Japan 1929. Drama van Shigeyoshi Suzuki. Met o.a. Keiko Takatsu, Rintarô Fujima, Yôyô Kojima, Hidekatsu Maki en Itaru Hamada.

VPRO Cinema

Dit is de tragische geschiedenis van de nog jonge, maar knappe Sumiko Nakamura (Takatsu) die rond 1920 wees werd toen haar vader kwam te overlijden. Haar tante en oom die haar voogd zijn, verkopen haar zonder enige wroeging door aan een rondreizend circus. Sumiko, die altijd door iedereen bedot wordt, leert er een gevoelige jongeman kennen, maar de grote hoeveelheid teleurstellingen die zij moeten meemaken, drijven hen ertoe om gezamenlijk een einde aan hun leven te maken. De deceptie is des te groter als Sumiko merkt dat zij is blijven leven. Ze wordt opgevangen door vrome christenen, die pretenderen het goed met haar voor te hebben. Zij brengen haar onder in een tehuis voor gevallen vrouwen, maar maken echter vreselijk misbruik van Sumiko's goedgelovigheid, waardoor Sumiko in haar wanhoop tenslotte het opvanghuis in de as legt. Daar vraagt iedereen zich in verwondering af waarom ze het gedaan heeft. De kijker weet echter wel beter. Dit monumentale, zwijgende melodrama is een van de verborgen schatten uit de Japanse filmgeschiedenis. In 1996 restaureerden Teruo Yamakawa en Sanpord Film de oorspronkelijke versie en componeerde Günter A. Buchwald er een passende score bij. Liefhebbers van de Japanse film, cinefielen en filmstudenten mogen dit werk niet missen van de meester Suzuki, die in de stijl van de grote Amerikaanse drama's werkte. Het scenario is van regisseur Suzuki naar een toneelstuk van Seichiki Fujimori. Het camerawerk is van Seiji Tsukagoshi.