Boeken

Frits van Oostrom

'Wereld in woorden', de tweede bijdrage van neerlandicus Frits van Oostrom aan de allesomvattende 'Geschiedenis van de Nederlandse literatuur', vertelt het verhaal van de door pestepidemieën en oorlogen geteisterde veertiende eeuw. Een eeuw die, ondanks alle tegenslagen, ook veel literaire vernieuwing kende. Wim Brands praat met Frits van Oostrom over de literatuur in de veertiende eeuw.

Wereld in woorden, de tweede bijdrage van neerlandicus Frits van Oostrom aan de allesomvattende Geschiedenis van de Nederlandse literatuur, vertelt het verhaal van de door pestepidemieën en oorlogen geteisterde veertiende eeuw. Een eeuw die, ondanks alle tegenslagen, ook veel literaire vernieuwing kende.

Wereld in woorden is het vervolg op het in 2006 verschenen Stemmen op schrift, waarin Van Oostrom de Nederlandse letterkunde tot 1300 beschreef. De boeken vormen een tweeluik over de middeleeuwse literatuur en maken deel uit van het nieuwe standaardwerk Geschiedenis van de Nederlandse literatuur.

Tot nu toe gold de veertiende eeuw als een raadselachtige overgangstijd. De literatuurgeschiedschrijvers beschouwden het tijdvak veelal als een periode van stilstand. De ridderromans uit de dertiende eeuw zijn dan al achterhaald en de rederijkers zouden pas in de vijftiende eeuw hun opwachting maken. Volgens Van Oostrom, hoogleraar aan de Universiteit Utrecht, zat de veertiende eeuw daar een beetje onbestemd tussenin.

Van de veertiende eeuw bestaat vooral het beeld dat het een aaneenschakeling van tegenslagen te verduren kreeg. Natuurrampen, oorlogen en pestepidemieën; weinig bleef de periode tussen 1300 en 1400 bespaard. Aan het begin van de veertiende eeuw ging het al mis. Door overstromingen mislukten de oogsten. De schaarste leidde tot hongersnood, sterfte en gebrek aan arbeidskracht. De pest deed pas in 1347 zijn intrede. Een ziekte die volgens Van Oostrom ‘rondspringt als een paard op een schaakbord’.

Met Wereld in woorden biedt Van Oostom een overzicht van wat bekend is over de schriftcultuur van de veertiende eeuw. Zes jaar had hij nodig om de ongekende hoeveelheid overgeleverde teksten te onderzoeken. De ontdekkingstocht bracht hem bij veel religieuze literatuur, waarvan de mystieke denker Jan van Ruusbroec en een anonieme monnik, die onder meer de complete Bijbel in het Nederlands vertaalde, enkele literaire hoogtepunten zijn. Zowel klassieke als obscure teksten passeren de revue, van wereldlijke toneelstukken tot chirurgische geschriften.

Maar het was ook de eeuw van de emancipatie. In de donkere middeleeuwen brak een periode aan waarin het licht werd ontstoken. Mensen gingen op zoek naar zelfontplooiing. Ze leerden lezen en schrijven. Ze drukten zich niet langer uit in het Latijn, maar schreven in de volkstaal. De steden werden het centrum van een cultureel leven, waar bijvoorbeeld de Antwerpse bestuursambtenaar en dichter Jan van Boendale zeer productief en vernieuwend was. Met Wereld in woorden laat Van Oostrum zien hoe de aanhoudende rampspoed in de veertiende eeuw tot innovatie dwong.