek heeft mijn leven gered. Het heeft mij als schrijver gered. Het heeft mij het levensplezier teruggeschonken. Het heeft mij de herinnering aan mijn moeder teruggeschonken van voor ze ziek was.”

In de uitzending wordt een fragment getoond van de Amerikaanse dichter Jack Agüeros, die eveneens aan alzheimer lijdt. Hieronder kunt u de video in zijn geheel zien.

Net als Erwin Mortier houdt schrijver Koos van Zomeren een dagboek bij. In zijn boek Naar de natuur staan de aantekeningen die hij tijdens zijn dagelijkse wandelingen op de Veluwe maakte. Een natuurdagboek, over waarnemen, kijken. Over dieren en bomen. Het biedt tevens inzage in de werkwijze van Van Zomeren, hoe zijn boeken en columns voor krant en radio tot stand komen.

’s Ochtends is Koos van Zomeren slecht bereikbaar. Op vaste tijden gaat hij - zonder telefoon op zak- met de hond Stanley de bossen in. Vanuit zijn woning in Arnhem telt hij zes vaste wandelroutes, die zowel linksom als rechtsom gemaakt kunnen worden. Zijn terugkeer naar de natuur, zoals hij het zelf omschrijft, dateert uit de tweede helft van de jaren zeventig. Destijds zat hij diep geworteld in de politiek. Hij behoorde tot de oprichters van de Kommunistiese Partij Nederland, de voorloper van de huidige Socialistische Partij. Van Zomeren: “Wat mij zo laafde in de natuur, is dat je daar kunt verblijven zonder een standpunt in te nemen. Bij de SP heb ik mijn hele leven aan standpunten verbruikt. Het was gunstig of ongunstig voor het socialisme.”

In zijn boek definieert hij de natuur onder meer als ‘die elementen in onze omgeving die mensen niet onder controle hebben’. Toch ontkomt hij niet aan de onvermijdelijke confrontatie met natuurbeherende instanties. Verderop in het boek schrijft hij: ‘Natuur is een vorm van bodemgebruik geworden, gedoemd om te concurreren met alle andere denkbare vormen van bodemgebruik. Zo is zij voorwerp geworden van belangenafweging en besluitvorming – het domein van de politiek’.

Weinig Nederlandse auteurs kunnen zich zo in de natuur vastbijten als Koos van Zomeren. In de afgelopen dertig jaar schreef hij boeken als Ruim duizend dagen werk, De levende have en Het bomenboek. Hij noemt Naar de natuur een afronding van zijn oeuvre over de natuur. Maar het boek is vooral een mooie voortzetting van een mooi oeuvre. De natuur in Nederland lijkt er beter voor te staan dan dertig jaar geleden. En toch is er een gevoel van verlies. Over die ambivalentie gaat dit boek.