Anton Korteweg

Anton Korteweg

In zijn twaalfde bundel, getiteld 'Waar ik nooit goed in was steeds slechter kunnen', gaat Anton Korteweg verder waar hij in de elfde, 'Ouderen zijn het gelukkigst', ophield. Ook in de nieuwe gedichten gaat het vaak over de nakende ouderdom en de beperkingen die met de jaren groter worden. Maar zoals de titel al doet vermoeden doet Korteweg dat op een opgewekte manier. Hij is geen klager, registreert geamuseerd, soms met enige melancholie, maar is nooit bitter. Jeroen van Kan sprak met hem.