Frankrijk 1950. Romantiek van Jean Cocteau. Met o.a. Jean Marais, François Périer, María Casares, Juliette Gréco en Roger Blin.

VPRO Cinema

De dichter Orpheus (Marais) wordt na een ongeluk door een mysterieuze prinses (Casar[KA2]es) naar het hiernamaals gevoerd waar hij zijn overleden Eurydice (Déa) mag zoeken. Als hij haar vindt, wordt ze opnieuw van hem weggevoerd en hij wordt neergeschoten. De prinses - die de Dood is - is verliefd geworden op de dichter en stuurt het paar terug naar de aarde. Deze persoonlijke variant op de Orpheus-mythe kreeg een fascinerende sfeer door fantasierijke beelden vol verrassende symboliek die vooral picturaal werkzaam is en aan de betekenis weinig toevoegt, dus ook niet uitgelegd hoeft te worden. Een opmerkelijke rol van Casarès als de Dood. Het scenario is van regisseur Cocteau. Het camerawerk is van Nicoals Hayer. In 1949 gedraaid en op 29 september 1950 in première gegaan in Parijs. Opgedragen aan Christian Bérard. RCA Sound System, Mono.

credits

Regie:
Jean Cocteau
Cast:
Jean Marais, François Périer, María Casares, Juliette Gréco, Roger Blin, Henri Crémieux, Edouard Dermithe, Jacques Varennes, Pierre Bertin, Marie Déa
Scenario:
Jean Cocteau
Productie:
André Paulvé
Camera:
Nicolas Hayer
Muziek:
Georges Auric
Montage:
Jacqueline Sadoul
Jaar:
1950
Genres:
Romantiek, Drama, Fantasy, Experimenteel
Trefwoorden:
Tragedie, Fantasy, Cult, Romantisch drama
Landen:
Frankrijk