Frankrijk 1950. Komedie van André Berthomieu. Met o.a. Henri Génès, Jeanne Moreau, Gabriel Cattand, Paul Faivre en Claude Nollier.

VPRO Cinema

Dit zeldzaam onbeduidende plot dat over het stuivertje wisselen op het gebied van de liefde en dergelijke gaat, dient als voorwendsel voor een muzikaal bezoek aan het Parijs uit die tijd. De film leidt ons van de nachtclubs in Pigalle naar de kelders in Saint-Germain-des-Pr[KA1]es. Deze cineast die volkomen geminacht wordt door de kritiek, is een geval dat opnieuw bekeken moet worden, daar hij enkele goede films gemaakt heeft, waaronder LE MORT EN FUITE. Zijn hoge produktie van na de oorlog (tot drie films per jaar) is echter niet briljant, op enkele zeldzame uitzonderingen na, waaronder deze film die Offenbach zeker niet zal doen vergeten, maar die nog wel leuk is. Het zwart-wit dat nauwelijks bij het genre past, bewees de film een slechte dienst: niettemin geeft het de film achteraf het onverwachte aspect van een documentaire over het nachtleven in het Parijs van toen.