Duitsland 1960. Komedie van Georg Jacoby. Met o.a. Rudolf Vogel, Christa Williams, Ann Smyrner, Helmut Lohner en Theo Lingen.

VPRO Cinema

De lotgevallen van student in de medicijnen Lohner die van jazz houdt en naar 20.000 mark zoekt om een bandje op te richten. Daartoe probeert hij zijn rijke oom Vogel centjes af te troggelen onder het motto `de schijn bedriegt maar al te graag`. Banaal en knoeierig. Joachim Wedekind, Gustav Kampendonk en de regisseur fabriekten het zwakke scenario naar de klucht van Wilhelm Jacoby (vader van de regisseur) en Carl Lauff. De derde verfilming; de eerste was in 1930 en tweede in 1952 van Jacoby zelf. Deze zelfherhaling is tevens zijn zwanenzang. Achter de camera stond Willy Winterstein.