Brazilië 1995. Drama van Vinicius Mainardi. Met o.a. Antonio Calloni, Maitê Proença, Pedro Brandi, Marcelia Cartaxo en Carlos Meceni.

VPRO Cinema

Steenrijke, meedogenloze, Braziliaanse zakenman Vittorio (Calloni) betrapt een inbreker, Jackson (Meceni) in zijn protserige villa, die hij aan de politie overlevert. Jackson, afkomstig uit de krottenwijk aan de rand van de stad, wordt in de gevangenis geworpen. Vittorio vreest voor wraak van de maten van Jackson en geeft een huurmoordenaar opdracht Jackson te liquideren. De killer wurgt de verkeerde en Vittorio krijgt wroeging. Om zijn geweten te sussen nodigt hij de weduwe (Cartaxo) met haar gebroed bij hem thuis uit, maar dan zijn ze niet meer weg te slaan. De gevolgen voor Vittorio en zijn gezin zijn drastisch. Met een laag budget - het straalt er vanaf - gedraaide satirische komedie, die een familieonderonsje was: het scenario is van de broer van de regisseur, Diogo Mainardi, de montage werd gedaan door de vrouw van Vinicius, Betty Mainardi en de productie was in handen van moeder Julia Mainardi. De film is beslist zeer origineel, al heeft Vinicius in zijn film over de kloof tussen arm en rijk te veel gewild en het niet allemaal even handig in deze Braziliaanse FAMILIE FLODDER-achtige film verwerkt. Al met al is de som van het geheel toch redelijk positief. Proenca is een bekende ster van de Braziliaanse thuisbuis en ze is heel goed in haar rol van het verwende, verveelde wijf van de rijke stinkerd met hun kleffe zoontje Benjamin (Brandi). De zwart-wit beelden zijn van cameraman Lito Mendes da Rocha, wiens naam indrukwekkender is dan het resultaat. Debuut van Mainarda, die bijna vierhonderd tv-commercials op zijn naam heeft staan. De titel betekent: zestien-nul-zestig, of wel 16.060, het totaal aantal dagen dat de 44-jarige Vittorio op dat moment op Aarde verkeerde.