wat is dat toch met berlijn?

nikki dekker ,

Vpro.nl redacteur Nikki Dekker bracht 4 dagen door in Berlijn op studiereis met de BKB Academie. Voor Grenzeloos blikt ze terug op die dagen in Europa's hipste stad.

Op vrijdagochtend 20 september stap ik een andere wereld binnen: één van oranje t-shirts, hippe slogans, oude mensen en totale ordening en stylisme. We vallen wat uit de toon tussen de gepensioneerde christendemocraten in grote getalen naar dit conferentiecentrum zijn gekomen om Angela Merkel te horen speechen - en dat is dan ook precies de reden waarom we, na uitgebreid te hebben meegezongen met 'We are family' en 'You’re simply the best', het podium op gesommeerd worden.

Een grote groep enthousiaste jongeren in oranje CDU-t-shirt is onweerstaanbaar voor de pers. Merkel wordt bij het zingen van het volkslied niet alleen bijgestaan door haar eigen jonge campagnevoerders, maar eveneens een klein leger melig meeplaybackende Hollanders.
‘Wat is er zo grappig?’ vraagt de Duitse vrouw naast mij.
‘Ze kennen de tekst niet!’ lach ik, ‘Ze playbacken alles!’
‘Ach,’ haalt zij haar schouders op: ‘Dat doe ik ook altijd.’

Een beetje een onverwachte reactie, want ik weet inmiddels dat Duitsers hechten aan 1. stiptheid (‘Jullie zijn hier op studiereis? Hebben ze je al geleerd op tijd te zijn?’) 2. beleefdheid (Merkel en Hollande tutoyeren elkaar – en dat is nieuws) en 3. leeftijd. Duitsers hebben een gedegen historisch besef dat hand in hand lijkt te gaan met een groot respect voor autoriteit, en dus ouderen – of beter gezegd, een veronachtzaming van jongeren.

Een jongen als Alexander Klöpping, die op prime time technologische ontwikkelingen komt uitleggen, zou in Duitsland geen zendtijd krijgen, en de voorzitter van Junge Union van de CDU zit op zijn dertigste nog steeds bij de jongeren. Het is dan ook heel normaal dat Duitsers tot achterin de twintig doorstuderen. Jongeren moeten hier eerst ervaring opdoen voor ze hun mond open mogen trekken. Maar ook hier geldt: alles voor de foto, en jonge, blije mensen in oranje CDU-shirts doen het goed. 

Het fotomomentje past perfect binnen in de totale regiedrift van dit evenement. Alles, van begin tot eind, is gedirigeerd. Wij zijn niet de enigen die uit het publiek gelift worden; het jonge gezin dat voor aanvang van het programma rustig meegevoerd werd naar de tweede rij komt, wanneer Merkel het over de toekomst van onze kinderen heeft, groot in beeld.

‘Hoe lang nog?’ hoort iemand van de BKB academie Merkel fluisteren wanneer ze gezamenlijk naar de pers zwaaien. Ik stel me zo voor dat hij het antwoord op de seconde nauwkeurig wist te geven.
 
De conferentie staat recht tegenover het 'echte' Berlijn: waar het CDU alles tot in de puntjes regisseerde, staat in Berlijn juist het gebrek aan ruimtelijke (en tijdelijke) ordening centraal. De kroegen kennen geen sluitingstijden, en trouwens, over kroegen gesproken, door een paar biertjes in een kelder uit te stallen heb je er al één. Berlijn kent het ruimtegebrek van Nederlandse steden niet: 10% van de woning staat structureel leeg. Onder de noemer Zwischennutzung (tijdelijk gebruik) biedt de stad deze plaatsen aan voor onorthodoxe projecten, van modebeurzen tot urban farming, zonder er al te veel eisen aan te stellen. Het zal wel loslopen.

Een kroeg in Berlijn oprichten is veel makkelijker dan in Amsterdam bijvoorbeeld. Vind een leegstaande kelder en zet er een draaitafel, bar van schragen en een paar lampen in en je hebt een kroeg. Zoiets zou ondenkbaar zijn in Amsterdam.

Kamiel Blom, ondernemer in Berlijn

En wanneer het niet losloopt, demonstreert men wel. Er zwerft een oude hippie door Berlijn die dagelijks fluitend op de fiets onderweg is naar een nieuw protest (waartegen, dat weet hij zelf waarschijnlijk ook niet). Deze protesten verlopen niet altijd vreedzaam. Zie deze kaart, die nauwkeurig bijhield welke auto’s tussen 2007 en 2010 in brand werden gestoken. Dat doen ze tegen de Swabi’s (Zuid-Duitsers), yuppen, en andere (te) rijke import die hun alternatieve stad komen leegzuigen en gentrificeren. Hoe hoger de huren stijgen, hoe moeilijker het leven wordt voor de alternatieve Berliners: de kunstenaars, krakers en anti-allesers.

Berlijn is arm aber sexy, en lijkt daarmee vaak op de verlopen, excentrieke jongeren die ze aantrekt: sympathiek en creatief, maar uiteindelijk weinig productief en al helemaal niet winstgevend. Die jonge ondernemers komen dus veelal inspiratie halen, maar wanneer ze geld willen verdienen, en besteden, trekken ze weer weg. Vincent Kompier betwijfelt of dat erg is:

In Vijf jaar achter de grens, terugblikken op Nederland legt Kompier de vinger op de zere plek: waar het in Nederland steeds gaat over verdienmodellen, is in Berlijn geen sprake van een model, en ligt de nadruk al helemaal niet op verdienen. Hier wordt waarde niet continu in geld uitgedrukt, maar in buurtgevoel, samenwerking en ondersteuning. Kunstenaars bezoeken elkaars exposities en houden elkaar scherp. Je leeft, als Berlijner, niet van geld, maar van inspiratie en aandacht. En dat kan, wanneer de huur slechts 16 gin-tonics bedraagt.

In Amsterdam, waar de reis op zondagavond eindigde, ligt dat wel anders. De Nederlandse hoofdstad is duur. Falen is hier geen optie, en (tijdelijke) werkloosheid staat ook niet goed. Een dergelijk klimaat werkt experiment niet bepaald in de hand. Bovendien, zo opperden de Berlijnse ondernemers die tijdens Kanzlernacht te gast waren, lijkt er in Amsterdam simpelweg geen tijd, ruimte of geld te zijn om echt risico te nemen en iets totaal nieuws op te zetten.

Gelukkig kennen wij weer vrijplaatsen die de Duitsers missen: stiptheid, beleefdheid en leeftijd staan niet hoog op onze normen-en-waarden-meter. In die trend zoekt Vincent Kompier het, denk ik, dan ook wanneer hij opmerkt dat Geuzenveld en de Bijlmer de meest interessante plaatsen van Amsterdam zijn. In de buitenwijken kan de stad nog wringen, zich in de marge begeven. Precies dat wat Berlijn zo Berlijn maakt.