Carolina Lo Galbo spreekt met Jens van Tricht (1969) over zijn boek Waarom feminisme goed is voor mannen en met Herman Stevens (1955) over Het sterke geslacht.

VPRO Boeken
Zondag 20 mei om 11.20 uur op NPO 1

Presentatie: Carolina Lo Galbo

Jens van Tricht

‘Ik ben feminist en geloof dat feminisme goed voor mannen is.’ Aan het woord is Jens van Tricht, wegbereider van de mannenemancipatie in Nederland. In de afgelopen honderd jaar hebben vrouwen toegang geëist tot domeinen die voorheen aan mannen waren voorbehouden, maar op het gebied van de mannenemancipatie bleef het opvallend stil. Toch worden ook mannen door genderongelijkheid in hun vrijheid beperkt. Want ‘echte mannen’ moeten nog altijd stoer, zelfverzekerd, sterk en onafhankelijk zijn. Ze moeten hard werken, mogen niet huilen en geen kwetsbaarheid tonen. Zulke waardeoordelen en stereotiepe denkbeelden belemmeren veel mannen om ten volle zichzelf te zijn. Dat heeft ook op maatschappelijk niveau destructieve gevolgen.

Waarom feminisme goed is voor mannen biedt een nieuw, hoopvol perspectief op mannen en mannelijkheid. Het laat zien hoe mannen kunnen bijdragen aan een betere wereld en wat ze daarbij zélf te winnen hebben. Van Tricht schrijft een prikkelend pleidooi voor meer menselijkheid: de vrijheid voor ieder mens om los te breken uit beperkende verwachtingen en al zijn of haar talenten te benutten.

Herman Stevens

Schrijven, meent Herman Stevens vervolgens, is eigenlijk een stereotiep vrouwelijke bezigheid, ook voor mannen. Twintig jaar geleden was het nog normaal dat vrouwen nooit een literaire prijs wonnen. Aan de borreltafel kon je rustig beweren dat vrouwen niet konden schrijven, want grote schrijfsters bestonden niet en uitzonderingen bevestigden de regel. Deze houding is niet meer vol te houden nu er een sterke generatie jonge schrijfsters is opgestaan. In Het sterke geslacht onderzoekt Stevens hoe schrijvers omgaan met hun rol als vrouw of man.

Enthousiast herleest hij schrijvers als Doeschka Meijsing, Margriet de Moor, Mensje van Keulen, Maria Stahlie, Wanda Reisel en Lorrie Moore. Ook opvallende jongere schrijfsters als Nina Polak en Bregje Hofstede komen aan bod. Stevens schrijft eveneens over een aantal mannelijke grootheden. Uiteindelijk doet het er niet toe of je man of vrouw bent, slecht schrijven blijft de grootste zonde voor Stevens, zoals blijkt uit een grondige takedown van Philip Roths latere werk.