De nadagen van de verwoestende watersnoodramp op de Balkan brengen behalve ravage en slachtoffers ook aan het licht hoe slecht het gaat met de mediavrijheid in Servië. Hoofdpersoon is de gloednieuwe premier Aleksandar Vucic, die geen tegenspraak duldt. Vooral niet als zijn land in crisis verkeert.

Stel je voor. Je bent premier van een land waar net een grote watersnoodramp heeft plaatsgevonden. Je reist af naar de zwaarst getroffen stad en ziet in de verte de kerktoren nog net boven het bruine water uit steken. Er stormt een man op je af. Paniek. Hij is net geëvacueerd, een deel van zijn familie is nog vermist. 'Waarom sta je hier?' roept hij zichtbaar getraumatiseerd. Hij zwaait woest met zijn armen. 'Waarom doe je niks?'

Je bent dus premier. Quizvraag: Wat doe je? Je probeert de man te kalmeren door te zeggen dat alles goed komt? Niet in de wereld van Alexandar Vucic, de premier van Servië.

Het is vrijdag 16 mei, de dag nadat de ergste natuurramp in decennia grote delen van de Balkan ontwrichtte. We zijn in Obrenovac, een stad van dertigduizend inwoners in centraal Servië. Alexandar Vucic doet precies het omgekeerde. Hij stapt op de boze man af en begint terug te schreeuwen. Zijn gezicht loopt rood aan, zijn zo vaak bespotte tuitlippen trillen. 'Waarom willen mensen niet evacueren?!' roept hij. Er volgt een heftige bekvechtsessie. Eerder zei hij via de media dat het schandalig was dat er mensen waren die het evacuatiebevel niet tijdig opvolgden.

Een handjevol journalisten en fotografen staat erom heen. Iedereen is stil terwijl de premier zich laat gaan. Als overspannen vader die zijn zoon net uit de modder heeft getrokken terwijl hij nog zo had gezegd dat hij zijn zondagse kleding niet vies mocht maken.

Ik sta er ook, als enige buitenlandse journalist, en fotografeer het tafereel. Na een minuut of vijf komt Vucic's kale bodyguard op me af. Door de lens van mijn camera zie ik zijn platte hand dichterbij komen. Ik klik door. Dan pakt hij de lens beet en duwt mijn camera -met mij eraan vast- bruut naar achteren. Ik struikel, blijf overeind, herpak me. En zie de premier nog net weglopen. Einde schouwspel.

's Avonds op het nieuws alleen beelden van de premier in een reddingsboot, de premier met zijn arm om de schouders van een slachtoffer, de premier met kaplaarzen in het wassende water. Mijn tweet over het voorval wordt intussen gretig geretweet.

Het is de eerste keer dat ik zelfcensuur van zo dichtbij zie. Servië is geen Noord-Korea. De harde mediacensuur in tijden van Milosevic is voorbij. Het gaat nu subtiel, in de vorm van banden tussen regeringsleiders en mediamagnaten en staatssubsidies voor kranten en tv-stations. Media die positief berichten over de regering worden beloond, kritische media bestraft. Servische media zijn als aangelijnde honden. Ze zijn vrij zo ver te rennen als ze kunnen, tot de lijn straktrekt en de baas ze terughaalt.

Afgelopen week werd dat duidelijk zichtbaar. De hoofdredacteur van de tabloid Blic, één van de meest gelezen Servische kranten, haalde een column offline. De titel van het stuk: 'Ik, AV (Aleksandar Vucic), treed af'. De schrijver presenteerde verschillende redenen waarom de premier moet aftreden om blunders tijdens en in de nadagen van de watersnoodramp. Was de hoofdredacteur bang om steun voor zijn krant kwijt te raken? Op zijn vingers getikt door de mensen achter Vucic? Niemand weet het.

Dubieus verleden

Critici zijn het dubieuze verleden van Aleksandar Vucic (44) niet vergeten. Als piepjonge politicus sloot hij zich begin jaren negentig aan bij de Servische Radicale Partij van Vojislav Seselj (nu achter de tralies in Den Haag, verdacht van oorlogsmisdaden). Na de genocide in Srebrenica, sprak hij de beruchte woorden: 'Als jullie één Serviër vermoorden, vermoorden wij honderd Moslims'. Later was hij was minister van informatie onder Milosevic, waar hij bij wet regelde dat kritische journalisten fikse boetes konden krijgen.

'Geen mens kan water en vuur verslaan', sprak hij vorige week. Geeft te denken of hij die woorden zorgvuldig koos om zich vast in te dekken. De regering treft geen blaam, het is de natuur.

Sindsdien zijn meerdere websites en blogs op zwart gegaan. De populaire blog Druga Strana (de andere kant) publiceerde een stuk met de kop 'Staat, wij willen je niet meer' en werd meteen gehackt. De schrijver noemde het handelen van de regering 'ongehoord traag en compleet ongeorganiseerd'. Een andere nieuwssite, Teleprompter.rs, die Vucic en zijn regering als onbekwame paniekzaaiers neerzette, is helemaal van het net verdwenen.

‘Nee, we kunnen niet bewijzen dat de regering erachter zit’, zegt blogger Aleksandar Sekulic, die de actie “In het gezicht van censuur” op touw zette. Vijftig bloggers publiceerden tegelijkertijd een statement tegen censuur. ‘Maar we weten het. En het verrast ons niet. Zo slecht staat het ervoor met de persvrijheid hier.’ Juist in tijden van crisis is vrije nieuwsgaring belangrijk, zei Dunja Mijatovic van de OVSE tegenover Balkan Insight: ‘Dit is een schending van het recht op vrije meningsuiting.’

De kritiek richt zich op de evacuatie in de eerste dagen: autoriteiten gaven verwarrende orders: Wel evacueren, niet evacueren, toch evacueren. Pas toen het water tot de plafonds kwam, werd de noodtoestand afgekondigd. Toen waren er in Obrenovac alleen al meer dan vijftien mensen verdronken. Kritiek is er ook op regeringsleiders, met name Vucic, die in helikopters door het land vlogen, terwijl er een tekort was aan helikopters. En op ministers met cameraploegen in rubberboten, terwijl er niet genoeg boten waren om mensen te evacueren.

Er werd ook onnodig paniek gezaaid, zegt Aleksandar Sekulic. ‘Vucic heeft een dramatische sfeer gecreëerd.’ Op vrijdag riep de premier dat een andere stad, Sabac, ten onder dreigde te gaan. De rivier Sava zou op barsten staan. 'Als Sabac valt, is het gebeurd met ons', zei hij tijdens een persconferentie. Hij zei ook dat het gevaarlijk was water uit de kraan te drinken. Mensen holden in paniek naar de supermarkt, in Belgrado was binnen een paar uur geen fles mineraalwater meer te krijgen. Intussen werden twintig Serviërs gearresteerd omdat ze, vooral op sociale media, “paniek zaaiden”. Er was geen coördinatie voor vrijwilligers die zich meldden om Sabac te redden, er waren niet genoeg bussen en bij aankomst in Sabac bleek er niks te doen. Een groep Servische voetbalhooligans, voornemens zandzakken te tillen, besloten het op een zuipen te zetten.

Had de regering de watersnoodramp kunnen voorkomen? Waarschijnlijk niet. Vucic had een punt toen hij zei dat de mens het niet kan winnen van water en vuur. Maar daar gaat het niet om, zegt Sekulic. ‘In een normale democratie moet je die vragen kunnen stellen. Heeft de staat goed gehandeld? Wat is er mis gegaan? Wie is verantwoordelijk?’

Nu het water langzaam is gezakt en de ravage zichtbaar wordt, moeten die vragen worden gesteld. Mainstream media doen het niet. Kritische burgers en journalisten krijgen de kans niet. Het zal niet de laatste keer zijn dat websites op zwart gaan in Servië. Intussen geniet Aleksandar Vucic de steun van de massa. ‘Veel mensen zien hem als redder’, zucht Sekulic. Hij belooft het land te bevrijden van corruptie en georganiseerde misdaad en houdt het volk een stralende toekomst bij de Euopese Unie voor. Maar dan wel geheel en alleen op zijn manier.