Woensdag 17 mei begint de zeventigste editie van het Filmfestival van Cannes. Nieuw-Zeelander Marten Rabarts gaat al jaren naar het festival, maar pas sinds kort als hoofd van Eye International, dat de Nederlandse film in het buitenland promoot.

De eerste keer dat Marten Rabarts (1961) naar het Filmfestival van Cannes ging, was eind jaren tachtig. ‘Dat was in 1986... of 1987. Ik woonde toen in Parijs en besloot in een opwelling naar Cannes te gaan. Toen ik daar aankwam en vroeg of er nog kamers vrij waren lachte iedereen me uit. Alles was natuurlijk al maanden geleden volgeboekt. Gelukkig had ik in de trein naar Cannes een vriend van acteur Christopher Lambert leren kennen. Met hem ben ik die nacht van feestje naar feestje getrokken. De volgende ochtend pakte ik mijn koffers en ben teruggegaan naar Parijs. Ik zwoer dat ik alleen nog naar Cannes zou gaan als ik daar kwam om te werken.’

Dat gebeurde in 1990. Rabarts was toen in Cannes voor de promotie van David Lynch’ Wild at Heart, die dat jaar de Gouden Palm zou winnen. Het jaar daarop zat hij er weer. Met Barton Fink van de gebroeders Coen, die ook de Gouden Palm won. Sindsdien is Rabarts – in verschillende hoedanigheden – vrijwel elk jaar naar het festival gegaan. Twee jaar geleden voor het eerst als hoofd van Eye International, dat verantwoordelijk is voor de internationale promotie van de Nederlandse film en filmindustrie. Een kleine drie weken voor het festival begint, zitten Rabarts en ik in het Eye-gebouw in Amsterdam.

U bent geboren in Nieuw-Zeeland en nu vertegenwoordigt u de Nederlandse film. Hoe is dat zo gekomen?
Rabarts: ‘Ik leerde Nederland kennen in 1994. Ik woonde toen in Londen en werkte met Paul Ruven aan de internationale coproductie Red Hot, waarbij ook de VPRO betrokken was. Het was een bijzonder prettige samenwerking, die me deed denken aan het leven in Nieuw-Zeeland. Nederland heeft namelijk dezelfde sfeer. De mensen zijn lekker direct en er wordt niet gezeurd over regeltjes. Dat bevalt me wel en daarom ben ik hier blijven hangen.’

Als hoofd van Eye International helpt u ook mee om Nederlandse films voor Cannes geselecteerd te krijgen. Wanneer begint u daarmee?
‘Eigenlijk zodra het vorige festival is afgelopen. Dan weet je wat er gedraaid heeft en krijg je een beetje een beeld van hoe de programmeurs van de diverse onderdelen denken. Want films die een paar jaar geleden nog geschikt waren voor Cannes hoeven dat dit jaar niet meer te zijn. De wereld verandert en de programmeurs veranderen mee. Daarom spreek ik hen regelmatig. Omdat ik weet wat er in Nederland allemaal in productie is, weet ik al in de zomer wat eventueel geschikt zou kunnen zijn voor Cannes. Aan het eind van het jaar wordt het spannender, want dan heb ik inmiddels ruwe versies van de films gezien en weet ik beter welke film bij welk festival past. Want naast Cannes zijn voor ons ook de festivals van Berlijn, Venetië en Toronto belangrijk – al is Cannes wel de granddaddy van die vier.’

‘Talent is niet democratisch. Je hebt het of je hebt het niet.’

Marten Rabarts

Het is inmiddels maart. Het Internationaal Filmfestival van Berlijn is voorbij en Cannes is druk bezig met de voorselectie. Weet u dan al of films het wel of niet gehaald hebben?
‘Nee, al beginnen we wel te vermoeden of films op een van de shortlists terecht zijn gekomen. Je moet weten dat er jaarlijks letterlijk duizenden films ingezonden worden naar Cannes. Het fijne van digitale cinema is dat iedereen tegenwoordig een film kan maken. Voor festivalprogrammeurs is het minder fijn. Een van hen vertelde me dat hij vroeger driehonderd films zag en dat er dan zo’n dertig, veertig erg goede films tussen zaten. Nu ziet hij er drieduizend. En nog steeds zitten daar zo’n dertig, veertig heel goede films tussen. Talent is niet democratisch. Je hebt het of je hebt het niet.’

Het is medio april en het festival maakt de selecties bekend. Wat doet u?
‘Ik kijk via internet live naar artistiek directeur Thierry Frémaux, die de geselecteerde films opleest...’

Want u weet nog niets?
‘Nee, officieel weet ik niets en het is altijd weer spannend. Neem Full Contact van David Verbeek, twee jaar terug. Die viel pas af in de nacht dat de titels bekend werden gemaakt.’

Dit jaar werd geen enkele Nederlandse film geselecteerd. Ook Cobain, de nieuwe film van Nanouk Leopold, niet, hoewel die wel op de shortlist stond. Voelt u zich dan persoonlijk verslagen?
‘Diep teleurgesteld, maar niet verslagen. Je kan dit werk niet doen als verslagenheid een emotie is waar je je snel aan overgeeft. Als ik me verslagen zou voelen, zou ik de hele dag in bed gaan liggen en me ellendig voelen. Zo kun je je werk niet doen. Het mooie van Cannes is dat het pas het begin is van de zomerfestivals. Venetië en Toronto volgen eind augustus en begin september. Het is geen enkele schande als je film voor een van die twee geselecteerd wordt. Cannes is natuurlijk fantastisch, maar slechts een onderdeel van onze strategie.’

Ook dit jaar is VPRO Cinema weer in Cannes, voor interviews, verslagen en reportages in onze dagelijkse Cannes Reports. Nieuw is de jonge verslaggever Cesar Majorana, die in drie korte specials jonge talenten volgt die in Cannes op zoek gaan naar die ene mogelijkheid, die ene ontmoeting die hun doorbraak zou kunnen betekenen. Zowel de Cannes Reports als Cesars ervaringen vind je via vpro.nl/cannes

Alles over Cannes 2017