Boeken

Jannie Regnerus & Huub Oosterhuis

Huub Oosterhuis is deze week tachtig jaar geworden. Over hem verscheen onlangs de biografie 'De paus van Amsterdam'. In haar nieuwe roman 'Het lam' beschrijft Jannie Regnerus hoe een vrouw zich staande probeert te houden tegenover het leed van haar ernstig zieke kind. Wim Brands praat met beiden.

Een roman schrijven over een moeder met een doodziek kind is moeilijk. Zeker als jij zelf die moeder ooit bent geweest. Schrijfster en beeldend kunstenaar Jannie Regnerus heeft het toch gedaan. In haar roman 'Het lam' beschrijft ze hoe een vrouw zich staande probeert te houden tegenover het leed van haar ernstig zieke kind.

Het lam in kwestie is een van de vele symbolen waar Regnerus gebruik van maakt. Het staat ten eerste letterlijk voor een jong schaap, dat het vijfjarig jongetje Joris in het verhaal dood op de markt heeft zien liggen. Het is het moment waarop hij beseft dat ook jonge dieren kunnen sterven. Als een lam dood kan gaan, kan hij dat dan ook? Zijn moeder stelt hem gerust. Doodgaan is iets voor oude mensen.

Het lam is daarnaast ook Joris zelf. Zijn moeder had hem een leugentje om eigen bestwil verteld, want ook jonge lammetjes worden ziek. Dit blijkt als Joris op een ochtend bloed plast. Hij heeft kanker. De focus ligt in dit boek niet op hem, maar op zijn moeder Clarissa, en hoe zij op de ziekte van haar kind reageert. De dingen die gebeuren krijgen een andere betekenis. Ze ziet ze heel scherp. Ze beseft dat de wereld eindig is. Alles lijkt in teken te staan van de ziekte van haar zoon. Zo zet ze gebeurtenissen om in beelden, en die weer in woorden.

Afval op de straten ziet Clarissa bijvoorbeeld als de ziekte die haar zoon heeft vervuild. En een bezoek aan een bejaardentehuis zorgt voor het volgende beeld: 'Hier zitten de valsspelers van de stoelendans bijeen, met hun magere oudemensenbillen houden ze de stoelen bezet terwijl de muziek al lang weer speelt.' Uit deze schets blijkt dat ze het oneerlijk vindt dat deze mensen zo oud zijn geworden, terwijl haar zoontje van vijf doodziek is. En op het einde van het boek komt nog een visuele voorstelling naar voren: de derde betekenis van het lam. Het is Het lam Gods, dat schilderij van de gebroeders Van Eyck. Want Jezus werd ook afgebeeld als een lam, en die stond weder op.

Theoloog, dichter, liedschrijver, ex-jezuïet en voormalig priester Huub Oosterhuis is deze week tachtig jaar geworden. Bij die bijzondere gelegenheid verscheen Arthur, koning van een nieuwe wereld, een poëtische hervertelling van de Arthurlegende. En er verscheen een biografie over hem: De paus van Amsterdam, opgetekend door journalist Marc van Dijk.

In de biografie komt uiteraard de band tussen Oosterhuis en de Koninklijke familie aan de orde. Al sinds de jaren zestig is hij er kind aan huis. Hij kreeg landelijke bekendheid toen hij bij de uitvaartdienst van Prins Claus, in 2002, een persoonlijke overweging hield. Maar de rode draad in de biografie is volgens Oosterhuis de kerk en wat daar in de afgelopen decennia is gebeurd. Zijn dichterschap loopt daar dwars doorheen.

Vanaf 1965 is Oosterhuis verbonden aan de Amsterdamse Studentenekklesia. Om de secularisatie tegen te gaan schreef hij Nederlandstalige liturgische teksten die in toenemende mate het Latijn vervingen. Mede door zijn vooruitstrevende opvattingen over liturgie en omdat hij openlijk stelling nam tegen het verplichte celibaat, kwam de ekklesia buiten de officiële kerkorde te staan. Sindsdien is het een onafhankelijke gemeente.

Oosterhuis schreef in al die jaren talloze dichtbundels, liederen en leerdichten. Een functionele dichterschap, zoals hij het zelf noemt. Aan het oeuvre wordt nu Arthur, koning van een nieuwe wereld toegevoegd. De uitgave bestaat uit een boek en drie cd’s waarop Oosterhuis zijn versie van het eeuwenoude verhaal voorleest. Het verhaal gaat over de mystificering van de figuur van Arthur. Wat doet het met mensen, de mythevorming?