Boeken

Johan Witteveen & Max van Rooy

Johan Witteveen is een gerenommeerde econoom die het tot voorzitter van het IMF heeft geschopt. Op 91-jarige leeftijd blikt hij in ‘De magie van hermonie’ terug op zijn loopbaan. In het boek ‘Leve het been’ schrijft journalist Max van Rooy over het veranderde leven na de amputatie van zijn rechterbeen ten gevolge van botkanker.

De 91-jarige econoom Johan Witteveen schakelt in De magie van harmonie tussen de verschillende werelden waarin hij opereerde. Hij was hoogleraar economie in Rotterdam, in de jaren zestig VVD-minister van Financiën, in de jaren zeventig leidde hij het IMF en nog altijd is hij actief in de soefi-beweging. Harmonie is het sleutelwoord, bij alles wat hij doet. ‘Je moet proberen de ander te begrijpen, zodat je op een constructieve manier tot elkaar kunt komen’.

Als tiener maakte Witteveen de crisis van de jaren dertig mee, de Grote Depressie. Op straat zag hij lange rijen werkelozen staan die in aanmerking wilden komen voor een uitkering. Om de crisis op te lossen besloot hij economie te gaan studeren. En ook nu, vele decennia later, hoopt hij met zijn boek De magie van harmonie een bijdrage te kunnen leveren bij het bezweren van de crisis.

Als oorzaak van de crisis wijst hij naar de banken, die zich teveel op een snelle winstgroei zijn gaan richten. De klanten zijn daarmee producten geworden. De bonuscultuur is doorgeschoten, en dat terwijl de mens steeds meer materialistisch is gaan denken. Witteveen ziet het als taak voor de overheid om de mens bewust te maken dat er meer is dan de materiële wereld. De spirituele wereld is volgens hem in staat om de moraal terug te brengen. Witteveen is zelf aanhanger van het soufisme, een mystieke stroming die de brug wil slaan tussen alle religies. Harmonie dus.

Als sociaal-liberaal gelooft hij in een vrije economie, maar wel een met duidelijke condities van de overheid. De prominente VVD-er is het echter oneens met de koers van zijn partijgenoot Mark Rutte. De Europese regeringen zijn in de ban geraakt van de financieringstekorten. Een norm van 3 procent acht hij evenwichtig, het beoogde structureel tekort van een half procent noemt hij ongewenst. Volgens Witteveen moeten we juist minder bezuinigen, dus meer investeren, voordat we in een nieuwe depressie geraken.

De voormalig directeur van het Internationaal Monetair Fonds denkt dat die organisatie de oplossing kan bieden. De tekorten moeten niet door de zwakke landen zelf worden gefinancierd, maar door sterk opkomende landen als China, India en Brazilië. Zijn voorstel, dat werd gepubliceerd in de Financial Times, is nooit uitgevoerd. Waarschijnlijk om politieke redenen. Het toverwoord kan op tafel: 'Politiek is het oplossen van tegengestelde belangen, die moet je dus zoveel mogelijk in harmonie brengen'.

Bij Max van Rooy werd vorig jaar botkanker in zijn rechterbovenbeen geconstateerd. De enige oplossing was amputeren. ‘Je been of je leven’, zo had de chirurg de opties samengevat. Drie weken later, op 19 september 2011, werd zijn been tot vlak onder de lies afgezet. Over het leven voor en na de amputatie schreef hij het boek Leve het been. (snijtijd negentig minuten).

Aanvankelijk was hij niet van plan over zijn leed te schrijven. Hij veranderde van gedachten toen hij na de operatie bezoek kreeg van zijn twee jonge zoons. Ze hadden tekeningen voor hem gemaakt. Vrolijke tekeningen waarop mannetjes met één been waren afgebeeld, met de armen juichend in de lucht. Van Rooy besloot alsnog zijn ervaring op te schrijven, zodat zijn zoons later zullen begrijpen wat hun vader is overkomen.

In Leve het been beschrijft Van Rooy de impact van de amputatie en hoe hij zijn leven weer heeft opgepakt. Dat doet hij opvallend openhartig, voor een man die zichzelf afstandelijk en gereserveerd noemt. Het boek gaat ook over een ander groot verlies, het overlijden van zijn eerste vrouw, in 2002, aan de gevolgen van Alzheimer. Over deze moeilijke periode maakte hij destijds aantekeningen, maar het lukte hem niet eerder om er iets mee te doen. ‘De amputatie was nodig om de stap te maken naar het autobiografische werk’.

In de jaren voor de amputatie werkte Van Rooy aan de biografie van zijn grootvader, de architect H.P. Berlage. Hij overweegt nu om de eerste aanzet te herschrijven. Het voorval met het been en de recente pennenvruchten hebben bij hem een nieuwe, persoonlijke manier van schrijven opgeleverd.